Genealogy Richard Remmé, The Hague, Netherlands » Willem IV van Flodrop Freiherr zu Reckheim (± 1510-1564)

Persoonlijke gegevens Willem IV van Flodrop Freiherr zu Reckheim 

  • Hij is geboren rond 1510.
  • Hij is overleden op 29 augustus 1564.
  • Een kind van Willem van Flodrop en Odilia von Hoemen
  • Deze gegevens zijn voor het laatst bijgewerkt op 2 november 2023.

Gezin van Willem IV van Flodrop Freiherr zu Reckheim

(1) Hij is getrouwd met Johanna von der Fels.

Zij zijn getrouwd


Kind(eren):



(2) Hij is getrouwd met Anna Margaretha van den Dunck.

Zij zijn getrouwd rond 1534.


Kind(eren):

  1. Alveradis van Flodrop  ± 1540-1606 
  2. Odilia van Flodrop  ± 1540-± 1620 


Notities over Willem IV van Flodrop Freiherr zu Reckheim

vrijheer te Reckheim, heer (te of) van Dalenbroek, Odenkirchen, Bi(e)cht, Haneff (Henneff) en Elmpt, erfburggraaf van het aartsstift Keulen

- - - -

http://www.dbnl.org/tekst/molh003nieu05_01/molh003nieu05_01_1312.htm

terug  begin  verderprepost
[Vlodorp of Vlodrop, Willem 4 van]

VLODORP of VLODROP (Willem) (4) van) (bij Wiedemann 392 W. IV v. Flodorff), overl. 29 Aug. 1564, oudste zoon v. Willem (3) en Odilia v. Hoemen, vrijheer te Reckheim, heer (te of) van Dalenbroek, Odenkirchen, Bi(e)cht, Haneff (Henneff) en Elmpt, erfburggraaf van het aartsstift Keulen, in 1534 gehuwd met Anna Margaretha (of alleen Anna), oudste dochter v. Hendrik v.d. Donck te Biecht en Johanna v. Rouver te Haneff, Willem (4) v.V. verwierf in 1560 van graaf Gumprecht v. Neuenar (Nieuwenaar) (en Limburg) de heerlijkheid of heerlijkheden Orsbeck en In den Roetgen (Rötchen) om ze echter het volgend jaar aan hertog Willem v. Gulik te laten. Ook werd hij in 1561 met het burggraafschap Odenkirchen door Keur-Keulen en met Obbicht door Philips II v. Spanje beleend. Volgens een andere opgave was hem deze heerlijkheid, na den dood zijns schoonvaders, op 5 Aug. 1544 toegevallen na deeling der erfgoederen met zijn beide zwagers; 24 Febr. 1545 werd hij door Anna v.d. Donck, erve haars vaders Henricks ten Zutphenschen rechte verheven. (Publ. de Limb. XX 22).

Met zijn broeder Balthasar (waarom dan ook niet met zijn broeder Hendrik, als hij een dusgenaamden broeder op dat tijdstip bezeten had?) had hij de goederen huns vaders gedeeld op 17 Juli 1545 (waaruit, als diens sterfjaar, dit laatste wel afgeleid wordt, schoon dan eenig verschil zou blijven bij onze opgave onder Willem (3)?). Met dien broeder Balthasar komt hij ook voor als bezegelaar, doch alleen Balthasar tevens als onderteekenaar van de boedelscheiding van 21 Juni 1549 tusschen Johan v. Groesbeek en Bertha v. Goor, heer en vrouwe v. Hoemen, en hun kinderen (Wapenher. XI (1907, 409).

Uit de bovenbedoelde deeling had Willem gekregen: de heerlijkheden Dalenbroek, Odenkirchen, Grevenbicht, het door zijn vader bezeten gedeelte in die van Elmpt, zooals ook den tol te Kessel, Asselt, Roermond, Ool, Leeuwen en Heppenraedt gelegen; de jongere Balthasar de heerlijkheden Leuth, Rickholt, Rulant en Creutzberg. De drie dochters (en dan niet de vierde, Johanna of was die toen al non?) moesten zich met haar huwelijksgift vergenoegen.

Wat de bovengenoemde heerlijkheid Reckheim betreft, is het niet duidelijk, waarop v. Oidtman's opgave berust, als zou R. in 1524 door Willem verkocht zijn, waar deze Willem v.V.o.a. als heer v. Reckheim voorkomt in eene oorspronkelijke oorkonde van 12 April 1553. Hiermede zou daar tevens de meening moeten vervallen o.a. van Chestret de Haneffe, die in zijn Hist. de la seigneurie impériale de Reckheim (Publ.... de Limb. X, 45) 1556 aanneemt als 't jaar van aanwinst v. Reckheim. Er is trouwens meer, dat pleit tegen v. Oidtman's mededeeling.

Hierbij denken we vooral aan de dagvaarding van 13 Nov. 1561, door keizer Ferdinand I afgekondigd, behalve tegen anderen o.w. de graaf v. Meurs, ook tegen hem, Willem v.V., heer v. Odenkirchen, Dalenbroek en Reckheim.

Ook Willem v.V., juist als heer v. Reckheim, moest zich voor het kamergerecht v. Spiers verantwoorden voor het niet naleven van de bepalingen op het muntwezen (v.d. Rijksdag v. 1559, in het bijzonder betreffende de uitoefening van het muntrecht), vóórdat de eerstkomende Rijks-
[p. 1056]

dag daaromtrent uitspraak had gedaan. Nog in 1563 sloeg hij evenwel munt als heer v. Reckheim (ook Reckum genoemd), al was het proces over de zaak nog niet afgeloopen. (Revue de la numismatique belge (1850) 187, met verwijzing naar het art. van T.C.G. Guyot in de Bijdr. Vad. Gesch. IV, 294 vgl.

Een andere zaak zou heer Willem zelf aangebracht hebben voor het Kamergerecht - naar aanleiding van een grensgeschil met den hertog v. Gulik - als niet diens commissarissen (en wel op 10 Jan. 1551) een minnelijke schikking hadden weten tot stand te brengen, waarbij de betwiste grond ter verbetering van het leen v. Dalenbroek voor altijd aan Willem (4) v.V. werd afgestaan (zie o.a. Publ..... de Limb. XXVI, 158 vlg.).

Hoe de heer overigens zijn gebied wist uit te breiden, zagen wij boven reeds ten opzichte van Rötchen en Orsbeck, op 6 April 1560 gekocht van Herman, graaf v. Nieuwenaar en Meurs, en van Anna v. Dhun, weduwe van Gumprecht, graaf v. Nieuwenaar en Limburg (A. Fahne, die Dynasten, Freiherren und Grafen v. Bocholtz II 145).

Evenals zijn vader en zijn broeder Balthasar (voorg. art.) neigde ook Willem sterk tot het Protestantisme.

Bij zijn vrouw Anna (Margaretha) v.d. Donck (overl. vóór 26 Juli 1561) had hij twee zoons, Willem, na zijn moeder, maar toch ook vóór genoemden datum overl. en Hendrik, eveneens vóór zijn vader gestorven (misschien ook reeds in, 1561). Hem overleefden drie dochters:

1. Odilia, erfvrouw v. Odenkirchen en gehuwd met Floris v. Boetzelaer (Gen. en Her. Bl. IX 213), beiden woonachtig in het land v. Kleef en aldaar ijverige voorstanders der nieuwe leer (Nav. LV 46); in 1572 met genoemde heerlijkheid beleend, moet heer Floris kort daarop overleden zijn, want in 1574 wordt Odilia al weduwe genoemd. Vgl. ook: F. Nettesheim, Gesch. der Schulen im alten Herzogthum Geldern (Geldern 1881) 259.

2. Alvera(r)dis of Alverta (ook Alverata; zelfs Alferarda bij Ferwerda II 8st Gen. Bentinck) overl. 2 Juni 1606, erfgename v. Obbicht (Biecht), welke heerlijkheid door haar ten Zutphensche rechte verheven werd. Ook bezat zij Papenhoven en Wolfrath en was gehuwd met Karel van Bronckhorst en Batenburg, en, na diens dood, in 1580 hertrouwd met Philip of Filips v. Bentinck, gouverneur v. Stra(a)len (21 Aug. 1579) en drost v. Montfoort (vgl. ook Publ..... de Limb. XX 25 vlg.).

3. Anna, overl. 1615, erfvrouw v. Dalenbroek, in 1564 gehuwd met Hattard (Harthard) v. Palan(d)t (naar Wiedemann 392 met een v. Byland vgl. echter 395) die tevergeefs zocht (17 Nov. 1565) deze heerlijkheid weer tot een leen v. Heinsberg te verheffen, waarover ook reeds Willem (zie aldaar) moeilijkheden had gehad met hertog Karel v. Gelre (die hardnekkig op verheffing van het leen te Arnhem was blijven staan). Een eeuw lang was de vrijheerlijkheid Dalenbroek, in 1457 een pand van de familie Vlodrop, haar eigendom geweest.

8 Oct. van het volgend jaar hernieuwt Willem v.V. den eed van trouw als voogd dier stad. In 1477 bezegelde hij mede den verbondsbrief van het verbond tusschen Lodewijk v. Bourbon, bisschop v. Luik en Katharina v. Gelre. 26 Sept. van dat jaar komt hij voor met zijn zoons Ger(h)ard en Jan (Johan) (zie art.), toen zij beloofden (aan den magistraat v. Roermond) het slot van Montfoort
[p. 1057]

trouw te bewaren (Inv. Roermond I 216; vgl. dit met de belofte van W.v.V. aan hertog Arnold in Kron. Hist. Gen. XI (1855) 133, daar en 141 ten onrechte tot het midden der 14de eeuw gebracht).

Voor het leenhof van het graafschap Looz vinden we in 1484 den erfvoogd onder de leenmannen genoemd, een paar maal zelfs. Met Philip, v. Nassau, drost v. Stockhem kreeg hij van aartshertog Maximiliaan, 1 Oct. 1487, last om, zoo noodig door de wapenen, het kapittel der kanunnikheeren v. Thorn te beschermen tegen de plagerijen van den graaf v. Hoorn.

Niet vele jaren meer heeft hij geleefd. Als zijn sterfjaar noemt Nav. XLII 28 het jaar 1493; met wijlen (quondam dominus W. de V.) wordt hij genoemd in een stuk van bisschop Jan v. Hoorn aan de (gewezen) nonnen v. Neustadt (Publ..... de Limb. VI (1869) 337).

Behalve Ger(h)ard (zie art.) en Jan (Johan zie art.) hadden Willem en Cecilia nog een kind, een (oudere) dochter Anna (Elisabeth), echtgenoote van ridder Johan (?Seger? Siegebert in Nav. t.a.p. zie ook blz. 37) van Groesbeek (Groesbeck), heer v. Hoemen, burggraaf v. Nijmegen. Bij v. Spaen IV 65 wordt als burggraaf v. Nijmegen alleen genoemd Zeger (overl. 1572), tweede zoon van Johan v. Groesbeek (dood vóór 1565) en Bertha v. Goor en broeder o.a. van den prins-bisschop v. Luik. Ook in de lijst van burggraven achter Arkstee, Nijmegen (Nijm. 1788) komt alleen de naam van Zeger v. Groesbeek als zoodanig voor (op 't jaar 1554). Seger en Elisabeth ook samen genoemd in Limburg XII 84. Nav. L (1900) 357 noemt als dochter v. Zegher v. Groesbeek en Elisabeth v. Flodorp Marie, gemalin van Willem v. Elderen-Richoven. Wolters, die den naam Siger aanneemt, geeft dezen als zoon Jan of Johan, gehuwd met Bertha v. Goor (dochter v. Jan, heer v. Weyer en van Johanna v. Montfoort) en als hun (in 1517 geboren) zoon Gerard v. Groesbeek, bisschop v. Luik. Het Necrologium (afz. herdr. 104) geeft van eerstgenoemden heer v. Groesbeek en diens vrouw, daar Elisabeth (overl. op een 21 Nov.) genoemd, twee dochters, Johanna en Ermgardis, beiden in de adellijke abdij van O.L. Vrouw Munster te Roermond opgenomen, waarvan de eerste 'priorissa' geweest is. Van die 'priorissa' en van Elisabeth v.V., beiden als 'commoniales nostrae' in de abdij vermeld, wordt (t.a.p. 85) als 'sororius' genoemd Lubertus Turck (heer v. Hemert), dien we in art. Ger(h)ard, Wolters lieten voorstellen als (3en) echtgenoot van diens dochter Anna (terwijl hij haar schoonzoon was of werd).

Lit. Reeds genoemd in dit en voorg. art. Vgl. overigens het overzicht onder Willem (3) v.V., (vrijheer v. Reckheim), waarbij hier nog te voegen: C.J.A. Meerdink, Roermond in de Middeleeuwen (Roermond 1909).

Zie, behalve het reeds in dit en voorg. art. genoemde, o.w. vooral de werken v. Chr. J. Kremer, Strange en Ferwerda, die v. Nijhoff, met name de Gedenkw. v. Geld. en van Fahne, zoowel diens Die Grafen v. Bocholtz, (Cöln 1863), met name II (56, 75 e.a. en Tafel I Bentinck) als ook zijn Gesch. der Köln. Jül. und Berg. Gesch. (vooral I 102), Wiedemann, 't aangehaalde werk v.P.O.v.d. Chijs, verder d'Ablaing v. Giessenburg, Reg. Leenacten Gelre, talrijke jaargangen van Gen. en Her. Bl., Wapenher., Nav., o.a. nog XXVII (1894) 173 en vooral, behalve van Limburg, de Prov. Alm.
[p. 1058]

v. Limburg en die van het Arrondissement Roermond, de Maasgouw, die van de Publ..... de Limbourg (zie b.v. XX Reg., XXIV, 75, vooral 102 en vlg., ook 7, 80, 82, 83, 485 vlg., behalve reeds X (1873) 422 en de Chestret de Haneffe, Hist. de la Seigneurie impériale de Reckheim, aldaar 5 vlg. en XIII (1876) 169-280, Het Necrologium der Adelijke Abdij van O.L. Vrouw Munster te Roermond, door Sivré ook afz. uitg., (eveneens reeds meermalen aangehaald) met tal van studiën van dezen, Jos. Habets, Slanghen e.a.

Zie van eerstbedoelde vooral: De vrijheerlijkheid en de vrijheeren van Daelenbroek bij Roermond (Maastricht 1889) en: Inventaris van het Oud Archief der Gemeente Roermond I-IV en van den tweede: Gesch. van het (tegenwoordig) bisdom Roermond (Roermond 1892, I) en diens, ten deele met A.J.A. Flament mede reeds aangehaald werk: De Archieven van het Kapittel der Vorstelijke Rijksabdij Thorn I en II (Alg. Landsdrukkerij 1889-1899).

Vóór alles: M.J. W(olters), Recherches sur l'ancienne Avouerie de la ville de Ruremonde et sur les familles de Vlodorp et de Cortenbach (Gand 1855), nog voorafgegaan door dez., Recherches sur l'ancien comté de Kessel (Gand 1854) en Recherches sur l'ancienne Ammanie de Montfort (Gand 1852).

E. von Oidtman, Die Herren v. Vlodorp, Erbvögte zu Roermond in Zs. des Aachener Geschichtsvereins VIII (Aachen 1886) 125-147; zie daar ook van denzelfde: Zur Geschichte der Herrschaft Schönau und ihrer Besitzer bis auf Dietrich v. Milendonck 209 vlg. (Vgl. ook hetzelfde tijdschr. IV). En nog, afgezien van Pontanus, v. Spaen, Slichtenhorst en het in Willem (2) aangehaalde werk v.L. Galesloot:

M. Willemsen, Kronykje van de Kerk v. St. Odiliënberg (Maastricht 1880) 15; dez., Oork. en bescheiden aangaande de kerk en het Kapittel v. St. Odiliënberg II, 205-206; als toevoeging aan zijn werk St Odiliënberg; Jos. M.H. Eversen en J.L. Meulleners, de Limburgsche Gemeentewapens (Maastricht 1900) 249, 414, 548-549.

===========

Freiherrn zu Reckheim
Herrn zu Odenkirchen, Dalenbroich, Biecht, Elmpt und Henneff.

===========

Geschichte der Kölnischen, Jülichschen und Bergischen Geschlechter in Stammtafeln, Wappen, Siegeln und Urkunden
by Anton Fahne
Publication date 1848

https://archive.org/details/bub_gb_19VDAAAAcAAJ/page/n120/mode/1up

===========

Heeft u aanvullingen, correcties of vragen met betrekking tot Willem IV van Flodrop Freiherr zu Reckheim?
De auteur van deze publicatie hoort het graag van u!


Tijdbalk Willem IV van Flodrop Freiherr zu Reckheim

  Deze functionaliteit is alleen beschikbaar voor browsers met Javascript ondersteuning.
Klik op de namen voor meer informatie. Gebruikte symbolen: grootouders grootouders   ouders ouders   broers-zussen broers/zussen   kinderen kinderen

Voorouders (en nakomelingen) van Willem IV van Flodrop

Willem van Flodrop
± 1480-1546
Odilia von Hoemen
± 1480-1558

Willem IV van Flodrop
± 1510-1564

(1) 
(2) ± 1534
Odilia van Flodrop
± 1540-± 1620

Via Snelzoeken kunt u zoeken op naam, voornaam gevolgd door een achternaam. U typt enkele letters in (minimaal 3) en direct verschijnt er een lijst met persoonsnamen binnen deze publicatie. Hoe meer letters u intypt hoe specifieker de resultaten. Klik op een persoonsnaam om naar de pagina van die persoon te gaan.

  • Of u kleine letters of hoofdletters intypt maak niet uit.
  • Wanneer u niet zeker bent over de voornaam of exacte schrijfwijze dan kunt u een sterretje (*) gebruiken. Voorbeeld: "*ornelis de b*r" vindt zowel "cornelis de boer" als "kornelis de buur".
  • Het is niet mogelijk om tekens anders dan het alfabet in te voeren (dus ook geen diacritische tekens als ö en é).

De getoonde gegevens hebben geen bronnen.

Historische gebeurtenissen

  • Graaf Filips III (Oostenrijks Huis) was van 1555 tot 1581 vorst van Nederland (ook wel Graafschap Holland genoemd)
  • In het jaar 1564: Bron: Wikipedia
    • 31 december » Willem van Oranje houdt een rede in de Raad van State waarin hij opmerkt: Ik kan niet goedkeuren dat vorsten over het geweten van hun onderdanen willen heersen en hun de vrijheid van geloof en godsdienst ontnemen. Met deze woorden werd het conflict tussen de Lage Landen met de koning van Spanje, Filips II, openlijk onder woorden gebracht.


Dezelfde geboorte/sterftedag

Bron: Wikipedia


Over de familienaam Flodrop

  • Bekijk de informatie die Genealogie Online heeft over de familienaam Flodrop.
  • Bekijk de informatie die Open Archieven heeft over Flodrop.
  • Bekijk in het Wie (onder)zoekt wie? register wie de familienaam Flodrop (onder)zoekt.

Wilt u bij het overnemen van gegevens uit deze stamboom alstublieft een verwijzing naar de herkomst opnemen:
Richard Remmé, "Genealogy Richard Remmé, The Hague, Netherlands", database, Genealogie Online (https://www.genealogieonline.nl/genealogie-richard-remme/I4752.php : benaderd 23 april 2024), "Willem IV van Flodrop Freiherr zu Reckheim (± 1510-1564)".