Marigje Verkroost
Gerigje Verkroost
Jan de Zeeuw
Op 21 mei 1768 wordt er een opmerkelijke verklaring gedeponeerd bij notaris Van Rijp in Rotterdam. De verklaring wordt gedaan door Cornelia Nijg, 21 jaar en op dat moment dienstbode bij ene juffrouw Jacobi. Zij legt de verklaring af op verzoek van Nicolaes Ouwens, raed in de vroedschap en burgemeester van
Gorinchem. Dit laatste is opmerkelijk aangezien het er op lijkt dat de
verklaring nogal belastend is voor deze laatste. Het is dan ook nog niet
helemaal duidelijk wat de functie van de verklaring is.
De letterlijke tekst van de verklaring luidt als volgt:
Attestatie gegross
Op heden den 21en maij 1768 Compareerde voor mij Petrus Constantinus van Rijp, openbaar Notaris bij den Ed. Hove van Holland geadmitteerd, in Rotterdam residerende, en voor de nagenoemde getuijgen, Cornelia Nijg, oud een en twintig Jaren, althans wonende als dienstmeijd bij Juff.n Jacobi, wonende binnen deze stad. En verklaerde ter requisitie en verzoeke van den Wel Edele Gestrengen heer (in de marge: art. 60) en mr (?) Nicolaes Ouwens, Raed in den vroedschap, mitsgaders Regeerend Burgermeester te Gorinchem de waerheijd te zijn, dat zij getuyge sedert der maend Maij van den Jare 1766 tot den laatsten April van dezen Jare 1768 en zulx den tijd van twee agtereenvolgende Jaren als dienstmeijd bij den heer requirant heeft gewoont, dat Zij getuijge dan ook des Somers van de Jaren 1766 en 1767 is geweest op de buijteplaets van den heer requirant genaemt Vollenhove, gelegen bij Utrecht, dat op dezelve buijteplaats toen ter tijd als tuijnman was Dirk Viet. Dat denselve Dirk Viet aen haer getuijge zoo afzonderlijk als in tegenwoordigheid van de verdere domesticquen van den heer Requirant te meermalen heeft gezegt en verhaelt dat hij, heer requirant, het met de twee zusters Marigje en Gerigje Verkroost genaemt, toen ter tijd woonagtig op de voorz. buijtenplaats in het geweze tuijnmanshuys, en des winters het huys van den Requirant aldaer bewarende, gehouden had en 't alsnog met Gerigje Verkroost hield, dat zij beijde zijn hoeren waren en dat wel tien uuren in het rond, als er van haer gesproken wierd, zij niet anders wierden genoemd als de hoeren van Vollenhoven; dat Jan de Zeeuw, geweze dienstknegt bij den heer requirant, die over twee Jaren met voorn. Marigje Verkroost is getrouwt zulx nooijt zoude hebben gedaen, als hij niet geweten had, dat zijn handen niet gemaakt waren om te werken; dat den voorn. Dirk Viet verders aen haer getuijge te meermalen heeft gezegt en verhaelt, dat de voorn. Marigje en Gerigje Verkroost, eenige jaren geleden een kind, 't geen den heer requirant bij een van haer beijde had verwekt, te zamen na Amersfoort hadden gebragt, dat hij, Dirk Viet, eens 't secreet, 't welke Jaerlyx word geruijmt, ruijmende, daar uijt dingen had gehaalt, die nae stukken van een kind geleken en dat hij eens bij de voorn. Gerigje was gekomen om een paer koussen te laten stoppen, alstoen op de tafel had zien staen twee flessen wijn, en drie kelken, en dat den heer requirant was zittende in een Leuningstoel en dezelve Gerigje op zijn schoot, dat daer bij nog een derde persoon present was, 't Zij een van haer broeders of Jurrit de Bijeman of wel iemand anders.
Dat al verders den voorn. Dirk Viet aen haer getuijge te meermalen heeft gezegt
en verhaelt dat den heer Requirant de meloenen aen de voorn. Gerigje in zijn
Japon bragt, dat dezelve eens zwaar was, en dat den heer Requirant alstoen aen haer iets in een papier bragt, en tegens haer zeijde, Gerigje ik heb gehoort,
dat gij een rad in huijs hebt, die kunt gij daer mede verdrijven, maer dat zulx
was om het kind af te drijven, want dat zij Gerigje daer op zwaer gezugt had,
dat zij Gerigje, quasi om de passagie te zien, naest den heer requirant moeste
zitten, dat hij heer requirant alsdan geen broek aen had, omdat zij Gerigje hem
zoveel te beter onder zijn Japon zoude kunnen bevoelen, dat hij heer requirant
eens onder het hoesten bijna gestikt was, dat alstoen de meergen. Gerigje zoo
aengedaen en ontstelt daer over was, dat men daer uijt klaar konde zien dat Zij
het met den heer requirant hield.
Dat den voorn. Dirk Viet aen haer getuijge te meermalen heeft gezegt en
verhaeld, dat hij met de voorn. Gerigje wel al konde doen wat hij wilde, en
haer gebruijken, maer dat hij wel wijser was, en zig liever met een Kogel voor
de kop zoude laten schieten, want dat hij voor Vader zoude staan, en de heer
Requirant het kind gemaakt hebben.
Alles met zulke of diergelijke woorden in Zin en Substantie. Gevende zij
getuijge voor redenen van Wetenschap 't geene voorsz. is te hebben gehoort en
bijgewoont, en daer van nog goed geheugen te hebben, en voorts als in den
teijt. Bereijd zijnde deze nader met Eede te bevestigen, Aldus gedaen en
gepasseerd binnen Rotterdam, ter praesentie van Manta Meijndert van der Loeff en Carel Quirinus Pijll, als getuijgen.
Dit merk is gestelt bij de comp.te
verklarende niet te kunnen schrijven
Manta Meijndt van der Loeff Carel qs. Pijl
PC van Rijp, Nots
1768
Alles bij elkaar de moeite waard eens in Gorinchem te gaan onderzoeken of een
en ander past in een proces dat gevoerd is, en dat mogelijk tot veroordeling
heeft geleid. Onderzoek van de gerechtsarchieven in Gorinchem heeft vooralsnog niets opgeleverd. Opvallend is dat er juist in de periode rond 1768 in het geheel geen documenten rond criminele processen aanwezig zijn in het archief.
Nuttig is het verder na te gaan of er nog meer, soortgelijke verklaringen in
het archief van Rotterdam zijn. Zowel met betrekking tot de gezusters Verkroost
als met betrekking tot Nicolaes Ouwens heeft dat geen verdere vermeldingen
opgeleverd. Verder zou de buitenplaats Vollenhove betrekking kunnen hebben op Vollenhove tussen Zeist en De Bilt, waar Marigje van afkomstig is. Ook daar
zouden mogelijk aanwijzingen gevonden kunnen worden voor een en ander.
Het ontbreken van stukken in Gorinchem zou erop kunnen wijzen dat de zaak daar helemaal niet gespeeld heeft, maar natuurlijk ook dat de zaak, omdat het een vooraanstaand lid van de stad betrof, in de doofpot verdwenen is. Zonder
verdere informatie zijn daarover geen uitspraken te doen. Uit het archief van
Gorinchem blijkt in elk geval dat Marigje kennelijk niet veroordeeld is. In de
jaren na 1768 (en trouwens ook daarvoor) heeft zij in een "normaal" tempo 5
kinderen gekregen van Jan de Zeeuw, blijkens de doopvermeldingen. Zij is op
hoge leeftijd in Gorinchem gestorven. Bij enkele van die dopen treedt zus
Gerrigje als susceptor op.
Jan de Zeeuw | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1766 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Marigje Verkroost |
Hij is getrouwd met Marigje Verkroost.
Toestemming voor het huwelijk is 24 april 1766 verkregen te De Bilt.Bron 3
Zij zijn getrouwd op 15 mei 1766 te De Bilt, hij was toen 23 jaar oud.Bron 3Ook ondertrouw Gorinchem, 26-04-1766
Kind(eren):