(1) Hij is getrouwd met Mechtild Maria [illegitimate] van Brabant.
Zij zijn getrouwd op 20 november 1353, hij was toen 18 jaar oud.
Kind(eren):
(2) Hij is getrouwd met Margarethe von Lippe.
Zij zijn getrouwd rond 1370.
Kind(eren):
(3) Hij is getrouwd met Oda van Horn.
Zij zijn getrouwd rond 1348.
Kind(eren):
(4) Hij is getrouwd met Nn Nn.
Zij zijn getrouwd te Not Married.
Kind(eren):
Ridder 1342
Lid Hoeks verbond (1350), verbannen 1351-56
Raad van Albrecht van Beieren (1359-60)
Bewoonde het Huis Oud-Haarlem te Heemskerk
Ambachtsheer van Heemskerk, Castricum, Naaldwijk (gekocht 1342), heer van de Lek (gekochtt 1342), ambachtsheer van Almonde en Dubbelmonde (1347), Berkenwoude (1349), heer van Breda (1350), Niertvaart (1361)
http://www.vanhunnik.net/El%20Cid.htm
JAN II VAN POLANEN, ridder, HEER VAN BREDA EN DE LECK, burggraaf van Geertruidenberg, raad van de hertog van Brabant, geboren circa 1324, overl. 3 nov 1378,
begr. Grote Kerk te Breda, zn. van Jan Heer van Polanen en Catharina van Brederode, erfdochter van de Leck
============================
REF / AFN / Custom: 17930 / / , Heer van de Lek, Polanen en Breda
Name: Jan van /Wassenaar Polanen/
Sex: Male
Modify Date: 8 Jul 1997
Father: Abt 1295, Jan van /Polanen/ [17932], (b. Abt 1295, ), (d. 26 Sep 1342, ), Heer van de Lek en Polanen
Mother: Abt 1300, Catharina van /Brederode/ [17933], (b. Abt 1300, ), (d. 28 Jun 1372, )
Birth: Abt 1335
Marriage: Abt 1348, Oda van /Horn/, m. Abt 1348
Daughter: Abt 1350, Oda van /Wassenaar Polanen/ [17995], (b. Abt 1350, ), (d. Abt 1400, )
Daughter: Abt 1350, Beatrix van /Wassenaar Polanen/ [27833], (b. Abt 1350, ), (d. , )
Son: Abt 1350, Jan van /Wassenaar Polanen/ [17893], (b. Abt 1350, ), (d. 11 Aug 1394, ), Heer van Breda
Marriage: Abt 1370, Margarethe van /Lippe/, m. Abt 1370
Son: Abt 1371, Otto van /Wassenaar Polanen/ [22681], (b. Abt 1371, ), (d. 20 Oct 1428, ), Heer van der Leck
Death: 3 Nov 1378
=============================================
E: in Holland.htm
Burggraafschap van Geertruidenberg
Jan II van Polanen, Burggraaf en Ridder, overleden op 3 november 1378, begraven in de Grote of O.L. Vrouwekerk te Breda., zoon vanJan I van Polanen (Baljuw) en Catharina van Brederode. Pandt met zijn vader de heerlijkheid Breda op 9 Dec. 1339. Koopt van Willem IV de omvangrijke (minstens tien ambachten omvattende) heerlijkheid van de Lek op 27 Apr. 1342 voor 12.400 pond zwarte tournooisen. Volgt zijn vader op, ook in de grafelijke raad in 1342. Staat op goede voet met de graaf, met wie hij afreist naar het h. land op 8 Aug. 1343 en die hij vergezelt op diens tocht naar Pruisen van 7 Dec. 1344 tot 31 Mrt. 1345. Huldigt samen met zijn puissant-rijke bastaard-oom Willem van Duvenvoorde ('Snickerieme') keizerin Margaretha bij haar aankomst te Henegouwen in Mrt. 1346, die bij herhaling verklaart hem in het bezit van de heerijkheid van de Lek te zullen steunen tegenover de zich gaandeweg aftekenende (Kabeljauwse) adelsoppositie. Verkrijgt (vermoedelijk buiten voorkennis van graaf Willem V) van zijn oom het burggraafschap van Geertruidenberg benevens Almonde en Dubbelmonde op 23 Mrt. 1347, maar verzet samen met zijn oom de bakens om tezamen voor 43.000 gouden hallingen de heerlijkheid Breda te kopen van hertog Jan III van Brabant op 1 Apr. 1350. Legt daar direct de eerste steen voor de bouw van een kasteel op 10 Mei 1350 en zet de aanleg van stadsmuren voort. Verkrijgt het buitenpoorterschap van Brussel op 26 Apr. 1350. Fungeert voor het laatst als Hollands raadslid op 13 Mei 1350 en zweert met andere Hoekse edelen trouw aan keizerin Margaretha op 5 Sept. 1350. Neemt nauwelijks deel aan de dat jaar aanvangende burgeroorlog waarin ook zijn kasteel Polanen en het door hem in Holland als domicilie bewoonde kasteel te Heemskerk verloren gaan in Juny 1351. Zijn Hollandse bezittingen worden geconfisceer en hijzelf 'voor eeuwig' uit het graafschap wordt verbannen. Wijkt daarom uit naar Breda en concentreert zich nu op zijn positie in het hertogdom Brabant. Is de voornaamste erfgenaam wanneer zijn oom overlijdt in Aug. 1353. Wordt lid van de Brabantse hertogelijke raad in 1354 en blijft tot de vooraanstaande raadsleden behoren tijdens de regering van Johanna en Wenceslaus. Deelt wanneer graaf Willem V na de dood van zijn moeder naar verzoening streeft in de amnestie op 5 Dec. 1356 en wordt verheven tot baanderheer in het begin van 1357, doch wordt pas door ruwaard Albrecht heropgenomen in de grafelijke raad in Aug. 1358 en krijgt zijn heerlijkheid van de Lek eerste terug na uitspraak van een onderzoekscommissie op 19 Sept. 1358. Neemt daarna actief deel aan zowel de Hollandse als de Brabantse politiek, maar versterkt zijn positie tussen beide machten door (tegen een jaarlijkse beloning van 200 mark) leenhulde te doen aan koning Edward III van Engeland vanaf 8 Oct. 1369. Koopt de goederen te Rijswijk, Wateringen en Monster die wijlen zijn zuster als huwelijksgift had meegekregen van haar zoon Jan van Noordeloos terug op 11 Juny 1370. Vecht met hertog Wenceslaus mee in de rampzalig verlopen slag bij Baesweiler - In de Selfkant (Kreis Heinsberg), even ten noordoosten van de grens bij Sittard - tegen Gulik en Gelre op 22 Aug. 1371, wordt gevangen genomen waarna zijn losgeld door een extra-ordinaris bede door het land van Breda moet worden opgebracht. Wordt (evenals Daniel van de Merwede) door ruwaard Albrecht aangesteld tot zijn stadhouder in de Grote Waard.
Jan II was gehuwd met Oda van Horne, geboren in het jaar 1318, begraven te Breda, dochter van Willem van Horne (Heer) en Oda van Putten en Strijen. Jan is later getrouwd tussen 1 april 1353 en 20 november 1353 met Machteld van Brabant, noemt haar Maria; Vrouwe, overleden op 12 augustus 1366, dochter van Jan III van Brabant en Maria van Evreux. Blijft zich als weduwe van haar eerste echtgenoot 'vrouwe van Rotselaer' noemen. Ontvangt voor haar tweede huwelijk van haar vader een bruidsschat van 8000 goudgulden. Getocht aan de tienden van Almonde en Dubbelmonde (bevestigd door ruwaard Albrecht op 4 Dec. 1359).
========================
rob_gomes.ged
Ridder. Hij pandt met zijn vader de heerlijkheid Breda (9 dec 1339); koopt van graaf Willem IV de omvangrijke, minstens tien ambachten omvattende, heerlijkheid van de Lek (27 apr 1342) voor 12.400 pond zwarte tournooisen. Hij volgt zijn vader op, ook in de grafelijke raad (1342); staat op goede voet met de graaf, met wie hij afreist naar het Heilige Land (9 aug 1343) en die hij vergezelt op diens tocht naar Pruisen (van 7 dec 1344 tot 31 mrt 1345). Hij huldigt, samen met zijn steenrijke bastaard-oom Willem van Duvenvoorde ('Snickerieme') keizerin Margaretha bij haar aankomst in Henegouwen (mrt 1346), die bij herhaling verklaart hem in het bezit van de heerlijkheid van de Lek te zullen steunen tegenover de zich gaandeweg aftekenende Kabeljauwse adelsoppositie. Hij verkrijgt, vermoedelijk buiten voorkennis van graaf Willen V, van zijn oom het burggraafschap Geertruidenberg, benevens Almonde en Dubbelmonde (25 mrt 1347), maar verzet samen met zijn broer de bakens door tezamen voor 43.000 gouden hallingen de heerlijkheid Breda te kopen van hertog Jan III van Brabant (1 apr 1350); legt daar direct de eerste steen voor de bouw van een kasteel (10 mei 1350) en zet de aanleg van stadsmuren voort; verkrijgt het buitenpoorterschap van Brussel (26 apr 1350); fungeert voor het laatst als Hollands raadslid op 13 mei 1350 en zweert met andere Hoekse edelen trouw aan keizerin Margaretha (5 sep 1350); neemt nauwelijks deel aan de dat jaar aanvangende burgeroorlog waarin ook zijn kasteel Polanen en het door hem in Holland als domicilie bewoonde kasteel te Heemskerk verloren gaan (juni 1351), zijn Hollandse bezittingen worden geconfisceerd en hijzelf 'voor eeuwig' uit het graafschap wordt verbannen; wijkt daarom uit naar Breda en concentreert zich nu op zijn positie in het hertogdom Brabant; is de voornaamste erfgenaam wanneer zijn oom overlijdt (aug 1353); wordt lid van de Brabantse hertogelijke raad (1354) en blijft tot de vooraanstaande raadsleden behoren tijdens de regering van Johanna en Wenceslaus; deelt wanneer graaf Willem V na de dood van zijn moeder naar verzoening streeft in de amnestie (5 dec 1356) en wordt verheven tot baanderheer (begin 1357), doch wordt pas door ruwaard Albrecht heropgenomen in de grafelijke raad (aug 1358) en krijgt zijn heerlijkheid van de Lek eerst terug na uitspraak van een onderzoekscommissie (19 sep 1358); beleend met Niervaart (1362); neemt daarna actief deel aan zowel de Hollandse als de Brabantse politiek, maar versterkt zijn positie tussen beide machten door (tegen een jaarlijkse beloning van 200 mark) leenhulde te doen aan koning Edward III van Engeland (8 okt 1369); koopt de goederen in Rijswijk, Wateringen en Monster die wijlen zijn zuster als huwelijksgift had meegekregen van haar zoon Jan van Noordeloos terug (11 juni 1370); vecht met hertog Wenceslaus mee in de rampzalig verlopen slag bij Baesweiler tegen Gulik en Gelre (22 aug 1371), wordt gevangen genomen waarna zijn losgeld door een extra-ordinaris bede door het land van Breda moet worden opgebracht; wordt (evenals Daniel van de Merwede) door ruwaard Albrecht aangesteld tot zijn stadhouder in de Grote Waard (1375).
Het 2e huwelijk vond plaats tussen de vermelde datum en 20 nov 1353.
Dek, pag 107, houdt 3 nov 1378 als sterfdatum aan, op grond van S.W.A. Draossaers: Het archief van de Nassausche Domeinraad; Brokke, pag 414 voetnoot 139 bij pag 227 wijst er op dat hertogin Johanna pas op 3 feb 1379 het hof verliet om zijn begrafenis bij te wonen en acht een zo lang tijdsverloop tussen overlijden en begrafenis niet aannemelijk.
Akte waarbij Jan van Polanen, heer van der Leck en van Breda, Heinric van Boutershem, heer van Bergen op Zoom, en Jarie van Merxem, diens echtgenote, aan Pieter van der Dilff, Jacob Lam, Heinrick van der Neste en Wisse van der Havenen het land ter bedijking uitgeven en verkopen, gelegen ten zuiden van de stad geheten "Cromwyele", op nader omschreven voorwaarden, 1356, december 17. 1 charter.
Abdij van Egmond; toegangsnummer: 356; 4. Regestenlijst:
3121347 December 15 (tSaterdaghes na S. Luciendach)
Willem, abt van Egmonde, geeft op verzoek van heer Jan van Pollanen, heer van der Lecke in erfleen aan heer Danel van Mattenesse, ridder, het goed, dat Danels ouders in leen hadden, met de bepaling, dat het goed op zijn zoon of zijn broeder Jan van Mattenesse als recht leen zal vererven.
a. Opgenomen in den brief d.d. 1368 Mei 8 (Reg.no. 429).
b. Afschrift (Inv.no. 1, fol, 69 vo).
Jan II [Wassenaar] heer van Polanen | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) 1353 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Mechtild Maria [illegitimate] van Brabant | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(2) ± 1370 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Margarethe von Lippe | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(3) ± 1348 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Oda van Horn | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(4) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||