door Bonefacius, aartsbisschop van Mayence (Mainz)
(1) Hij had een relatie met Chimiltrudis van Amautru.Bron 2
Kind(eren):
Gebeurtenis (unmarried) rond 768.
Het echtpaar is op voor erstoten gescheiden.
(2) Hij is getrouwd met Desiderata der Longobarden.Bron 3
Zij zijn getrouwd in het jaar 769, hij was toen 20 jaar oud.
Het echtpaar is op rond _770_(verstoten) gescheiden.
(3) Hij is getrouwd met Houdiard van Vinzgouw.Bron 4
Zij zijn getrouwd voor 30 april 771.
Kind(eren):
Kind(eren):
Gebeurtenis (unmarried) rond 783.
(5) Hij is getrouwd met Fastrée van Franconië.Bron 5
Zij zijn getrouwd oktober 783 te Worm, hij was toen 35 jaar oud.
Kind(eren):
(6) Hij is getrouwd met Liutgardis van de Elzas.Bron 6
Zij zijn getrouwd rond 795.
(7) Hij heeft/had een relatie met Mathalgarde ?.Bron 7
Kind(eren):
Gebeurtenis (unmarried).
(8) Hij heeft/had een relatie met Gerswindis van Saksen.Bron 8
Kind(eren):
Gebeurtenis (unmarried).
(9) Hij had een relatie met Régine ??.Bron 9
Kind(eren):
Gebeurtenis (unmarried).
(10) Hij had een relatie met Adelindis ?.Bron 10
Kind(eren):
Gebeurtenis (unmarried) in het jaar 806.
Karel de Grote, geb. bij Aix-la-Chapelle 2.4.748, gedoopt door Bonefacius aartsbisschop van Mayence;
'''Eerdere bronnen gaven 742 als geboortejaar hetgeen hem een bastaard maakte, er is afdoende aangetoond dat Karel een zoon was uit het huwelijk van zijn ouders en het jaar 748 wordt thans als juist ervaren en ook in de “Préhistoire des Capétiens” opgegeven. '''
-Karel en zijn broer Carloman volgen hun vader Pippijn samen op, waarbij Karel in hoofdzaak Neustrië, Bourgondië en de Provence, en Carloman in hoofdzaak Austrasië krijgen;
- beiden worden gezalfd op 9.10.768, Karel te Noviomagus (Noyon) en Carloman te Soissons;
- na de dood van Carloman in 771 en onder het passeren van diens minderjarige zonen, wordt Karel de enige koning der Franken;
- hij wordt dan wederom gezalfd als zodanig te Corbeny;
- na een geslaagde veldtocht tegen zijn ex-schoonvader de koning der Longobarden, volgt in 774 zijn proclamatie tot koning der Longobarden;
- Karel was reeds met zijn vader Pippijn gezalfd tot koning, Saint-Dénis 28.7.754, en tevens door paus Stephanus II verheven tot ‘patricius Romanorum’, maar deze titel voert hij pas na zijn overwinning op de Longobarden;
- door paus Leo III tot keizer gekroond, Rome 25.12.800;
- laat dan zijn ‘patricius’-titel vallen; zijn uiteindelijke titulatuur wordt: ‘Karolus serenissimus augustus a Deo coronatus magnus et pacificus imperator Romanum gubernans imperium et per misericordiam Dei rex Francorum et Longobardorum’;
- zijn (westers) keizerschap wordt in 812 door de Oostromeinse ‘basileus’ Michael I Rhangabe erkend;
- overl. Aken 28.1.814, begr. ald. (Dom).
Hij had 4 echtgenotes en 6 concubines
De titel die Karel de Grote aannam bij de keizerkroning in 800, luidde: '''Karolus serenissimus augustus a Deo coronatus magnus et pacificus imperator Romanum gubernans imperium qui et per misericordiam Dei rex Francorum et Langobardorum''' ( ‘Karel de allergenadigste, verhevene, door God gekroonde grote en vredebrengende Keizer, die het Romeinse Rijk regeert en die ook door Gods erbarmen koning van de Franken en Langobarden is’).
'''Karel de Grote gezien door een tijdgenoot'''
Omstreeks het jaar 830 schreef de Karolingische geleerde Einhart (Eginhard) een biografie van Karel de Grote: Vita Karoli. Einhart had sedert 796 in de omgeving van Karel de Grote vertoefd en had op vertrouwelijke voet gestaan met de vorst. Het is voornamelijk dank zij zijn beroemde biografie, dat men zich een voorstelling kan vormen van de persoonlijkheid van Karel de Grote. Hieronder volgen enkele fragmenten uit zijn werk.
‘Zijn gestalte was rijzig en krachtig, hoog uitgegroeid, maar niet abnormaal groot. Want gelijk men weet was zijn lengte zeven voet. Zijn schedel was rond, zijn ogen waren zeer groot en levendig, zijn neus was iets groter dan normaal, zijn grijze haar schoon, zijn gelaat vriendelijk en opgewekt... Hoewel zijn hals vlezig en iets te kort was, en ook zijn buik wat sterk naar voren welfde, viel dat door de welgeproportioneerde rest van het lichaam niet op.
Naar de gewoonte van zijn volk oefende hij zich voortdurend in paardrijden en jagen... Aangenaam deden hem ook de dampen van warmwaterbronnen aan; zijn lichaam trainde hij door herhaaldelijk te zwemmen.
Hij kleedde zich in de inheemse, Frankische dracht. Op het lichaam droeg hij een linnen hemd en broek, daarover een met zijde doorweven overkleed en broek. Zijn benen omwond hij met banden, zijn voeten waren geschoeid, en ‘s winters beschermde hij borst en schouders door een buis van otter- of marterbont.’ (Vertaling: C. van Zuylichem, in: Visum - Elseviers Moderne Gezinsencyclopedie, deel 4, 1966).
‘Hij sprak gemakkelijk en was in staat om op heldere en duidelijke wijze zijn bedoeling onder woorden te brengen. Hij stelde zich niet tevreden met de kennis en het gebruik van zijn moedertaal, maar gaf zich ook moeite vreemde talen te leren. In de kennis van de Latijnse taal bracht hij het zó ver, dat hij deze taal zonder veel moeite sprak, maar met Grieks had hij moeilijkheden; deze taal kon hij beter verstaan dan zelf spreken. Hij was spraakzaam, zelfs zó, dat hij wel eens de indruk maakte te veel te praten. Met toewijding beoefende hij de wetenschap; hij waardeerde in bijzondere mate de werkzaamheden van geleerden en deed daarvan blijken door hun grote eer te bewijzen. In de taalwetenschap liet hij zich onderrichten door Petrus van Pisa en in de overige wetenschappen door de diaken Albinus, ook Alcuinus genaamd, een zeer geleerd man van Saksische afkomst. Onder zijn leiding hield Karel de Grote zich ijverig bezig met de studie van retorica en dialectica, maar vooral met de studie van de astronomie. Hij bestudeerde met grote wetensdrang de loop der sterren en maakte zich daartoe ook de rekenkunde eigen. Hij beoefende eveneens de schrijfkunst en placht daartoe op zijn vele reizen schrijfmateriaal en schrijfvoorbeelden mede te nemen om in vrije uren zijn hand aan het schrijven van letters te wennen, en des nachts legde hij dit materiaal onder zijn hoofdkussen. Maar in de schrijfkunst bracht hij het niet ver, mogelijk omdat hij daarmede eerst laat begonnen was.’
‘De christelijke godsdienst, waarin hij van kindsbeen af was opgevoed, onderhield hij met de grootste ernst en vroomheid. Daarom ook bouwde hij te Aken een kerk, die hij met goud, zilver en fraaie luchters versierde, zomede met bronzen leuningen en deuren.’ (Vertaling: C. van Zuylichem. Visum - Elseviers Moderne Gezinsencyclopedie, deel 4, 1966).
In de door Karel de Grote nieuw verworven Saksische gebieden werden bisdommen ingericht, missionarissen aangetrokken en spoedig daarna kloosters gesticht. Ook tot het houden van concilies en het vaststellen van kerkelijke uitspraken strekte Karel de Grote zijn bemoeienissen uit en hij gaf zich moeite de culturele ontwikkeling van de geestelijkheid te bevorderen. In een brief, bestemd voor rondzending aan bisschoppen en kloosters, schrijft Karel de Grote in 787, dat hij uit vele kloosters brieven ontvangen heeft waaruit blijkt dat de monniken een vroom leven leiden. Maar dan vervolgt hij:
‘In de meeste van deze brieven troffen wij weliswaar een zeer goede en vrome gezindheid aan, maar ook een onbeschaafde wijze van uitdrukking omdat de nalatigheid in het studeren ten gevolge had, dat de schrijver niet in staat was aan datgene wat de innige vroomheid hem ingaf, zonder fouten uitdrukking te geven. Daarom maken wij er ons zorgen over, dat het gebrek aan schriftelijk uitdrukkingsvermogen gepaard gaat met een gebrek aan kennis van de heilige geschriften. En toch is het aan ons allen bekend, dat - waar fouten in de woorden reeds gevaarlijk kunnen zijn - fouten in de betekenis van de woorden nog veel bedenkelijker zijn. Wij manen u daarom aan de studie niet te verwaarlozen en in deemoed aan God uwe kennis te vermeerderen opdat gij de heilige geschriften gemakkelijk en met zekerheid kunt begrijpen. Omdat in de bijbel vele retorische figuren en wendingen voorkomen, is het onbetwistbaar, dat de lezer de betekenis daarvan des te beter zal begrijpen naarmate hij wetenschappelijk geschoold is.’
Einhard's Vita Karoli Magni, Latijnse text.: http://www.thelatinlibrary.com/ein.html
Einhard's Life of Charlemagne, 19e eeuwse Engelse vertaling: http://www.fordham.edu/halsall/basis/einhard.html
Karel de Grote | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Chimiltrudis van Amautru | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(2) 769 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Desiderata der Longobarden | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(3) < 771 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Houdiard van Vinzgouw | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Onbekend | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(4) 783 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Fastrée van Franconië | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(5) ± 795 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Liutgardis van de Elzas | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(6) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Mathalgarde ? | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(7) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(8) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Régine ?? | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(9) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Adelindis ? |