Louis VERDONER |
Heden, zes Juli negentienhonderd acht en dertig verschenen voor mij, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand van Amsterdam, ten einde een huwelijk aan te gaan:
Verdoner, Isaac, oud zeven en twintig jaren, kleermaker, geboren en wonende alhier, meerderjarige zoon van Verdoner, Meijer, oud vijftig jaren, kleermaker en van De Leeuwe, Saartje, oud acht en vijftig jaren, zonder beroep, beiden wonende te Amsterdam, en
Roodveldt, Sara, oud twee en twintig jaren, naaister, geboren en wonende alhier, meerderjarige dochter van Roodveldt, Salomon, overleden en van: Kokernoot, Judith, oud vijf en vijftig jaren, zonder beroep, wonende te Amsterdam.
De ouders van den bruidegom en de moeder der bruid, hierbij tegenwoordig, verklaarden mij hunne toestemming tot dit huwelijk te geven.
De afkondiging tot dit huwelijk is onverhinderd geschied, alhier.
Bruidegom en bruid verklaarden mij, elkander aan te nemen tot echtgenooten en getrouwelijk alle de plichten te zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat zijn verbonden.
Daarop heb ik, in naam der wet, verklaard, dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden.
Als getuigen waren tegenwoordig:
Kokernoot, Mozes, oom der bruid, koopman, oud drie en vijftig jaren en Verdoner, Louis, broeder van den bruidegom, koopman, oud zes en twintig jaren, beiden wonende te Amsterdam.
De moeders hvan bruidegom en bruid hebben deze akte, wegens onkunde, niet getekend.
Was getekend.