's middags om vijf uur
(akte nr. 48)
's middags om een uur
(akte nr. 20)
Vermoedelijk konden Age en Rimkje in Haskerdijken in 1856 pas boer en boerin worden na eerst twee jaar in Harich gewoond en gewerkt te hebben. In de 18 jaar dat ze daar gewoond hebben hebben ze goed geboerd, ofschoon de nodige moeilijkheden en zorg niet ontbraken gezien de vele bevallingen en het verlies van vier kinderen. Ook Rimkje was niet sterk van gezondheid: zij is meerdere malen bediend geweest.
Age scheen twee rechterhanden gehad te hebben, hij deed van alles: karnen en kaas maken en boenders en borstels maken van varkenshaar, en kousen breien als er op de boerderij niet veel werk was.
Ook de kinderen werden spoedig ingeschakeld bij het werk: melken, karnen en het schoonhouden van het dagelijks gebruikte materiaal, de grote koperen emmers en aden en de grote karn.
Het gezin Postma is uit Haskerdijken vertrokken omdat de boerderij verkocht werd. Age had de kans om deze te kopen, maar hij durfde het niet aan om een grote hypotheek te nemen, bang dat hij bij tegenslag niet aan zijn verplichtingen zou kunnen voldoen.
In 1874 huurde hij een boerderij in Wytgaard. Daar liep alles tegen: het vee kon niet over de vrucht van de kleigrond met als gevolg ziekte en sterfte onder het vee. Hij durfde het niet aan om het huurcontract van vijf jaar vol te maken en om aan een faillissement te ontkomen hield hij reeds na vier jaar op. Na een boelgoed zaten zij geheel op zwart zaad. Vanwege de gezondheid van Age was er ook geen uitzicht op het zware werk als boer of boerenarbeider. De toestand drukte zwaar op ze.
Er kwam echter uitkomst: Oude Damsma had een zwager die op de hoek Rijksstraatweg/Grouwsterdijk in Jirnsum een herberg met doorreed wilde bouwen. Hij zocht iemand die daarin wilde trekken en vroeg Age of die het aandurfde. Nu waren Age en Rimkje geen kroeglopers, en was er van durven dus geen sprake. Maar dit was de enige oplossing die geboden werd en daarom stemde hij toe. In 1877 werd deze herberg 'De twee Gemeenten' gebouwd en in 1878 trok het gezin Postma erin. Met financiële steun van een broer van Rimkje werden tafels en stoelen aangeschaft en begonnen ze met groot vertrouwen. De in het vooruitzicht gestelde broodwinning werd een geldwinning. De oudste kinderen moesten dienstbode worden, maar met de Jirnsumer en Jouster kermis hielpen ze allen mee en dan werd er zoveel verdiend dat alle lasten in één keer betaald konden worden.
Anno begin 21e eeuw bestaat dit café steeds nog onder de zelfde naam.
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.