Genealogie Van Melzen » Paulus van Melzen (1828-1853)

Persoonlijke gegevens Paulus van Melzen 


Gezin van Paulus van Melzen

Hij is getrouwd met Neeltje (Cornelia) de Wit.

Zij zijn getrouwd op 13 februari 1851 te Zeist 2, hij was toen 23 jaar oud.


Notities over Paulus van Melzen

De 'Parochiale Begraafplaats van den H. Joseph' aan de Utrechtseweg
(door Pierre Rhoen)
Inleiding
Ten tijde van de Bataafse Republiek kreeg de Rooms-katholieke Kerkhaar godsdienstvrijheid terug. Men kon de schuilkerken verlaten. Tussen1796 en 1840 werden ongeveer 150 nieuwe rooms-katholieke kerkengebouwd. Bij Koninklijk Besluit van 19 augustus 1842 werd alsbeschikking op de rekesten van katholieke inwoners van Zeisttoestemming verleend tot het oprichten van een noodkerk en hetbenoemen van een pastoor. Van 1580 tot 1842 had Zeist geenkatholieke kerk en behoorden de Zeister katholieken tot de statie Bunnik.Zij kerkten echter ook in Soesterberg (1837) en in Rijsenburg (1809). Toteerste pastoor na de Hervorming werd op 25 september 1842Franciscus Cohu benoemd. Op 9 februari 1843 werd de noodkerk in de2e Dorpsstraat door de aartspriester ingewijd en de nieuwe pastoorgeïnstalleerd.

Portret Franciscus Cohu
Aanleg van het kerkhof
Tot 1829 begroeven de Zeister katholieken hun doden meestal innaburige plaatsen. Na de aanleg van de algemene begraafplaats aan deBergweg bestelden de katholieken hun doden zowel in Zeist als in Bunnikter aarde. Tussen 1830 en 1837 werden er in Zeist zestig begraven en48 in Bunnik. De r.-k. begraafplaats in Bunnik was in 1823 zondertoestemming van de overheid aangelegd en was bestemd voor dekatholieke inwoners van Bunnik, Odijk en Zeist. In 1837 werd inSoesterberg een parochie opgericht met een eigen begraafplaats,waarvoor door de koning wel toestemming was verleend. Het aantaloverleden Zeister katholieken dat sindsdien in Bunnik of Soesterbergbegraven werd nam toe. In de periode 1838-1843 werden nog 'slechts'34 katholieken in Zeist begraven. Voor het buiten Zeist begraven wasmen aan het gemeentebestuur van Zeist tien gulden belastingverschuldigd. Voor het begraven van een overledene op de katholiekebegraafplaats in Bunnik, die geen ingezetene van de gemeente Bunnikwas, moest aan die gemeente acht gulden belasting worden betaald. Hetelders begraven op een katholieke begraafplaats was voor de Zeisterkatholieken, die merendeels tot de arbeidersklasse behoorden, een dureaangelegenheid.

Op 31 mei 1843 kocht pastoor Cohu en het kerkbestuur de kleinebuitenplaats Buitenzorg aan de Utrechtseweg om er een nieuwe kerk tebouwen. Het pas gebouwde herenhuis, later genummerd Utrechtseweg58, werd als pastorie in gebruik genomen. Architect Th. Molkenboer uitLeiden ontwierp de kerk. De uitvoering werd gegund aan de aannemer A.van Beek te Utrecht. De kerk werd in 1847 ingezegend door deaartspriester Hartman en toegewijd aan St. Joseph.

Bij Koninklijk Besluit van 27 oktober 1843, nummer 84, werd hetkerkbestuur gemachtigd tot het aanvaarden van de buitenplaatsBuitenzorg aan de Utrechtseweg. In het K.B. was bepaald: 'Om in hetgeval het kerkbestuur tot het aanleggen eener afzonderlijkebegraafplaats ten behoeve der R.C. gemeente mogt verlangen over tegaan, zich tot het plaatselijk bestuur te wenden, ten einde vooraf dedaartoe vereischte toestemming te erlangen.' In het rekest aan de koningwaarin de machtiging in verband met de aankoop werd aangevraagd,vroeg het kerkbestuur geen toestemming om een kerkhof te mogenaanleggen. In het rekest stond dat het aangekochte perceel ruimte boodtot aanleg van een kerkhof. Daarom werd in het K.B. over de aanleg vaneen kerkhof ook niets verder bepaald.

Op 15 januari 1853 vroeg het kerkbestuur aan het gemeentebestuur vanZeist toestemming om ten behoeve van de parochie een kerkhof aan teleggen achter de kerk. Daarbij werd verwezen naar het K.B. uit 1843 eneen ministeriele beschikking uit hetzelfde jaar. Aan het eind van de briefwordt gevraagd spoedig antwoord te geven 'als zijnde deze tijd voor denaanleg het best geschikt'.
Het verzoek werd behandeld in de vergadering van de gemeenteraad op9 februari 1853. Twee raadsleden zagen graag dat de GeneeskundigeCommissie om advies zou worden gevraagd. Het raadslid Liefrink wasvan mening dat de bepaling dat er niet binnen een afstand van 35 à 40meter van een begraafplaats mocht worden gebouwd, wederkerig was.Dat betekende volgens hem dat de aanleg van een begraafplaats in denabijheid van gebouwen die op die afstand staan, niet kon wordentoegestaan. De voorzitter merkte op dat de genoemde bezwaren nietgolden omdat de kerk niet in de kom van de gemeente lag. Hij begreepdat de aanleg voor de eigenaar van het ernaast gelegen perceel hoogstongelukkig was en financieel nadeel zou opleveren. Het was daaromnoodzakelijk dat aan de wettelijke eisen van grootte van het kerkhof, dediepte van de graven en de ommuring werd voldaan. Hetgemeentebestuur verleende onder die voorwaarden zijn toestemming.

Het kerkbestuur vroeg aan Gedeputeerde Staten ontheffing van debepaling dat het kerkhof ommuurd moest worden. Het bestuur beriepzich op de slechte financiële positie van de parochie.
Het gemeentebestuur schreef in zijn advies aan GS dat de parochie overeen kapitaal beschikte waaruit in 1843 de aankoop van het perceel ende bouw van de kerk en de pastorie was betaald en 'de onlangsgeplaatste fraaije predikstoel'. Het gemeentebestuur was van mening datde parochie niet onvermogend was als het de belangen van hetkerkgebouw en de kerkdiensten betrof ('als men de belangrijke uitgavenziet die voor hunne dienst aangewend worden'). Men adviseerde dan ookaan GS geen ontheffing te verlenen.

De eigenaren van de aangrenzende buitenplaatsen, G. van der Voort vande buitenplaats Nieuweroord en A. Vrolik van de buitenplaatsOud-Veldheim, dienden zoals te verwachten viel, bij GS eenbezwaarschrift in tegen de aanleg van het kerkhof.
In een advies op dit bezwaarschrift stelden burgemeester en wethoudersdat het niet te ontkennen viel dat de aanleg van het kerkhof voor Van derVoort onaangenaam was en bij verkoop van zijn bezittingen schade zoulijden. Het was een kwestie die in de gemeente veel opschudding hadveroorzaakt. Nogmaals werd benadrukt dat de verplichting tot hetbouwen van een muur gehandhaafd diende te blijven.

Het duurde lang voordat GS een besluit nam op het rekest van deparochie. Een ambtenaar van de provincie kwam om het terrein teverkennen, maar men hoorde wekenlang niets. Pastoor Cohu schreefopnieuw. Geen antwoord. Op advies van refendaris Lux en aartspriesterHartman besloot de pastoor om de eerste dode in zijn parochie op hetnieuwe kerkhof te begraven, onverschillig hoe het met die muur afliep.
De eerste parochiaan die overleed was Paulus van Melzen. De 25-jarigesmidsknecht overleed op 13 juni 1853. Op zondag (!) 19 juni 1853werd hij begraven. Pastoor Cohu noteerde over deze gebeurtenis: 'Op 19Junij was het gebeurd en de pastoor werd door een dienaar van depolicie A. v.d. Veer, van wegens den burgemeester gevraagd of hij depermissie had dit te mogen doen, waarop de pastoor antwoordde, dathij zulks van het gemeentebestuur had. Den 23 Junij werd de pastoor bijden burgemeester ontboden en weder ondervraagd.' Ergvriendschappelijk schijnt dit onderhoud niet te zijn geweest, wantletterlijk schrijft de pastoor: 'Dat de burgemeester daarop in drift zeide:"Welnu, gij zult nu in het geheel niet meer mogen begraven op diebegraafplaats."' Naast het gesprek dat de burgemeester met de pastoorvoerde, stuurde burgemeester en wethouders op 23 juni ook een briefaan de pastoor, waarin zij het over een onwettige daad hebben. Depastoor noteerde in het door hem bijgehouden: "Status MortuorumStationis Zeyst": 'Nota: dit lijk was op een onbestemde klasse begravenvóór dat de begraafplaats was aangelegd, waarop door de regeringverboden werd verder te begraven, tot dezelve met eenen steenen muuromringd was.' In haar beschikking van 29 juni 1853 wees GS debezwaren van Van der Voort en Vrolik af. Tekenend voor de situatie isdat toen Vrolik in 1858 zijn buitenplaats Oud-Veldheim verkocht, hij aande notaris die met de verkoop was belast schreef: 'De vermelding naastde RK is voor vele protestanten, ook in verband met het bewustekerkhof, geen recommendatie, daarom wensch ik die weg te laten.'

Op 29 juni 1853 nam GS ook een beslissing op het rekest van hetkerkbestuur om geen muur te hoeven te plaatsen. Het verzoek van hetkerkbestuur werd afgewezen en bepaald werd dat van het kerkhof geengebruik mocht worden gemaakt voordat deze door een twee meter hogemuur was omringd.
De minister van Binnenlandse Zaken wees in zijn beschikking van 27augustus 1853 een aan hem gericht verzoek tot ontheffing eveneens af.

Op 17 juni 1855 berichtte het kerkbestuur aan de aartsbisschop vanUtrecht dat de bouw van de muur 1600 gulden zou kosten. Dat was eenaanzienlijke som. Volgens de huidige valuta zou dit 11.647,02 euroofwel 25.666,66 gulden zijn. Een groot deel van dit bedrag was albijeengebracht. De aartsbisschop gaf daarop zijn toestemming. Op 8oktober 1855 meldde pastoor Cohu aan het gemeentebestuur dat destenen muur klaar was. De vergunning van het gemeentebestuur om hetkerkhof in gebruik te nemen is van 11 oktober 1855: 'zoodat thans debegraving aldaar kan plaats hebben'. Daarmee kwam een einde aan eenlang lopende kwestie.
Erg solide schijnt de muur niet te zijn geweest. Tijdens de winter dreigdehij om te vallen. Architect Van Vogelpoel uit trecht wist die ramp tevoorkomen en de nodige restauratie aan te brengen, zodat de muur hethield.
De inzegening door pastoor Cohu vond op 12 oktober 1856 plaats.
De inrichting
Het in 1843 gekochte 'Buitenzorg' had een oppervlakte van 6300vierkante meter. Het kerkgebouw (1847) en de pastorie hadden eengezamenlijke oppervlakte van 620 vierkante meter. Het gedeelte van detuin gelegen achter het kerkgebouw werd in 1853 bestemd tot kerkhof.De scheiding tussen de pastorietuin en het kerkhof liep vanaf derechterhoek van de achtergevel van het kerkgebouw tot aan het volgendeperceel. Het kerkhof had een lengte van 56 meter. De breedte bedroegaan de zuidzijde 26 meter en aan de kant van het kerkgebouw 24meter. Daarmee had het kerkhof een oppervlakte van 1400 vierkantemeter.

De muren waarover in de jaren 1853-1855 zoveel te doen was, zijn inde loop der jaren grotendeels verdwenen. Alleen de muur aan dezuidzijde staat er nog. De muur aan de westzijde is in 1949 afgebroken.Wanneer de muur aan de oostzijde verdwenen is, is niet bekend. Hetkerkhof werd aan de zuidzijde afgesloten door het kerkgebouw. Hetkerkgebouw werd in 1888 aan de achterzijde uitgebreid en debenodigde grond werd afgenomen van het kerkhof.
Het ingangshek bevond zich aan de zuidzijde links van het kerkgebouwen was bereikbaar via een toegangsweg vanaf de Utrechtseweg.

Het huidige lanenpatroon geeft niet de historische indeling weer. Eenplattegrond van omstreeks 1855 is niet bekend. Pastoor Cohu hield inhet "Status Mortuorum Stationis Zeyst" aantekening in welke klasse, rij engraf de lijken werden begraven en bij kinderen vermeldde hij bovendien'kinderzijde'. Daarmee vormt dit register een belangrijke bron voor eenreconstructie van de plattegrond. De indeling had naar alle waarschijnlijkde vorm van een Latijns kruis. De rechtlijnige aanleg met kruisendepaden komt veel voor bij katholieke begraafplaatsen. Door de kruisvormwerd het kerkhof in vier vakken verdeeld. Dit komt overeen met de vierklassen waarin begraven werd. Het middenpad liep vanaf hetkerkgebouw naar het priestergraf dat gelegen was en nog is voor demuur aan de zuidzijde. Aangenomen mag worden dat klasse 1 het vak iswaar zich de monumentale graftombe van L.F. de Bruyn bevindt enklasse 2 het vak aan de overkant van het middenpad, links voor hetpriestergraf. De twee overige vakken dichter bij het kerkgebouw gelegenwaren daarmee bestemd voor de klassen 3 en 4. Hier lagen dehuurgraven en de graven voor de minvermogenden.
Elk vak was in rijen verdeeld, die haaks op het middenpad stonden. Elkeklasse had een kinderzijde. Van oudsher werden kinderen aan de randvan een kerkhof begraven. De kindergraven lagen hier aan de buitensterand van het vak in de lengterichting van het kerkhof.
Zowel in klasse 2, 3 als 4 werden in elk graf drie lijken begraven. Inenkele kindergraven zelfs vier. Er was ook een ongewijd gedeelte voorhet begraven van ongedoopten; meestal levenloos geboren of vlak na degeboorte overleden kinderen. Een dergelijk vak lag achter een haag en ineen uithoek van het kerkhof. Tussen 27 oktober 1856 en 20 juni 1858werden er 64 lijken ter aarde besteld.
Klasse
Aantal lijken
1
---
2
6
2 kinderzijde
1
3
20
3 kinderzijde
22
4
5
4 kinderzijde
3
Ongewijd gedeelte
7
Het totale aantal bedroeg 65. Van Melzen die in 1853 illegaal begravenwerd, werd na 2 december 1857 en voor 26 januari 1858 herbegravenin klasse 4, rij 1, graf 2.
Op 3 juli 1858 overleed pastoor Cohu en zijn opvolger was niet zopunctueel in het noteren van gegevens als Cohu.

Het kerkhof was niet berekend op het aantal doden dat er in de loop vande volgende honderd jaar er begraven werd. De toestand werd zeerwanordelijk. Zoals blijkt uit het feit dat in 1975 een zestal eigengraventussen de huurgraven in lag. Eind jaren vijftig van de vorige eeuw zijn omstructuur aan te brengen, paden aangelegd en die werden als het zo uitkwam over graven heen gelegd. Bij het onderzoek voor dit artikel is mijgebleken dat het kerkhof na de afbraak in 1949 van de muur aan dewestzijde illegaal is uitgebreid met een gedeelte van de pastorietuin. Inhet archief van de gemeente Zeist heb ik geen stukken aangetroffenwaarbij toestemming werd verleend tot ingebruikname van dit stukgrond. Op de plaats waar de muur had gestaan zou een haag geplantworden en het terrein naast het kerkhof gelegen zou worden beplant,aldus de informatie van pastoor Overmaat uit 1949. In 1951 werd doorhet kerkbestuur nog verklaard dat maar tot aan de haag mocht wordenbegraven en dat het van de pastorietuin afgenomen gedeelte werdgebruikt als knekelvak. In de jaren daarna heeft men dit gedeelte ingebruik genomen als kerkhof zonder dat daartegen door iemandbezwaar werd gemaakt.
Sluiting van het kerkhof
Vanaf 1960 werd met het gemeentebestuur gesproken over de aanlegvan een r.k. gedeelte op de Nieuwe Algemene Begraafplaats aan deWoudenbergseweg. Al in 1954 had het bestuur van de St.Joseph-parochie deze zaak aangekaart bij de gemeente. De verwachtingwas dat het kerkhof aan de Utrechtseweg binnen enkele jaren vol zouzijn. Het katholieke raadslid Voskens merkte in 1963 tijdens eenraadsvergadering op dat de situatie aan de Utrechtseweg onhoudbaarwas. In overleg met de besturen van de drie Zeister parochies werd eenplan opgemaakt, dat door de gemeenteraad op 2 mei 1966 werdaangenomen. Op 7 juni 1967 meldde de directeur van OpenbareWerken aan burgemeester en wethouders dat het r.k. gedeelte'begraafklaar' was. In 1974 droeg het kerkbestuur van de St.Joseph-parochie de eigendom van het kerkhof aan de Utrechtseweg overaan het kerkbestuur van de parochie van de H. Familie, die in 1950 wasopgericht. De notariële akte spreekt over 'kerkhof en nevengelegen openstrook grond, lijkenhuisje en toegangsweg naar het kerkhof groot 24aren en 75 centiaren'.
Het kerkbestuur van de parochie van de H. Familie besloot op 11 juni1975 een gedeelte van het kerkhof te sluiten en wel het gedeelteliggende op circa 33 strekkende meter uit de achterzijde van hetkerkgebouw. Het resterende gedeelte werd gesloten verklaard op 29november 1976. Op het in 1975 gesloten gedeelte lagen de huurgravenen op het in 1976 gesloten gedeelte de eigen graven. De scheiding wordtanno 2005 nog gemarkeerd door een haag.
Het doodgraverhuisje werd in 1978 gesloopt.
Het kerkgebouw en het kerkhof werden in 1980 verkocht aan eenprojectontwikkelaar, waarna het kerkgebouw in 1981 gesloopt werd. In1996 werd het terrein aangekocht door de Triodos Bank NV. Deparochie van de H. Familie bleef tot 1999 verantwoordelijk voor hetonderhoud van het kerkhof. Een taak die door parochianen als vrijwilligerwerd uitgevoerd.
De Triodos Bank is bezig een toekomstvisie te ontwikkelen voor hetkerkhof. De gemeentelijke monumentencommissie werd in haarvergadering op 8 oktober 2003 geïnformeerd. Het plan - dat veel onrustteweeg bracht - is nog niet voldoende uitgekristalliseerd om hier nu ietsover te schrijven.
Aanwijzing als gemeentelijk en rijksmonument
Het kerkhof werd bij raadsbesluit van 7 december 1987 aangewezen alsgemeentelijk monument. De redengevende beschrijving luidt: 'Debegraafplaats is een van de twee typische negentiende-eeuwsekerkhoven in Zeist, die is aangelegd volgens een eenvoudig rechtlanenpatroon, met een aantal karakteristieke graven, met name demonumentale graftombe voor Leonardus Franciscus de Bruin, overledenop 23 april 1861, met een half afgeschoven kleed.' en als rijksmonumentbij beschikking van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur enWetenschappen van 4 juni 1999 met als redengevende beschrijving: 'Hetop de voormalige rooms-katholieke begraafplaats gelegengrafmonument van L.F. de Bruyn uit 1861 is van cultuurhistorischewaarde alsmede van architectuurhistorische waarde vanwege de weinigvoorkomende en fraai vormgegeven sarcofaagvorm met half afgeschovenstenen kleed en neo-classicistische decoraties.'

Monumentale graftombe
Behalve het monumentale graf van L.F. de Bruijn is het priestergraf meteen meer dan manshoog kruis met daarop een levensgroot corpusopvallend. Hierin liggen vijf priesters begraven, te weten:
• F. Cohu, pastoor van de St. Josephparochie van 1842 tot 1858;
• W. Jansen, pastoor van de St. Josephparochie van 1891 tot 1907;
• G. Reinders, pastoor van de St. Josephparochie van 1907 tot 1933;
• Mgr. Dr. J. Stolte (1881-1951), Huisprelaat, en
• K.G.Th. Meurs, pastoor van de parochie van de H. Familie J.M.J. van1951 tot 1953.
Voor katholiek Zeist een belangrijk funerair monument.
Bronnen
• Archief der gemeente Zeist, 1599-1905, inv.nrs. 103, 164, 174 en176; Gemeentearchief Zeist
• Idem, 1946-1975, ds.nrs. 4651 en 9884; Gemeentearchief Zeist
• Idem, 1976-1985, ds.nr. 13155 (oud)/gem.3123/1125 (nieuw);gemeente Zeist, afdeling DIV
• Archief van de dienst Gemeentewerken / Openbare Werken, ds.nr.660 en 1905; Gemeentearchief Zeist
• "Status Mortuorum Stationis Zeyst"; afschrift; Gemeentearchief Zeist
• W. van der Plas, 'De nieuwe Statie in moeilijkheden.' Utrechts KatholiekDagblad, 17 december 1949
• R.P.M. Rhoen, 'De oude begraafplaats aan de Bergweg.' Seijst. Nr. 3(1993) p. 49-58
• R.P.M. Rhoen, 'De buitenplaats Oud-Veldheim in Zeist.' Oud-Utrecht.Nr. 1 (1999) p. 8 -11 en 14-18
• R.P.M. Rhoen, 'Zeist een zelfstandige r.-k. parochie (1842)'; in:Parochie van de Heilige Familie Jesus, Maria en Jozef te Zeist: Eenbloemlezing over 51 jaar, p. 10, Zeist 2001 (i.s.m. V.A.M. van der Burg)
© tekst + portret Cohu Pierre Rhoen, Zeist 2005
© overige foto's René ten Dam, IJsselstein

Zeist wilde ook een eigen kerkhof. Pastoor Cohu wist dat tot stand te brengen. Op 9februari 1853 wordt verlof verleend tot het aanleggen van een bijzondere begraaf-plaats achter de rooms-katholieke kerk aan de Utrechtse- weg met de opdrachtdaaromheen 'eenen steenen muur' aan te leggen, dan wel daarvan dispensatie tevragen aan gedeputeerde staten van Utrecht. Daarop vooruitlopend wordt 16 juni1853 Paulus van Melzen begraven. Gedeputeerde staten van Utrecht weigeren 8 juli1853 de gevraagde ontheffing. De rooms-katholieken van Zeist zijn boos enteleurgesteld. Om de Oude Begraafplaats aan de Bergweg ligt toch ook geen muur,maar slechts een greppel met een haag. De requesten aan koning Willem III en deminister van Binnenlandse Zaken hielpen niet. 17 juni 1855 bericht het kerkbestuuraan de aartsbisschop van Utrecht, monseigneur J. Zwijsen, dat de kosten van de muurbegroot worden op ƒ 1.600,= en dat daarvan reeds ƒ 1.200,= bijeengebracht is. Deaartsbisschop van Utrecht verleent daarop toestemming tot de bouw en in 1855 mager officieël begraven worden2.

Zeist heeft laat een eigen rooms-katholiek kerkhof gekregen. Bunnik had er dertigjaar eerder één. Soesterberg tegelijk met de oprichting van de statie in 1837.Rijsenburg in 18083. Op 4 november 1855 werden in de vergadering van het"Parochiaal Kerkbestuur te Zeijst de tarieven der Begraafnis-Regten op hetRoomsch-Katholiek Kerkhof te Zeijst" vastgesteld overeenkomstig drie rangen,welke later klassen zouden gaan heten. Men had ook exact uitgerekend bij een lengtevan de begraafplaats van 46 Nederlandse Ellen en een breedte van 20 Ellen en hetbegraven in drie lagen, dat met een gemiddelde van 20 lijken per jaar er gedurende 48jaar 960 kisten begraven konden worden4.

Heeft u aanvullingen, correcties of vragen met betrekking tot Paulus van Melzen?
De auteur van deze publicatie hoort het graag van u!


Tijdbalk Paulus van Melzen

  Deze functionaliteit is alleen beschikbaar voor browsers met Javascript ondersteuning.
Klik op de namen voor meer informatie. Gebruikte symbolen: grootouders grootouders   ouders ouders   broers-zussen broers/zussen   kinderen kinderen

Voorouders (en nakomelingen) van Paulus van Melzen


Via Snelzoeken kunt u zoeken op naam, voornaam gevolgd door een achternaam. U typt enkele letters in (minimaal 3) en direct verschijnt er een lijst met persoonsnamen binnen deze publicatie. Hoe meer letters u intypt hoe specifieker de resultaten. Klik op een persoonsnaam om naar de pagina van die persoon te gaan.

  • Of u kleine letters of hoofdletters intypt maak niet uit.
  • Wanneer u niet zeker bent over de voornaam of exacte schrijfwijze dan kunt u een sterretje (*) gebruiken. Voorbeeld: "*ornelis de b*r" vindt zowel "cornelis de boer" als "kornelis de buur".
  • Het is niet mogelijk om tekens anders dan het alfabet in te voeren (dus ook geen diacritische tekens als ö en é).

Verwantschap Paulus van Melzen



Visualiseer een andere verwantschap

De getoonde gegevens hebben geen bronnen.

Historische gebeurtenissen

  • De temperatuur op 10 februari 1828 lag rond de -2 °C. De wind kwam overheersend uit het oost-noord-oosten. Typering van het weer: half bewolkt. Bron: KNMI
  • De Republiek der Verenigde Nederlanden werd in 1794-1795 door de Fransen veroverd onder leiding van bevelhebber Charles Pichegru (geholpen door de Nederlander Herman Willem Daendels); de verovering werd vergemakkelijkt door het dichtvriezen van de Waterlinie; Willem V moest op 18 januari 1795 uitwijken naar Engeland (en van daaruit in 1801 naar Duitsland); de patriotten namen de macht over van de aristocratische regenten en proclameerden de Bataafsche Republiek; op 16 mei 1795 werd het Haags Verdrag gesloten, waarmee ons land een vazalstaat werd van Frankrijk; in 3.1796 kwam er een Nationale Vergadering; in 1798 pleegde Daendels een staatsgreep, die de unitarissen aan de macht bracht; er kwam een nieuwe grondwet, die een Vertegenwoordigend Lichaam (met een Eerste en Tweede Kamer) instelde en als regering een Directoire; in 1799 sloeg Daendels bij Castricum een Brits-Russische invasie af; in 1801 kwam er een nieuwe grondwet; bij de Vrede van Amiens (1802) kreeg ons land van Engeland zijn koloniën terug (behalve Ceylon); na de grondwetswijziging van 1805 kwam er een raadpensionaris als eenhoofdig gezag, namelijk Rutger Jan Schimmelpenninck (van 31 oktober 1761 tot 25 maart 1825).
  • In het jaar 1828: Bron: Wikipedia
    • 5 januari » De eerste editie van het Algemeen Handelsblad komt in Amsterdam van de persen.
    • 14 april » Eerste editie van Noah Websters woordenboek.
    • 22 mei » In Zeeland wordt begonnen met geregelde veerdiensten.
    • 26 mei » De mysterieuze Kaspar Hauser duikt op in Neurenberg.
    • 11 augustus » Ranavalona I wordt koningin van het Koninkrijk Madagaskar.
  • De temperatuur op 13 februari 1851 lag rond de 3,5 °C. Er was 0.3 mm neerslag. De luchtdruk bedroeg 76 cm kwik. De relatieve luchtvochtigheid was 95%. Bron: KNMI
  • De Republiek der Verenigde Nederlanden werd in 1794-1795 door de Fransen veroverd onder leiding van bevelhebber Charles Pichegru (geholpen door de Nederlander Herman Willem Daendels); de verovering werd vergemakkelijkt door het dichtvriezen van de Waterlinie; Willem V moest op 18 januari 1795 uitwijken naar Engeland (en van daaruit in 1801 naar Duitsland); de patriotten namen de macht over van de aristocratische regenten en proclameerden de Bataafsche Republiek; op 16 mei 1795 werd het Haags Verdrag gesloten, waarmee ons land een vazalstaat werd van Frankrijk; in 3.1796 kwam er een Nationale Vergadering; in 1798 pleegde Daendels een staatsgreep, die de unitarissen aan de macht bracht; er kwam een nieuwe grondwet, die een Vertegenwoordigend Lichaam (met een Eerste en Tweede Kamer) instelde en als regering een Directoire; in 1799 sloeg Daendels bij Castricum een Brits-Russische invasie af; in 1801 kwam er een nieuwe grondwet; bij de Vrede van Amiens (1802) kreeg ons land van Engeland zijn koloniën terug (behalve Ceylon); na de grondwetswijziging van 1805 kwam er een raadpensionaris als eenhoofdig gezag, namelijk Rutger Jan Schimmelpenninck (van 31 oktober 1761 tot 25 maart 1825).
  • Van 1 november 1849 tot 19 april 1853 was er in Nederland het kabinet Thorbecke I met als eerste minister Mr. J.R. Thorbecke (liberaal).
  • In het jaar 1851: Bron: Wikipedia
    • Nederland had zo'n 3,3 miljoen inwoners.
    • 23 februari » België - Oprichting van het Willemsfonds, genoemd naar de schrijver Jan Frans Willems, ter ondersteuning van de Vlaamse taal en literatuur.
    • 26 maart » In het Panthéon in Parijs demonstreert de Franse wetenschapper Léon Foucault met een slinger van 67 meter dat de aarde draait.
    • 15 mei » Kroning van Rama IV of Mongkut tot koning van Siam.
    • 22 augustus » In Australië wordt goud ontdekt.
    • 18 september » Eerste publicatie van de New York Times.
    • 2 december » Staatsgreep in Frankrijk door president Lodewijk Napoleon Bonaparte.
  • De temperatuur op 15 juni 1853 lag rond de 21,6 °C. De relatieve luchtvochtigheid was 60%. Bron: KNMI
  • De Republiek der Verenigde Nederlanden werd in 1794-1795 door de Fransen veroverd onder leiding van bevelhebber Charles Pichegru (geholpen door de Nederlander Herman Willem Daendels); de verovering werd vergemakkelijkt door het dichtvriezen van de Waterlinie; Willem V moest op 18 januari 1795 uitwijken naar Engeland (en van daaruit in 1801 naar Duitsland); de patriotten namen de macht over van de aristocratische regenten en proclameerden de Bataafsche Republiek; op 16 mei 1795 werd het Haags Verdrag gesloten, waarmee ons land een vazalstaat werd van Frankrijk; in 3.1796 kwam er een Nationale Vergadering; in 1798 pleegde Daendels een staatsgreep, die de unitarissen aan de macht bracht; er kwam een nieuwe grondwet, die een Vertegenwoordigend Lichaam (met een Eerste en Tweede Kamer) instelde en als regering een Directoire; in 1799 sloeg Daendels bij Castricum een Brits-Russische invasie af; in 1801 kwam er een nieuwe grondwet; bij de Vrede van Amiens (1802) kreeg ons land van Engeland zijn koloniën terug (behalve Ceylon); na de grondwetswijziging van 1805 kwam er een raadpensionaris als eenhoofdig gezag, namelijk Rutger Jan Schimmelpenninck (van 31 oktober 1761 tot 25 maart 1825).
  • Van 1 november 1849 tot 19 april 1853 was er in Nederland het kabinet Thorbecke I met als eerste minister Mr. J.R. Thorbecke (liberaal).
  • Van 19 april 1853 tot 1 juli 1856 was er in Nederland het kabinet Van Hall - Donker Curtius met als eerste ministers Mr. F.A. baron Van Hall (conservatief-liberaal) en Mr. D. Donker Curtius (conservatief-liberaal).
  • In het jaar 1853: Bron: Wikipedia
    • Nederland had zo'n 3,3 miljoen inwoners.
    • 19 januari » Giuseppe Verdi's opera Il Trovatore beleeft zijn première in Rome.
    • 4 maart » Franklin Pierce wordt beëdigd als 14e president van de Verenigde Staten
    • 4 maart » Herstel van de bisschoppelijke hiërarchie in Nederland door heroprichting van het aartsbisdom Utrecht, het bisdom 's-Hertogenbosch, het bisdom Haarlem en het bisdom Roermond.
    • 18 april » Het Ministerie-Thorbecke I dient zijn ontslag in aan Willem III na een buitenparlementaire petitie van ongeveer 50.000 handtekeningen van de zogenaamde Aprilbeweging, die openlijk wordt gesteund door de koning, tegen het herstel van de bisschoppelijke hiërarchie in Nederland.
    • 23 oktober » Spoorwegstation Valkenburg wordt in Nederland in gebruik genomen.
    • 30 december » Gadsdenaankoop: De Verenigde Staten kopen voor 10 miljoen dollar grondgebied van Mexico.


Dezelfde geboorte/sterftedag

Bron: Wikipedia

Bron: Wikipedia


Over de familienaam Melzen

  • Bekijk de informatie die Genealogie Online heeft over de familienaam Melzen.
  • Bekijk de informatie die Open Archieven heeft over Melzen.
  • Bekijk in het Wie (onder)zoekt wie? register wie de familienaam Melzen (onder)zoekt.

Wilt u bij het overnemen van gegevens uit deze stamboom alstublieft een verwijzing naar de herkomst opnemen:
Anton van Melzen, "Genealogie Van Melzen", database, Genealogie Online (https://www.genealogieonline.nl/genealogie-van-melzen/I82917.php : benaderd 25 april 2024), "Paulus van Melzen (1828-1853)".