De geslachten Vermaat (van der Ma(e)the, Vermaet(h), Roodenburg Vermaat) » Cornelie Louise "Lily, Lietje" Stok (1911-2005)

Persoonlijke gegevens Cornelie Louise "Lily, Lietje" Stok 


Gezin van Cornelie Louise "Lily, Lietje" Stok


Notities over Cornelie Louise "Lily, Lietje" Stok

Beroep: verpleegster, zenuwarts, auteur, journaliste

Zondagskind
Ze heeft de oorlog en het kamp doorstaan. Ze heeft drie huwelijken achter de rug. Maar de 88-jarige psychiater Lietje van Blaaderen is ongebroken en leeft volop in het heden....

Spoelt de wc niet door?'
Unverfroren stapt Lietje van Blaaderen het hokje binnen waar zoëven het bezoek steeds wanhopiger stond te worden boven een plas die niet weg wil. De gastvrouw begint ongeduldig te morrelen aan de stortbak. Geen druppel water komt eruit. Hoe kan datnou? Nou ja, dan maar een emmer water door de pot. Ze pakt het ding op en loopt ermee naar de kraan... tot het bezoek ingrijpt. Dit wordt te dol. Een vrouw van 88 die de plee moet legen voor iemand die de helft en nog eens tien jaar jonger is!
De rollen zouden omgedraaid moeten zijn, maar in de werkelijkheid van Lietje van Blaaderen tellen dat soort wetmatigheden niet. De jongste van de twee mag best de emmer van haar overnemen om het probleem op het toilet te verhelpen, en bij terugkomst in de keuken de gebakken eieren redden die staan te walmen op het gas, maar ze straalt in niets uit dat zij de krakkemikkigste zou horen te zijn. Zij gaat de tuin in zonder jas, en houdt het in T-shirt en colbert met gemak een half uurtje vol. Deander staat te kleumen in een dikke jas.
Ze is net terug van het jaarlijkse weekje skiën met kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen. Ja hoor, praktisch alle pistes afgedaald: 'Ik heb héérlijk geskied.' Ze fokt teckels, ze heeft er momenteel zes, en verder werkt ze nog. Als psychiater ontvangt ze twee dagen in de week patiënten. Daarnaast zet ze een project op poten. 'Preventie van geweld' heet het. In het kader daarvan heeft ze onlangs vvd-Kamerlid Els Meijer, portefeuille welzijn, bezocht.
Al die activiteiten, al die energie: d t is normaal in de werkelijkheid van Lietje van Blaaderen. Na een uur of drie maar eens stoppen met praten? Opgewekt: 'Lieverdje, ik heb alle tijd. Ik vind het gezellig met je te kletsen, en ik vind het ook prima om op te houden.' Slaapt ze 's middags niet? 'Allemaal onzin.' 's Avonds gaat ze met het tien-uur-nieuws naar bed, en of ze nu wel of niet in slaap valt, om drie uur 's nachts staat ze op. Tijd voor het warm eten.
Haar geheim: 'Ik denk dat het gezond is om alleen maar te doen wat je leuk vindt.' Niet dat dat altijd kan. 'Ik heb mijn hersens er wel bij. De weegschaal wijst nu bijvoorbeeld uit dat ik beter dit domme interview kan doen, omdat ik aandacht wil voor dat', en ze wijst op een stapel volgetypte papieren waarop haar project beschreven staat. Ze heeft er een hekel aan 'tentoongesteld' te worden. Maar vanwege haar project moet het dan maar.
Lietje van Blaaderen ontvangt in haar praktijkruimte aan de Amsterdamse pc Hooftstraat, die in niets op een praktijkruimte lijkt. 'Zo'n kale kamer met veel chroom vind ik niks', zegt ze, en dus is het of je haar huiskamer binnenstapt. Overal kleden, banken en stoelen, aan het plafond een kroonluchter en tegen de muren foto's van skivakanties en teckels. De meeste spullen zijn prettig van kleur verschoten, de gaskachel knort.
Ze heeft zich voorgesteld als 'Lietje' en draagt een nauwsluitende zwarte jurk boven de knie met daarboven een getailleerd jasje van zwart satijn. De lippen zijn oranje, het haar is vastgezet achter op het hoofd. Als ze terugkomt met koffie staat ze stil bij een schilderij van Jan Sluijters sr. met daarop drie kinderen. Een van de drie werd in 1947 haar tweede echtgenoot, Tom van Blaaderen. Achter de drie kinderen op het schilderij zijn werken nageschilderd van Cézanne en Van Gogh: die warendestijds in het bezit van de familie Van Blaaderen. 'Leuk hè?'
We gaan zitten in de opstelling psychiater-patiënt aan een salontafeltje en de psychiater neemt het woord. 'Ik ben altijd tegen geweld geweest natuurlijk.' De Tweede Wereldoorlog ging niet aan haar voorbij. Zij en haar twee oudste kinderen zaten ineen Jappenkamp, haar eerste man liet het leven bij de Birma-spoorlijn. 'Dat vergeet je niet. Oorlog is het ergste wat er kan gebeuren.'
Sinds de Golfoorlog, de ellende in Joegoslavië en dichter bij huis de dood van jongens als Joes Kloppenburg en Meindert Tjoelker is ze opnieuw gaan nadenken over het onderwerp. Ze weet dat er discussie is over de vraag of het geweld op straat toeneemt, of alleen de aandacht in de media ervoor: 'Dat laat ik in het midden. Ik heb te maken met de werkelijkheid van nu. Er moet iets aan gedaan worden.' Met nadruk: 'Of ik er zin in heb of niet.'
Ze heeft geen grote doelen, ze wil de wereld niet veranderen, maar soms, zegt ze, wordt ze in situaties geplaatst waarin ze vindt dat ze ¡ets moet doen. Geld geven aan het anti-Amerikaanse verzet tijdens de Vietnam-oorlog bijvoorbeeld, of medicijnen gaan studeren na de dood van haar tweede man. Die stierf in 1950 aan kanker, en binnen een paar maanden zat zij in de collegebanken. Ze zou en moest de kankerbestrijding in.
Ze was 39. Sommigen zeiden: '39? Dat is de moeite niet waard.' Zij dacht: 'De moeite niet waard? Voor het kankeronderzoek wel.' Maar tijdens de studie, ze was de richting van de interne geneeskunde opgegaan, bleek ze meer geïnteresseerd te zijn in wat er in het hoofd van kankerpatiënten omging dan in hun lichamelijke kwaal. Zo werd ze psychiater, en gewapend met die kennis heeft ze nu haar project bedacht.
'We zijn altijd te laat', dacht ze. 'Is er een mogelijkheid om niet te laat te zijn? Gewelddadige neigingen zijn bij elk mens aangeboren. Je bent dus niet te laat als je bij het allereerste begin van de psychologische ontwikkeling iets doet. Dat ismet 0 jaar.'
Ze benadrukt dat ze geen kinderpsychiater is, het is simpelweg een kwestie van nadenken geweest. Maar zo gek moet de uitkomst ervan niet zijn, want ze heeft een regiment aan 'medestanders' verzameld: vakgenoten, onder wie prof. Van Dantzig, die ze vermeldt in haar papieren. Ook Kamerlid Els Meijer zit met haar 'op dezelfde lijn', zoals Meijer zelf zegt.
De essentie van haar gedachtegang: waarom niet alle ouders gedurende een aantal jaren informatie geven over de gevoelsontwikkeling van hun kind, zoals ze die bij het Consultatiebureau krijgen over lichamelijke aangelegenheden? Als ouders weten wat er in hun kind omgaat, kunnen ze beter op hem of haar ingaan. Dat is van belang om hechting te laten ontstaan, en hechting is het tegenwicht van gewelddadigheid.
Van Blaaderen legt het uitentreuren uit, op dicteertoon, geeft leesmateriaal mee en stuurt naderhand nog meer op. De formulering van haar project steekt nauw, bij een woord verkeerd roept ze uit: 'Zie je hoe moeilijk het is? Mensen raken altijd in de war.'
Laten we het simpel houden: wat is er misgegaan met iemand die gewelddadig wordt? 'Die heeft geen hechtingen gelegd. Die denkt: die rotzak, die heeft me iets aangedaan en die moet gestraft. Macht willen uitoefenen, de baas willen zijn, het beter willen weten, dat is aangeboren in ons.
'Maar we hebben ook de neiging om cooperatief te wezen, iemand tegemoet te willen komen. Als het goed gaat, begint zich dat te manifesteren omstreeks het 2de jaar. Daarvoor is alles ikke, ikke, ikke, ononderscheiden, het kind is het centrum van de wereld. Langzaam komt de scheiding tussen ik en niet-ik. Dan wordt de persoon van het kind geboren, en het begrip "wij": ik, en de ander die is er ook.
'Eerst bestaat "wij" uit twee mensen, ik en de verzorger, maar als die ontwikkeling doorgaat, krijg je hechting, en in een veel verder stadium het gevoel: wij-mensen. Hechting is een gevoel van: hoe gaat het met die ander? Het komt niet in je op omhem kwaad te berokkenen.
'Wat ontwikkelt zich nou in deze tijd, een vreselijke tijd? Het gevoel van: "ik-tegen", in plaats van "ik-met". Dat geweld op straat, tegen een willekeurling, dat doet iemand die op dat moment niet het gevoel heeft: wij-mensen. Die voelt: ik, en die ander zal wel tegen me zijn.'
Hoe kunnen ouders ertoe bijdragen dat een kind zich goed hecht? Door het kind te laten voelen dat ze meestanders zijn, door af en toe 'het kind te zijn', en te verwoorden wat hij of zij voelt. Dat is iets anders dan macht (ouder) versus onmacht (kind).
Op de vraag of deze benadering niet te soft is - in de discussies over geweld wordt vaak geroepen om een hardere aanpak van kinderen - antwoordt Van Blaaderen: 'Natuurlijk moeten ouders grenzen stellen. Levenslang krijgen we te maken met dingen dieniet mogen, met verlies. Maar het is belangrijk dat een kind meemaakt dat verlies geen eindpunt hoeft te zijn.'
Ze illustreert het met een voorbeeld. Op een dag is ze bij een buurvrouw als het 3-jarig zoontje huilend de kamer binnenkomt. Zijn vader verbouwt de badkamer en hij mag niet helpen. Huilen. Zijn moeder zegt: 'Kom maar hier bij mij zitten.' Het jongetje stampvoet. Moeder: 'Wil je een koekje?' Hij weigert en trekt haar mee in de richting van de badkamer. Moeder: 'Strakjes, ik praat nu even met buurvrouw.' Van Bladeren: 'De bekende methode.'
Kind stopt zijn hoofd in het kussen van de stoel, huilt nog veel harder. Dan begint Van Blaaderen, met toestemming van de moeder, tegen het jongetje te praten. 'Wat verschrikkelijk allemaal. Natuurlijk ben je boos. Je wou zo graag stenen slepen. Enwat nu? Je kan het best, ook al mag het nu niet.' Het jongetje knikt. De moeder zegt: 'Hij kan alles, gaat overal op af.' Van Blaaderen reageert enthousiast, en dan zegt de moeder ook nog dat hij zo lief kan helpen. Het jongetje komt uit de stoel en gaat bij zijn moeder zitten.
'Waarom is hij veranderd?', legt Van Blaaderen uit. 'Eerst negeert de moeder de gevoelens van het jongetje. Ze denkt dat ze lief voor hem is door hem een koekje aan te bieden, maar ze scheept hem af. De buurvrouw toont dat ze weet wat het kind voelt. De moeder gaat daar later in mee. Zijn gevoelens zijn onder woorden gebracht en hij heeft het idee gekregen dat hij goed is zoals hij is. Hij voelt zich begrepen en bemind - door zijn moeder, dat is het belangrijkste. Zo kan hij de sprong maken van gewelddadigheid, dat stampvoeten, naar hechting.'
Zeg niet tegen Van Blaaderen dat het allemaal leuk en aardig is, maar dat deze methode veel tijd kost die er niet altijd is. Onmiddellijk voert ze een nieuwe casus op, en ze gebiedt: 'Kijk op je horloge hoelang het duurt.' En dan, na afloop: 'Nou, hoeveel minuten? Nog geen twee. Iemand die beweert dat het tijd kost, is niet goed snik. Die heeft geen inleving.'
Blijft de vraag waarom niet veel meer mensen er maar op los slaan, want de meeste ouders wisten in het verleden van dit alles niets. 'Het is een wonder dat niet iedereen gewelddadig wordt', erkent ze. 'Goddank. Maar ik bestrijd niet de normale gevallen. Het enige wat ik zeg is: wat moet ik doen om te helpen voorkomen dat geweld op straat zich uitbreidt.'
Hoe haar ideeën nu precies in het vat worden gegoten, hangt onder andere af van kamerlid Els Meijer. Die laat weten dat ze een voorstel aan Vliegenthart, staatssecretaris van Volksgezondheid, voorbereidt om een experiment te beginnen waarin ouders via Consultatiebureaus of de nieuwe Bureaus Jeugdzorg, dat moet nog worden bekeken, worden geïnformeerd over de geestelijke ontwikkeling van hun kinderen. 'De risicogroepen zeef je er op die manier uit.'
Van Blaaderen heeft veel aan haar teckels. Daar ziet ze aan hoe saamhorigheid zich ontwikkelt. Ze kluiven om de beurt aan één bot. Ze weet niet of het door haar komt, of dat de honden van zichzelf nogal vriendschappelijk zijn, maar in twee dingen is ze consequent. Ze houdt altijd vol, al moet ze 25 keer zeggen dat ze in hun mand moeten. En als ze tekeer gaan, zegt ze: 'Kom, braaf!' Van Blaaderen: 'Meteen prijzen. Zie je dat ik mijn systeem toepas?'
Ze haalt een van de teckels van een verdieping hoger, waar ze woont. Hij is geboren uit incest tussen een halfbroer en -zus. Even niet opgelet. Met een morning after pil heeft ze geprobeerd de bevruchting ongedaan te maken, en ze dacht dat het was gelukt, maar 62 dagen later lag het vrouwtje mooi wel plotseling te bevallen.
Alles had ze verwacht, de raarste afwijkingen, maar niet dit: 'Hij heeft alle goeie eigenschappen geërfd! Het is het vrolijkste hondje, het mooiste hondje, een fantastisch hondje!' Het enige mankement dat hij heeft, is dat hij niet zindelijk wil worden. Het dier in kwestie kwispelt vrolijk rond, springt tegen je benen op en maakt aanstalten op schoot te komen. 'Kom maar', zegt Van Blaaderen tegen het dier, 'dat kan jij niet begrijpen, maar dat wil die mevrouw niet.'
Zonder haar 'hondjes' zou ze zich eenzaam voelen. Maar ze voelt zich niet eenzaam: 'Ik beleef nu, oud als ik ben, een heel gelukkige periode in mijn leven.' Meer dan de helft van de week is ze in Wapenveld, op de Veluwe, waar ze een buitenhuis heeft. Al dertig jaar heeft ze dat huis, en ineens gaat ze de dingen er anders zien. Een beekje dat over een steen loopt, een boom, een eend. Ze is even dat beekje, die boom, die eend. 'Dan denk ik: alles hoort bij elkaar, en intussen zitten we elkaar af te maken. Godver.'
Voor het huis in Wapenveld staat pal voor de deur haar Renault Clio geparkeerd. Een zijkant van de auto is flink verkreukeld, het resultaat van een aanrijding in Amsterdam, buiten haar schuld. Ze laat het maar zo, vertelt ze later. Het geld van de verzekering is mooi meegenomen, en de auto rijdt ze met deuken en al aan zijn eind.
In de huiskamer van het witte huis met het lage dak sta je weer in zo'n bomvolle, sfeervolle bedoening, met nog meer herinneringen aan een lang leven dan in de pc Hooftstraat. Foto's, servies, schilderijen, waar je maar kijkt. Over de vloer dwarrelen veertjes. Van een eend, die aangevallen is door een van de honden.
De open haard brandt, en de rest van het interieur verbrandt bijna door de zon. Aan de achterkant van het huis bestaat een hele muur uit glas, met uitzicht op de tuin. Je ziet er een vijver, een mini-watervalletje, een glazen tuinhuis en een nep-reiger. 'Daar is weiland, daar is weiland en daar is weiland', wijst Van Blaaderen naar de lappen gras rondom de tuin. 'En hier w s weiland en heb ik een parkje gemaakt.'
Met dank aan haar derde man, die graag buiten wilde wonen. Ze pasten niet bij elkaar, toch was ze met hem het langst getrouwd, 12 jaar. 'In die tijd was ik er vaak heel beroerd aan toe, hij was nog niet weg of ik leefde op.' Ze eindigden in Amsterdam op twee aparte verdiepingen, en in Wapenveld bleef hij in het huis en betrok zij de schuur. Ze scheidden en hij is alweer tien jaar dood.
Op de tafel staat een koffer vol papieren open, ze heeft weer nieuwe volgetypte vellen afgescheiden over haar project. Ze zegt: 'Ik wou dat mijn kinderen nu baby's waren, met wat ik nu weet. Ik zou het veel leuker met ze hebben, veel meer van ze genieten.' Maar, dat moet ze er wel bij zeggen, toen haar oudste twee kinderen klein waren, zaten ze in het Jappenkamp, dus wat nou genieten? Wat nou opvoeden? 'We werden langzamerhand afgebroken en uitgehongerd.'
Hoe ze in dat kamp terechtkwamen is een bizar verhaal. In de jaren voor de oorlog woont ze met haar eerste man en hun twee kinderen vlak bij Zurich, waar hij studeert voor ingenieur. Begin 1940 zullen ze terug naar Nederland, haar man is klaar met de studie en hij gaat ervan uit dat hij wordt opgeroepen voor militaire dienst. Vlak voor vertrek breekt hij zijn been, en de consul raadt hun af naar Nederland te gaan: 'Je kunt beter niet opkomen met dat gebroken been.'
Dan maar naar Zuid-Afrika, waar een collega van haar schoonvader zit die geld heeft. Met de auto en een motorfiets kunnen ze nog net door Frankrijk en Spanje, en vanaf Portugal gaan ze met de boot naar Mozambique. In Zuid-Afrika aangekomen wordt hij keyman bij een wapenfabriek, zij gaat het Engelse leger in als personal driver van een generaal. 'Ik kon absoluut niet hebben dat wij de dans ontsprongen waren. Ik wou met mijn stomme hoofd Nederland bevrijden.' Ze voegt eraan toe: 'Het leven wastotaal anders!'
In Zuid-Afrikaanse kranten lezen ze: 'Nederlands-Indië roept u, Nederlanders kom helpen, we gaan Nederland bevrijden.' In de kolonie zou een leger worden geformeerd, om vervolgens vanuit Engeland de aanval op het moederland te openen. 'Dat geloof je niet, hè?'
Met het hele gezin op de boot naar Nederlands-Indië. En ze zijn nog maar net op Java of de 'Jappen' komen. Haar man moet het vliegveld bij Bandung verdedigen, zij wil zo ver mogelijk mee, hij zegt tegen een schutter aan de kant van de weg: 'Hou mijn vrouw vast, ze mag niet mee', en daarna heeft ze hem nooit meer gezien.
Zij en de kinderen worden al snel geïnterneerd. Als ze het kamp uitkomt, weegt ze 34 kilo. De honger kon haar er niet schelen, de dwangarbeid niet, alleen de kinderen. Ze is bang dat zij doodgaan. De oudste werkt in de gaarkeuken en likt daar de pannen uit, maar vooral de jongste is broodmager. 'Ik dacht: die gaat hier dood.'
Vlak na de capitulatie, wanneer ze nog steeds in het kamp zitten, ontsnapt Van Blaaderen. Aan een vriendin vraagt ze of die de kinderen onder haar hoede wil nemen. Ze wil er achter komen of haar man nog leeft. Na omzwervingen, en met slechts twee handdoeken om het lijf, gaat ze als verstekeling aan boord van een vliegtuigje richting Singapore. Klinkt als een avonturenboek? 'Dit is echt gebeurd', zegt ze koeltjes.
De Engelse baas van het vliegveld in Singapore, die ontsteld is als hij haar ziet in haar twee handdoeken, raadt haar aan de stad in te gaan en iedereen te vragen naar haar man. Dat doet ze, en binnen twee dagen hoort ze dat hij dood is. De baas van het vliegveld, die alles voor haar wil doen, stuurt een vliegtuig naar Batavia om haar kinderen te halen.
Het vliegtuig komt terug: 'Ik weet niet of ik je dit vertellen moet, misschien kan ik het beter overslaan, maar nu komt ongeveer het ergste moment in mijn leven.' Voor het raampje ziet ze haar zoon, die zijn mond beweegt. Ze begrijpt wat hij zegt: 'Waar is papa?' Van Blaaderen, bijna huilend: 'Dat is zoiets vreselijks.'
Ze was 'finished' na de oorlog, maar dat kwam niet door het kamp: 'Het is vreselijk geweest, maar niet om je leven door te laten bederven. Wat ik nog wel steeds heb: een opgewonden gevoel als ik de voordeur uitga. Dat ik rechts, links en vooruit kan lopen, dat niemand me tegen kan houden. Een gevoel van vrijheid.'
Ze was 'down en depressief' door de dood van haar man. Twee jaar later ontmoette ze Tom van Blaaderen, 'en met hem heb ik nog een heel gelukkig stuk leven gehad'. Bij de geboorte van hun dochter gaf hij haar een hanger, die ze nog steeds draagt. Het is een aquamarijn, waarvoor hij zelf de zetting ontwierp. Twee jaar later was ook hij dood.
'In mijn leven zijn een heleboel dingen gebeurd die door mensen beleefd worden als verlies. Ik ben ermee omgegaan in het besef een zondagskind te zijn. Dat heeft me weerbaar gemaakt.' Het komt door haar moeder. Die was idolaat van haar. 'Zij heeft me het gevoel gegeven: jij bent beyond oké. Jij bent jij, en dat is oké.' Zoals de teckels dat zijn voor haar, zegt ze: 'Die zijn ook beyond oké.'
Ze voelde zich begrepen en bemind. Zoals ze zou willen dat alle kinderen zich voelen. Kijk naar haar! Je kunt er 88 mee worden, en vol leven. 'En als alles verward is', zegt ze 'ga ik naar het casino. Dat is voor de hebzucht, en ik verdring er ook rotgevoelens mee. Maar het is hooguit één keer in de drie maanden, hoor.'
Kon ze er over driehonderd jaar nog maar zijn. Bang voor de dood? 'Nee, waar zou ik nou bang voor zijn? Dan zou ik bang zijn voor iets dat ophoudt, voor iets dat niet is. Als je dood bent, ben je niet meer, klaar. Ik word wel weer een rozenplant, of een brandnetel. Weet ik veel.'
We lopen de tuin in. 'Alles zelf verzonnen', zegt ze. Ook zelf uitgevoerd? 'Nee, zelf gedirigeerd.'
Ze wijst op de bosannemonen, de lelietjes van dalen en wat er verder maar groeit en bloeit. 'Kijk, kijk, zie je die knoppen aan die rode takken?'
Rode takken? 'Ja', zegt ze, 'hoe het ellemaal heet, weet ik niet. Kan me niet schelen ook. Als ik er maar van geniet.'

[Volkskrant, 20-5-2000, via https://www.volkskrant.nl/wetenschap/zondagskind~bd00149e/?referrer=https%3A%2F%2Fwww.google.com%2F]
========================

Het EQ van Lietje van Blaaderen: ‘Ik beslis wat goed is en wat niet’
'Ik denk dat we allemaal de neiging hebben om gewelddadig te zijn. Dat komt doordat we, helemaal in de diepte, bang zijn dat we niet bemind worden'Ze overleefde drie echtgenoten, twee oorlogen en een kamp. Ze ging er niet aan onderdoor, omdat ze van haar moeder een rotsvast zelfvertrouwen heeft meegekregen en van haar oppas het gevoel voor wat goed is en wat niet. Als psychiater propageert ze dat ouders zich moeten inleven in hun kinderen. Hoe scoort Lietje van Blaaderen (91) op de vijf dimensies van emotionele intelligentie?
Ze komt me halen van de bushalte met haar autootje. Op de stoel naast haar liggen vijf teckels. ‘Ga maar gewoon zitten. Ze gaan vanzelf wel opzij en ze bijten nooit.’ De hondjes springen uitzinnig van vreugde door elkaar en likken de gast in het gezicht. Lietje van Blaaderen (91) rijdt onverstoorbaar door naar haar landarbeidershuisje op de Veluwe. Na een rondleiding door haar prachtige zelfaangelegde tuin met waterval en stukken weiland, nestelen we ons in een van de zithoekjes. Met de kachel op 25, steekt ze direct van wal. Ze heeft een missie. Ze is bezorgd over waar het naar toe moet in deze tijden van geweld. ‘Ik denk dat de wereld aan geweld kapot gaat. Het wordt steeds erger, mensen doen steeds lelijker tegen elkaar.’
Is dit de vrouw die twee wereldoorlogen heeft meegemaakt, die een jappenkamp heeft overleefd, die drie echtgenoten heeft verloren? Met een stalen gezicht beweert ze dat ze het geweld in deze tijd erger vindt dan de Tweede Wereldoorlog. ‘De Holocaust was nog een stel tegen een groep, nu is het iedereen tegen iedereen. Israël en de Palestijnen, Ierland, de ruzie die ze maken in de politiek, het afmaken van Pim Fortuyn.’
Haar leven is totaal veranderd sinds 1993, toen ze in de krant las dat twee kinderen van tien de Engelse peuter James Bulger hadden vermoord. ‘Ik dacht: “Waar houdt dit op?” Ik kon er niet van slapen. Tot dan toe had ik rustig doorgeslapen. Al die oorlogstoestanden, watersnood, mijn man die doodgaat, ik slaap rustig door. Ik was wel depressief hoor, maar bij die kinderen heb ik echt wakker gelegen. Ik heb me ingeleefd in wat die jongetjes deden. Ik heb gedacht: “Dit zit in de mens, maar dit mag niet. Nu moet ik wat doen. Niet voor hen, maar voor mijzelf. Voor mijn eigen rust.”‘

Onvoorwaardelijke complimenten
Ze schafte een stapel boeken aan over kinderpsychiatrie, nodigde twintig mensen bij haar thuis uit om van gedachten te wisselen en schreef een boek: Wat ouders niet weten. ‘Mijn project heet preventie van geweld. Ik denk dat we allemaal de neiging hebben om gewelddadig te zijn. Dat komt doordat we, helemaal in de diepte, bang zijn dat we niet bemind worden.’ Om dit tegen te gaan moeten kinderen een stabiele persoonlijkheid kunnen ontwikkelen en zich veilig hechten. Daartoe moeten ouders hun kinderen onvoorwaardelijk complimenteren. ‘Laten merken: wat geweldig dat jij je op deze leeftijd zo ontwikkelt!’ En ouders moeten zich inleven in hun kind.
‘Hé hé, Petite Surprise, niet doen. Braaf’, wendt ze zich plotseling tot een van de teckels. Petite surprise? ‘Ze is een incesthondje, ze kwam onverwacht. Op je mandje blijven zitten, braaf. Kijk, zo doe ik het ook met kinderen, hè? Braaf, op je mandje. Ze altijd het gevoel geven dat ze worden gewaardeerd.’
Onvermoeibaar somt ze talloze voorbeelden op van hoe ouders zich moeten inleven in hun kind. Je moet even het kind wórden. ‘Hoe je dat doet? Ik zal het je uitleggen. Moeder komt thuis van het werk, en wil de krant lezen. Het kind wil voorgelezen worden. Tegen een klein kind kun je al zeggen: “Hoe lossen we dit nu op?” En zo klein als ze zijn, kom je er al op uit: de ene keer in de krant kijken, de andere keer voorlezen. Het is helemaal niet waar dat kinderen egoïstisch zijn.’

Weten wat een kind voelt
Ze past haar theorieën toe op haar negen achterkleinkinderen. ‘Kijk’, wijst ze naar de fotowaaier met baby’s en peuters die op haar tafel staat, ‘dat zijn ze.’ Al hun moeders, haar kleinkinderen dus, hebben van haar het boekje gekregen. ‘Ze zeggen soms tegen me’, en ze zet een zeurstemmetje op: ‘”Het is wel moeilijk hoor Lietje, want als ik thuiskom wil ik wél mijn krant lezen.” En dan zeg ik: “Dan breng je het dus niet op voor je kind.”‘ Streng vindt ze dat niet van zichzelf. ‘Helemaal niet, als je het niet opbrengt, dan breng je het niet op. Ook deze kleindochter mag zijn zoals ze is. Ikzelf zou het wel opbrengen, nu ik het weet. Maar toen ik het nog niet in de gaten had… Tegen mijn eigen kinderen zei ik niet dat ik ze altijd even leuk vond. Ik zei gewoon niets. Ik dacht niet: “Wat een wonder.” Slechts af en toe, zo eens in de maand.’
Nu ze zelf tot inzicht is gekomen, wil ze dat iedereen het weet. ‘Ik wil het boekje onder de mensen hebben, zodat ze het doen volgens het boekje.’ Ze heeft het ‘Wat ouders niet weten’ genoemd: weten ouders niet dat ze zich moeten inleven in het kind? ‘Ze weten wel dat ze zich moeten inleven, maar ze weten niet wat een kind voelt. En daarom moeten ze informatie krijgen over de psychologische ontwikkeling in de eerste vier levensjaren. ‘

34 Kilo en geen kleren
Toen haar kinderen jong waren, zat ze in een jappenkamp. Daar was uiteraard geen sprake van enige aandacht voor persoonlijkheidsontwikkeling. ‘In het kamp is het een totaal andere toestand, daar ben je alleen bezig met overleven. Ik bemoeide me niet met die kinderen, ik had niets met ze te maken. Iedereen haalde zijn eigen eten, mijn zoontje van zeven haalde het voor hem en zijn zusje, en ik voor mezelf. De kinderen likten de pannen uit. Het enige wat ik nog wel deed, was ’s ochtends kijken of ze nog leefden. C’est tout. Het zijn jaren dat ik er niet was. Dat ik niet voelde. Niet gelukkig, niet ongelukkig, niets, alleen maar zorgen dat ik niet verdronk.’
Haar strijdbaarheid is ze echter niet verloren in het kamp. Na de bevrijding wilde ze zo snel mogelijk haar man zoeken, die aan de Birma-spoorweg werkte. ‘Ik had het laatste halfjaar geen briefkaart gekregen. Anderen wel. Ik dacht: “Die is dus dood.” Dat wilde ik zeker weten.’ Ze vertrouwde haar kinderen toe aan een vriendin en stapte naar het hoofdkwartier. Toen ze haar daar niet wilden helpen, begaf ze zich naar het vliegveld. ‘Ik wacht tot het schemerig wordt, ik kies het kleinste vliegtuigje. Ik hijs me erin, verstop me en blijf zitten. En ja hoor, na een tijdje komen er twee piloten, en het vliegtuig stijgt op. Op dat moment kom ik tevoorschijn, en zeg tegen die twee mannen: “Als jullie nu teruggaan, komen jullie in de problemen.Vlieg dus maar gewoon door naar Singapore.” Dat hebben ze begrepen. Het hoofd van het vliegveld in Singapore was helemaal in de war. Ik woog 34 kilo, had twee handdoeken om me heen, en verder had ik geen kleren. Hij vroeg of alle vrouwen er zo uitzagen. “Ja, alle vrouwen zien er zo uit”, zei ik.’ Na drie dagen rondvragen, wist ze dat haar man Nicolaas was overleden. ‘Ik was er totaal van overstuur dat die man dood was, want het was een heel goed huwelijk. Hij is het’, en ze wijst naar een grote zwartwitfoto van een jonge, lachende man. De zon schijnt op zijn gezicht, zijn sjaal wappert in de wind.
Het verhaal is tekenend voor Lietje van Blaaderen. Op de moeilijkste momenten in haar leven nam ze altijd het heft in handen. Wordt Nederland bezet? Dan gaat ze in het leger om het land te bevrijden. Sterft haar tweede echtgenoot aan kanker? Dan gaat ze medicijnen studeren om kanker te bevechten. Gaat de wereld ten onder aan zinloos geweld? Dan schrijft ze een boek. En haar strijd is nog niet voorbij. Omdat kleine kinderen tegenwoordig een groot deel van hun leven op de crèche doorbrengen, wil ze een boek schrijven over de persoonlijkheidsontwikkeling van kinderen op de crèche. ‘Ik wil het een ander laten schrijven, want ik wil hier lekker in de tuin zitten. Maar als niemand zich aandient, zal ik het zelf maar weer doen.’
Hoe is het mogelijk dat iemand zoveel meemaakt, en toch niet kapot te krijgen is? Zelf heeft ze twee verklaringen, die terugvoeren tot haar vroegste jeugd. De eerste is de onvoorwaardelijke goedkeuring van haar moeder. ‘Mijn moeder was idolaat van mij. Ze vond alles goed, ik heb geen een keer “Nee, dat mag niet” van haar gehoord. Ik kreeg pannendeksels om mee te slaan. Iedereen werd er gek van, maar mijn moeder vond het allemaal goed.’ Ze hield er een rotsvast vertrouwen in zichzelf aan over. Ze mag dan klein en fragiel ogen, ze is een sterke vrouw die duidelijk gewend is de gang van zaken te controleren. Is het niet handiger om een taxi naar haar huis te nemen? ‘Nee hoor, je komt maar gewoon met de bus.’ Een gevoel van controle is een van de belangrijkste eigenschappen die mensen beschermen tegen trauma’s. Lietje heeft zich, ondanks haar bewogen verleden, dan ook nooit een slachtoffer gevoeld. Integendeel, ze ziet zichzelf als een zondagskind.

De juffies
Als een vraag haar niet bevalt, zegt Lietje onomwonden dat de vraag niet ‘adequaat’ is. Ze weet heel precies wat ze wil vertellen, en laat zich niet op een ander spoor brengen.
Dat ze haar eigen grenzen kent en haar eigen oordeel kan vellen, zonder dat anderen haar hoeven te vertellen hoe het zit, heeft ze naar eigen zeggen aan een bijzondere kinderjuffrouw te danken. Omdat haar moeder doof aan het worden was, werden ‘juffies’ aangesteld om op haar te passen. Nadat ze er drie of vier had weggepest – ‘Wat een heks was ik, hè?’ – kwam er een boerendochter van twintig jaar. Lietje heeft de anekdote al vaker verteld, omdat ze van haar de les van haar leven meekreeg. Lietjes truc was altijd om tijdens het wandelen precies de tegenovergestelde kant op te willen dan de juffies. Wou de juf linksaf langs het bos lopen, dan wou Lietje per se rechtsaf. Maar deze juffie zei: ‘Zie je een politieagent?’ Lietje had net geleerd dat je voor de politie moet oppassen. ‘Weet je wat we doen’, zegt juffie, ‘we lopen niet langs het bos, we gaan er dwars doorheen.’ Als ze aan de andere kant van het bos aankomen, staat daar een man die met een schop een kikker vermorzelt. De kleine Lietje is gechoqueerd. Even verderop zegt juffie: ‘Dat mag niet.’ Lietje vraagt: ‘Van wie mag dat niet, van de politie niet?’ Juffie: ‘Dat maakt niet uit. Van mij mag het ook niet, maar daar gaat het niet om. Het mag niet van jóu. Jíj vindt dat niet goed.’ ‘En dat’, zo vertelt Lietje, ‘heeft mij levenslang het idee meegegeven: ík weet wat ik goed vind. Daar hoef ik geen advies voor te hebben, dat hoeft niemand me te vertellen, dat hoef ik niet gelezen te hebben, dat wéét ik.’
Het is inmiddels donker geworden. Lietje had al aangekondigd dat ze om vijf uur een belangrijk telefoontje moet plegen. Plotseling veert ze op: ‘Nu moet je weg. Zorg dat je eruit komt.’ Is er nog tijd voor een toiletbezoek? ‘Nee. Moet je een plas dan?’ Op de tast frummel ik aan het klemmende hekje, dat de 91-jarige eerder met groot gemak had opengezwaaid. Ik loop dwars door de donkere weilanden, op zoek naar de bus.

Afweermechanismen
Lietje van Blaaderen reist nog een keer per week naar de Amsterdamse PC Hooftstraat, waar ze therapie geeft. In haar praktijk krijgt ze regelmatig oorlogsgetroffenen. Ze probeert bij hen hetzelfde te doen als ze beoogt bij kinderen. ‘Dat iemand hetgevoel krijgt: ik ben een uniek mens en dat is iets heel bijzonders.’ Ook probeert ze hen zover te krijgen dat ze hun gevoelens onder ogen zien, hun afweermechanismen laten varen. ‘Die kampmensen vertellen niet wat ze van binnen meemaken, ze verdringen hun gevoelens. Maar als je jezelf niet laat zien, krijg je verwijdering.’
Zelf heeft ze een heel goed afweermechanisme, vertelt ze geamuseerd. ‘Als ik depressief dreig te worden, ga ik naar het casino. Ik zit dan zo geconcentreerd naar dat draaiende ding te kijken of dat nummer komt, dat al het andere op de achtergrond raakt. Pure hebzucht.’

De EQ-test
Emotionele intelligentie bestaat uit vijf kwaliteiten. Psychologie Magazine legde Lietje van Blaaderen op elk gebied een aantal vragen voor. De uiteindelijke score wordt bepaald door een combinatie van haar beschrijving van zichzelf en ons oordeel.

Zelfkennis
Lietje van Blaaderen is niet speciaal geïnteresseerd in haar eigen persoon. ‘Dat komt doordat ik van mijn moeder heb geleerd dat ik goed genoeg ben. Dat ik niet ergens naar hoef te streven. Mijn moeder heeft mij meegegeven: je bent mens en je bent oké.’ Als psychiater heeft ze zelf leertherapie gehad. ‘Ik ben een jaar of vier, vijf in analyse geweest. Maar ik denk dat ieder mens slechts een stukje van zichzelf kent. De rest kun je al doende leren. Van je geboorte tot je dood gaat je psychische ontwikkeling door.’
Score: 4

Empathie
Inlevingsvermogen is het sleutelwoord van Lietjes theorieën. ‘Als therapeut probeer ik me te vereenzelvigen met de patiënt, zonder hem te worden. Met nul- tot vierjarigen ga ik verder: zover dat ik voel wat het kind voelt. Ik ben niet de overgrootmoeder, ik ben drie jaar.’ De zachtaardigheid die je verwacht bij iemand die totale empathie voorstaat, is niet Lietjes meest vooraanstaande karaktertrek. Dat komt misschien doordat ze haar eigen grenzen zo goed kent. ‘Ik beslis wat goed is en wat niet. Als ik iets zie wat mij niet bevalt, zeg ik dat.’
Score: 3

Zelfbeheersing
‘Het komt zelden voor dat ik me niet kan beheersen.’ Slechts één keer per jaar valt ze tegen iemand uit. Ook met gokken weet ze zich in te houden. ‘Ik verlies nooit meer dan 50 euro en dan ga ik weg. En als ik een hoop gewonnen heb, ga ik net zolang door tot ik weer 50 euro heb.’
Score: 5

Zelfmotivering
Ze schrijft boeken, geeft lezingen, geeft therapie, nodigt elk jaar haar 25-koppige familie uit voor een skivakantie en deed tot vorig jaar nog de zwarte piste. Zelf vindt ze niet dat ze hard werkt om zichzelf in beweging te houden. ‘Ik spreid nietzoveel initiatief ten toon, want ik heb het al druk zat. Mij wordt alles toegeworpen. Ik heb nog nooit een interview of een bijbaantje zelf opgezocht, ik word altijd gevraagd.’
Score: 5

Betrokkenheid
Ze ligt wakker van het geweld in onze tijd, en doet er ook iets aan. ‘Omdat ik van juffie heb gehoord, dat er dingen zijn die ik echt niet goed vind. Het is helemaal in me gedrongen. Een gevoel van: ik hoef nooit meer aan iemand te vragen of iets goed is of niet, ik weet het.’
Score: 5

[Psychologie Magazine, januari 2003 via https://www.psychologiemagazine.nl/artikel/het-eq-van-lietje-van-blaaderen-ik-beslis-wat-goed-is-en-wat-niet/]

Heeft u aanvullingen, correcties of vragen met betrekking tot Cornelie Louise "Lily, Lietje" Stok?
De auteur van deze publicatie hoort het graag van u!


Tijdbalk Cornelie Louise "Lily, Lietje" Stok

  Deze functionaliteit is alleen beschikbaar voor browsers met Javascript ondersteuning.
Klik op de namen voor meer informatie. Gebruikte symbolen: grootouders grootouders   ouders ouders   broers-zussen broers/zussen   kinderen kinderen

Voorouders (en nakomelingen) van Cornelie Louise Stok

Cornelie Louise Stok
1911-2005


    Toon totale kwartierstaat

    Via Snelzoeken kunt u zoeken op naam, voornaam gevolgd door een achternaam. U typt enkele letters in (minimaal 3) en direct verschijnt er een lijst met persoonsnamen binnen deze publicatie. Hoe meer letters u intypt hoe specifieker de resultaten. Klik op een persoonsnaam om naar de pagina van die persoon te gaan.

    • Of u kleine letters of hoofdletters intypt maak niet uit.
    • Wanneer u niet zeker bent over de voornaam of exacte schrijfwijze dan kunt u een sterretje (*) gebruiken. Voorbeeld: "*ornelis de b*r" vindt zowel "cornelis de boer" als "kornelis de buur".
    • Het is niet mogelijk om tekens anders dan het alfabet in te voeren (dus ook geen diacritische tekens als ö en é).



    Visualiseer een andere verwantschap

    Bronnen

    1. Geboorte Rotterdam 1911 g136 Akte 5851
    2. http://www.myheritage.nl/site-family-tree-39708341/website-familie-stok-dom-en-verwanten?familyTreeID=2&rootIndivudalID=2001604

    Historische gebeurtenissen

    • De temperatuur op 12 juni 1911 lag tussen 2,5 °C en 18,4 °C en was gemiddeld 11,6 °C. Er was 10,7 uur zonneschijn (64%). De gemiddelde windsnelheid was 2 Bft (zwakke wind) en kwam overheersend uit het noord-westen. Bron: KNMI
    • Koningin Wilhelmina (Huis van Oranje-Nassau) was van 1890 tot 1948 vorst van Nederland (ook wel Koninkrijk der Nederlanden genoemd)
    • Van 12 februari 1908 tot 29 augustus 1913 was er in Nederland het kabinet Heemskerk met als eerste minister Mr. Th. Heemskerk (AR).
    • In het jaar 1911: Bron: Wikipedia
      • Nederland had zo'n 6,0 miljoen inwoners.
      • 26 januari » Première van de opera Der Rosenkavalier van Richard Strauss in Dresden.
      • 15 maart » Oprichting van de Oostenrijkse voetbalclub FK Austria Wien.
      • 24 juli » Hiram Bingham vindt de Incastad Machu Picchu terug.
      • 23 oktober » Italiaans-Turkse Oorlog: Kapitein-Vlieger Carlos Piazza steeg op 23 oktober 1911 om 06:19 uur met zijn Blériot XI op voor een verkenningsvlucht, om zo de Turks-Arabische opmars te lokaliseren. Hierdoor legde Kapitein-Vlieger Carlos Piazza de eerste oorlogsvlucht af in de geschiedenis en was de Blériot XI het eerste militaire vliegtuig dat ingezet werd tijdens een oorlog. Gevolgd door Kapitein-Vlieger Ricardo Moizo in een Nieuport.
      • 24 oktober » Tijdens de Italiaans-Turkse Oorlog is de Nieuport van kapitein-vlieger Carlos Piazza het eerste vliegtuig in de geschiedenis dat werd beschoten.
      • 14 december » Roald Amundsen bereikt als eerste mens de Zuidpool.
    • De temperatuur op 16 december 2005 lag tussen 1,6 °C en 9,8 °C en was gemiddeld 6,2 °C. Er was 13,6 mm neerslag gedurende 9,5 uur. Er was 1,6 uur zonneschijn (21%). De gemiddelde windsnelheid was 3 Bft (matige wind) en kwam overheersend uit het west-noord-westen. Bron: KNMI
    • Koningin Beatrix (Huis van Oranje-Nassau) was van 30 april 1980 tot 30 april 2013 vorst van Nederland (ook wel Koninkrijk der Nederlanden genoemd)
    • Van dinsdag 27 mei 2003 tot vrijdag 7 juli 2006 was er in Nederland het kabinet Balkenende II met als eerste minister Mr.dr. J.P. Balkenende (CDA).
    • In het jaar 2005: Bron: Wikipedia
      • Nederland had zo'n 16,3 miljoen inwoners.
      • 6 april » In de Zoetermeerse gezinsmoord vermoordt een man zijn echtgenote en twee dochters.
      • 1 juni » De Nederlandse burgers stemmen met een grote meerderheid (61,6%) tegen het Verdrag tot vaststelling van een Grondwet voor Europa.
      • 4 juni » Het compleet verbouwde Nederlands Spoorwegmuseum heropent zijn deuren.
      • 7 juli » Aanslagen in Londen op het openbaar vervoer, waarbij 56 doden vallen.
      • 15 oktober » Er komt een nieuwe spelling van het Nederlands uit, middels een revisie van het Groene Boekje.
      • 2 december » In Europa wordt de nieuwe spelcomputer van Microsoft uitgebracht, de Xbox 360. Wegens beperkte voorraden en een grote vraag, kan niet elke potentiële koper worden voorzien van het apparaat.
    • De temperatuur op 21 december 2005 lag tussen 3,7 °C en 6,4 °C en was gemiddeld 5,3 °C. Er was 1,5 mm neerslag gedurende 4,1 uur. Het was vrijwel geheel bewolkt. De gemiddelde windsnelheid was 3 Bft (matige wind) en kwam overheersend uit het zuid-westen. Bron: KNMI
    • Koningin Beatrix (Huis van Oranje-Nassau) was van 30 april 1980 tot 30 april 2013 vorst van Nederland (ook wel Koninkrijk der Nederlanden genoemd)
    • Van dinsdag 27 mei 2003 tot vrijdag 7 juli 2006 was er in Nederland het kabinet Balkenende II met als eerste minister Mr.dr. J.P. Balkenende (CDA).
    • In het jaar 2005: Bron: Wikipedia
      • Nederland had zo'n 16,3 miljoen inwoners.
      • 16 mei » De hockeyheren van Amsterdam leggen voor de eerste keer beslag op de Europa Cup I.
      • 24 juli » Het Amerikaans voetbalelftal wint de achtste editie van de CONCACAF Gold Cup door in de finale Brazilië met 1-0 (golden goal) te verslaan.
      • 9 oktober » Zaligverklaring van Clemens August von Galen (1878-1946), Duits kardinaal-bisschop van Münster, in Rome
      • 31 oktober » Het United Nations Environment Programme (UNEP) publiceert een atlas met veranderingen van meren in Afrika als gevolg van klimaatverandering: het Tsjaadmeer is massief verkleind, de oevers van het Nakurameer in Kenia zijn ontbost en de oevers van het Victoriameer zijn sterk bevolkt gedurende de laatste tientallen jaren.
      • 15 december » Oprichting van de Amerikaanse voetbalclub Houston Dynamo.
      • 19 december » Officiële opening van Montevideo in Rotterdam.
    

    Dezelfde geboorte/sterftedag

    Bron: Wikipedia

    • 1908 » Otto Skorzeny, Oostenrijks SS-officier († 1975)
    • 1909 » Max Tailleur, Joods-Nederlands humorist († 1990)
    • 1910 » Antonio Poma, Italiaans kardinaal-aartsbisschop van Bologna († 1985)
    • 1913 » Lando van den Berg, Nederlands priester, beeldhouwer, glazenier, monumentaal kunstenaar, schilder en docent († 1969)
    • 1914 » Go Seigen, Chinees-Japans go-speler († 2014)
    • 1915 » David Rockefeller, Amerikaans bankier/magnaat († 2017)

    Bron: Wikipedia


    Over de familienaam Stok

    • Bekijk de informatie die Genealogie Online heeft over de familienaam Stok.
    • Bekijk de informatie die Open Archieven heeft over Stok.
    • Bekijk in het Wie (onder)zoekt wie? register wie de familienaam Stok (onder)zoekt.

    Wilt u bij het overnemen van gegevens uit deze stamboom alstublieft een verwijzing naar de herkomst opnemen:
    Peter J.R. Vermaat, "De geslachten Vermaat (van der Ma(e)the, Vermaet(h), Roodenburg Vermaat)", database, Genealogie Online (https://www.genealogieonline.nl/het-geslacht-vermaat/I3907.php : benaderd 28 maart 2024), "Cornelie Louise "Lily, Lietje" Stok (1911-2005)".