Zij is getrouwd met Aelbrecht Cornelisz den Houten.
Zij zijn getrouwd
Kind(eren):
Claesge Aelbrecht de(n) Houten (1571) komt voor in akten van 12-5-1581, wanneer zij op 10-jarige leeftijd haar beide ouders had verloren (zie: WK 127, folio 241 en241v). Een van haar voogden was haar Cornelis Jansz Cruyff, stierman tot Delfshaven (mogelijk is dit Cornelis Jansz de Cruyff, geb. 1586). Een andere voogd was haar oom Jan Joppen, de broer van Claesge's moeder, Trijntje Joppen, die was gehuwd met Aelbrecht Cornelis (alias den houten Aelbrecht).
Claesge's geboortejaar (1571) blijkt uit de weeskamerakte dd. 12-5-1581: "...als 10-jarige haar moeder Trijntje Joppen verloor...".
Claesge den Houten kreeg als wees een goede opvoeding en ontving van haar 8e jaar (in 1579) tot aan haar 22e (in 1593) privé-les van een schooljuffrouw.
Zij huwt in 1593 met Cornelis Pietersz (den Jonge) Mosch (1564), zoon van Pieter Dircxs (1526-1578) en Martijntje Quirijn Reynen (1529-1608).
Na het overlijden van Pieter Dircxs in 1578, trouwt zijn weduwe Martijntje Quirijn Reynen (1529) met Jan Joppen, de oom van en de vroegere voogd over Claesge de(n) Houten (1571), de echtgenote van Cornelis Pzn (de Jonge) Mosch.
Hiermee wordt Jan Joppen, naast oom van Claesge ook (stief-)schoonvader over haar.
Cornelis Pzn (den Jonge) Mosch (1564) woonde in de Keizerstraat te Scheveningen, het perceel dat zijn moeder had gekocht na het overlijden van zijn vader Pieter Dircxs (1526) uit de opbrengst van de verkoop van andere percelen.
In de Oude Kerk te Scheveningen bevindt zich een tegel G89 (27x27 cm) met een huismerk:
Dit huismerk vinden wij terug in de weeskameracte d.d. 12 Mei 1581 (Weesk. arch. nr. 127, fol. 241, 241 verso) als merk van Jan Joppen, oom van moederszijde van het weeskind Claesgen Aelbrechtsdr. oud 10 jaar, waarvan moeder was Trijntgen Joppen te Scheveningen, geh. m. Aelbrecht Cornelisz. alias "houten" Aelbrecht.
Een lid van de familie "Joppen" voerde als alias .Pronck". Op de steen is het huismerk naar links gewend. (bron: Boekwerk Oude Kerk en haar grafzerken, 1960).
Trijntje Joppen | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Aelbrecht Cornelisz den Houten |
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.