bron: kwartierstaat Wil Ockels
Kind(eren):
Wapen van Haye Addinga (ongetwijfeld ontleend aan zijn moeder Margaretha Ripperda), overleden 30 maart 1492: In blauw een geharnaste galopperende man te paard, zwaaiend met een zwaard boven de gepluimde helm, alles van goud. Helmteken: een uitkomende draak met opgeheven vlucht.
Dit wapen komt, behalve bij de geslachten Tho Nansum en Ripperda (die vermoedelijk uit een stam voortkomen) volgens mevr. Ramm te Aurich ook in Oostfriesland meermalen voor. Overigens voerde Haye's vader, Egge, een leeuw als wapen. Dus dat is het oorspronkelijke wapen der Addinga's)
De Addinga's worden, volgens o.a. Abel Eppens in zijn kroniek (16e eeuw) in tegenstelling tot vele andere aanzienlijke geslachten, niet hoofdeling of heerschap genoemd maar 'jonker', evenals de Ripperda's en de Onsta's. Zij behoorden tot "de oldsten".
In Feenstra's "Adel": 'Al dezen (de Addinga's), de Ewsums, Manninga's en Ripperda's werden rond 1500 beschouwd als hoofdelingen van bijzondere rang, als "adel". Zij waren de enigen, die als "erentfest" werden aangeduid'.
Volgens een artikel in "Westerwolde" 1993/2, blz. 254-162 zouden de Addinga's uit de buurt van NORDEN stammen, waar de Addingaborg gevonden zou zijn.
In "Westerwolde" 1992; bladz. 35 vv. is door de heer Schrage een heel artikel aan deze familie gewijd. Daarin onder andere: "......De veldnaam 'Addinggaste' komt voor ten zuiden van de stad Norden. Het is logisch daar de woonplaats van een familie Addinga te zoeken. In die streek hebben rond 1350 overstromingen grote veranderingen teweeg gebracht. Ook de 'Addinggaste' moet toen tenonder zijn gegaan. De Addinga's trokken zich terug naar het oosten, op hoger gelegen land.
Aanwijsbaar zijn daar twee borgplaatsen, waarvan een die van Addinga zou kunnen zijn, meent dr. Ramm.
Nadat de overstromingen de landerijen verwoest hadden, vond daar later kleiafzetting plaats, zodat na dijkbouw en ontwatering sind 1559 het land weer bruikbaar werd. Het is niet bekend of daar toen nog Addinga's woonden.
Dat in de stad Norden een familie Addinga vertegenwoordigd was in 1322 vermeldt Ubbo Emmius: Tyrling Addinga, een der drie burgemeester (consules) van Norden.
In F.J. Klee "Geschichtliches und Kirchengeschichtliches aus Ostfriesland" Band I; bladz. 63: 'In dieser Zeit, als sich uberall in Ostfriesland die Hauptlingsherrschafften bildeten, war auch in Osterreide ein Hauptlingsgeschlecht ansassig. Fur die Kinder eines dieser Hauptlinge garantieren im Jahre 1413 der Propst Hisko von Emden und der Hauptling Hayo Addinges von Westerwolde deren ungestörtes Besitz ihrer ererbten Grundstucke, Hauser und Rechte".
In 'Westerwolde' Jaarg. 22, nr. 4 is ook een hoofdstuk aan de Addinga's gewijd.
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.