Hij is getrouwd met Geertruida Ketelaar.
Zij zijn getrouwd op 7 augustus 1873 te Rotterdam , hij was toen 35 jaar oud.
Kind(eren):
Lid Tweede Kamer der Staten-Generaal; lid Provinciale Staten, Groningen.
In 1847 erfde de nog maar 9 jaar oude Abraham Johan de Fraeylemaborg in Slochteren van zijn oudtante Hermanna Louisa Christina de Sandra Veldtman, dochter van Hendrik de Sandra Veldtman.
Tante Louise was 2 keer getrouwd geweest, maar uit beide huwelijken werden geen kinderen geboren. Daarom werd Abraham Johan (een kleinzoon van haar halfbroer Abraham Johan van der Hoop [1775-1826]) als erfgenaam aangewezen.
De jonge Abraham Johan wist van niets, tot hij tijdens een reisje met de trekschuit van Groningen naar Slochteren toevallig iemand hoorde zeggen, dat hij de erfgenaam was.
Tante Louises tweede man, Wiardus Hora Siccama, had nog wel het vruchtgebruik van de borg, tot ook hij stierf in 1867.
Na de dood van Wiardus Hora Siccama in 1867 ging het landgoed Fraeylemaborg over op de toen 29-jarige Mr. Abraham Johan (Jan) Thomassen à Thuessink van der Hoop. Hij voegde toen van Slochteren aan zijn naam toe.
Abraham Johan was toen nog ongetrouwd, maar zijn zeven zusters deden bij toerbeurt voor hem de huishouding in de borg. Dit duurde een aantal jaren, totdat hij de jonge Geertruida (Truus) Ketelaar [1846-1925] een aanzoek deed. Ze trouwden op 7 augustus 1873 in Rotterdam, waarna voor de jonge borgvrouwe een heel nieuw leven begon.
Terugkomend van de huwelijksreis in de Harz, reed het paar in de barouchet vanaf de stad Groningen door de Woldstreek en genoot van de fraaie omgeving. Na de stoere kerk van Slochteren met zijn vrijstaande toren was het park van de Fraeylemaborg met zijn langgerekte vorm al van ver zichtbaar.
Bij de Fraeylemaborg aangekomen stond de hele dorpsbevolking klaar voor een feestelijk onthaal. Natuurlijk waren de pachters van de borgheer present om het jonge paar te ontvangen. Vijf boerderijen bezat Abraham Johan, waarvan hij vier verpachtte en eentje zelf als proefboerderij beheerde. Eén van zijn pachters aan het nabijgelegen Padje stond vooraan. Het was boer Hartenhof, een man met wie de borgheer een bijzondere interesse deelde. Steeds op zoek naar oude stenen, gebogen naar de grond, was hij een karakteristieke figuur in de omgeving. Hartenhof diepte uit zijn broekzak een vuurstenen bijl op en gaf deze cadeau aan het jonge bruidspaar.
Een ander bewoner van het Padje, boer Geertsema, was ook bij het welkom aanwezig. Met hem deelde de jonge borgheer een andere passie: de tuinarchitectuur. Samen hadden ze hele discussies gehad over de Engelse landschapsstijl en over de verschillende aspecten daarvan in hun eigen tuin en park. De slingertuin van de Geertsemaheerd was weliswaar veel kleiner dan het Fraeylemapark, maar een juweel op zich.
Abraham Johan Thomassen à Thuessink van der Hoop van Slochteren | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1873 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Geertruida Ketelaar |
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.