Hij is getrouwd met Ariaentje Cornelis van der Giessen (Lodewijck?).
Ze zijn in de kerk getrouwd op 30 mei 1604 te Hendrik-Ido-Ambacht, hij was toen 37 jaar oud.Bron 2
Kind(eren):
Heemraad en dijkgraaf
Zowel de vader als de moeder van Adriaen Pauwelsz. waren overleden vóór ca.1577, zodat hij vanaf zijn tiende jaar als minderjarige wees bij anderen zal zijn uitbesteed.
Van zijn overleden ouders had hij het gebruik en/of bezit van enige landerijen onder Ridderkerk geërfd, zodat de kosten van zijn opvoeding geen probleem zullen hebben opgeleverd. De percelen land, die tijdens zijn minderjarigheid reeds op zijn naam stonden, waren de twee gorzen tegen het Oudeland en het land in de “Diercoop” in Nieuw-Reijerwaard. Deze relatieve welstand van Adriaen Pauwelsz. had tot gevolg, dat hij reeds op ca.25-jarige leeftijd heemraad van Ridderkerk werd, een functie die hij gedurende meer dan 35 jaar vervulde (1592-1628). In 1597 trouwde hij met Roockje
Goossensdr, weduwe van Gerrit Pietersz. Cranendonck uit de IJsselmondse
familiegroep. Deze weduwe, die uit haar eerste huwelijk een drietal kinderen
Cranendonck had, dreef een boerderij in Poortugaal met land in de Albrandswaard en onder Rhoon, welke zij na haar huwelijk van de hand zal hebben gedaan. Het huwelijk van Adriaen Pauwelsz. met Roockje Goossensdr. bleef kinderloos, maar uit een volgend huwelijk van Adriaen Pauwelsz. werden drie kinderen geboren, die evenals hun stiefbroer en -zusters de naam Cranendonck zijn gaan voeren (zie inleiding). Kort na het overlijden van deze eerste echtgenote zijn de stiefkinderen Cranendonck vermoedelijk elders ondergebracht, al bleef Adriaen Pauwelsz. wel het vruchtgebruik van hun landerijen onder Ridderkerk behouden. In 1599 was Adriaen in de gelegenheid het gedeelte van het gors bij Oud-Reijerwaard te kopen, waarvan de andere helft al vanaf 1551 in het bezit van zijn vader was geweest. De groeiende
welstand van Adriaen Pauwelsz. is duidelijk af te lezen uit de belastingkohieren
van het jaar 1627: hij was toen ƒ 13000 gegoed en bezat meer dan 30 morgen land,
waaronder nog steeds het gors bij Oud-Reijerwaard en het land in de “Diercoop“.
Deze positie van belangrijk ingeland kwam ook tot uiting in de functies die hij in het polderbestuur bekleedde: na een periode als waarsman van Oud-Reijerwaard (1608-11) werd hij door de ambachtheer van Ridderkerk benoemd tot dijkgraaf van Oud- en Nieuw-Reijerwaard (1611-28). In deze functie was hij de opvolger van Johan Boucquet, muntmeester van Holland, die de positie bijna 25 jaar had bekleed. Daarnaast was Adriaen Pauwelsz, als een van de langst zittende heemraden, in de jaren 1625 en 1626 stedehouder (plaatsvervanger) van de schout van Ridderkerk. Adriaen Pauwelsz. heeft, vermoedelijk in zijn functie van dijkgraaf, gebruik gemaakt van een zegel, waarvan het cachet in de familie bewaard is gebleven. Hierop is een wapen afgebeeld: twee hoorns gewend, waarboven een ster; linksboven in een vrijkwartier: twee vissen met de koppen omhoog; helmteken een hoorn; randschrift: “S.ADRIAEN POUWELSSOEN".
Hierbij is opmerkelijk, dat Adriaen Pauwelsz. al vóór 1630 gezegeld zal hebben met een wapen dat duidelijk gebaseerd was op het wapen Cranendonck, maar dat hij pas enkele jaren voor zijn overlijden van de familienaam Cranendonck gebruik is gaan maken: vóór die tijd werd hij meestal aangeduid als Adriaen Pauwelsz. “Dijckgraeff", of “ouden Dijck- graeff". In 1627 kocht hij het land onder Ridderkerk, dat hij gebruikte van zijn stiefkinderen Cranendonck, die inmiddels allen in Dordrecht woonden. De kohieren van Ridderkerk over het jaar 1638 geven een beeld van zijn rijkdom: hij werd
in dat jaar aangeslagen voor maar liefst 5 haardsteden en was 8000 pond gegoed, terwijl zijn dochters, beiden reeds gehuwd, toch een eigen vermogen hadden ter hoogte van resp. 5000 en 8000 pond! In het daarop volgende jaar verkocht hij zijn boerderij met toebehoren aan zijn schoonzoon Jacob Gerritsz, voor het bedrag van 9250 pond. Na zijn overlijden in 1646 werd een inventaris gemaakt van zijn nagelaten waardepapieren: het totaal hiervan lag ruim boven de 10000 gulden, een voor die tijd behoorlijk hoog bedrag.
[ir. C. Sigmond en K.J. Slijkerman, De geslachten Cranendonck in Holland, ca. 1400-1700, pp. 351-353]
http://www.hogeweg.net/916.htm
http://gw5.geneanet.org/index.php3?b=visser⟨=fr;pz=aart+robert+wouter;nz=van+der+waal;ocz=0;p=adriaen+pauwelsz;n=cranendonck+nn+oudendijckgraeff