Peter (Peerke) van de Lisdonk maakte veel werk aan de opbouw van een politieke carriere in Goirle. Eerst deed hij een mislukte poging om burgemeester van Goirle te worden. Een jaar later moest hij genoegen nemen met een plaats in het gemeentebestuur als raadslid. Daarna werd hij in 1842 voor 6 jaar lid van het burgerlijk armbestuur, in 1841 assessor en in 1848 tweede ambtenaar van de burgerlijke stand. Bij de verkiezingen in 1851 wilde hij wethouder worden. Willem van Enschot kreeg echter aanzienlijk meer stemmen en werd wethouder. Peerke moest wachten tot 1863 toen hij gekozen werd als wethouder als opvolger van Nicolaas Philipsen. Op 15 april 1847 richtte Peerke samen met zijn broer Willibrordus van de Lisdonk, de vennootschap P.W. van de Lisdonk & Cie op die als doelstelling meekreeg: "het fabriceren van linnen en pellen en het handelen in linnen, pellen, manufakturen en kruidenierswaren". De beide broers waren dus een warm voorstander van het in die tijd zeer gebruikelijke systeem van "gedwongen winkelnering" Willibrordus van de Lisdonk overleed reeds op 20 maart 1848, nog geen jaar na de oprichting van de vennootschap. Peerke zou de vennootschap voortzetten met Adriana Maria Mijnaars, de weduwe van zijn broer Willibrordus van de Lisdonk, tot op 27 juni 1868 de vennootschap werd ontbonden. Het is niet onwaarschijnlijk dat een familieruzie de oorzaak was van de ontbinding van de vennootschap van Peerke met zijn schoonzuster. Kort na de ontbinding van de vennootschap tracht Peerke nog een vennootschap aan te gaan met zijn aangetrouwde neef Gerard van Besouw, die gehuwd was met een dochter van Adriana Maria Mijnaars. Van Besouw schreef toen aan een kennis dat hij er niet aangedacht heeft `om ene associatie te beginnen tussen mijn persoon en Van de Lisdonk, een boer met veel geld`. Na de dood van zijn eerste vrouw in 1845 hertrouwde Peerke in 1849 met de dienstmeid Antonia Maria van Gestel, van afkomst een boerendochter. Uit de beide huwelijken van Peerke werden geen kinderen geboren. Peerke overleefde ook zijn tweede vrouw die reeds in 1867 overleed, slechts 45 jaar oud. Haar nalatenschap bedroeg een waarde van 27.959,678 gulden waarbij een bedrag van 16.901,25 gulden de waarde van haar aandeel betrof in de bereide en onbereide linnen stoffen, garens, werktuigen, kantoorgereedschappen, winkelgoederen, koloniale waren, een rijtuig en gouden en zilveren sieraden. In totaal had het echtpaar een bedrag uitstaan van 10.752 gulden aan hypotheken en leningen. Toen Peerke op 83 jarige leeftijd stierf was hij nog steeds raadslid en wethouder. Peter van de Lisdonk was timmerman, winkelier, linnenfabrikant, gemeenteraadslid, wethouder, armmeester, lid van Gaudium Internus en lid van de Vincentiusvereniging.
Peter van de Lisdonk |
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.