Kind(eren):
17. Een uitland genaamd de rietbroeck van de uitslag van Rughesande met de erbij gelegen cleyne schair, ten noorden van het Oude land van Poortegale voor Rughesant tussen de oude zeedijk en de Maes, met de koren- en lammertiende, de droge dijk, het recht tot benoeming van schout en schepenen en het maken, van keuren tot een hoogte van 27 schelling hollands. Het buitendijkse land blijft als riet liggen, ,dat niet vroeger dan elders mag worden gesneden (1441: een lendeke genaamd Enghelant met een rietbroek genaamd de Heyninghe, 1628: de goederen van Engeland met het benoemingsrecht van dijkgraaf en heemraden, de grienden van Oud- en Nieuw Engeland, 71 gemet tienden in de polder Lange Backersoord, 43 gemet weiland in de Elderenspolder en de Nieuwe Gors, 2 grienden met willigen bepoot, de aanwas en rietbossen vanaf de Hoogvlietse haven tot aan Langebackersoord).
21-3-1415: Jan van Driebergen, bastaard van Abcoude, neef van Jacop, heer van Gaesbeke etc. voor 3/4 deel en Ector van Elingen voor 1/4 deel om het leen te bedijken (144, f 156~ en 157v).
In 1419 werd Jan van Driebergen, de bastaardzoon van Willem van Abcoude en Duurstede, beleend door zijn neef Jacob van Gaesbeek met een hofstede en 10 morgen land bij Amerongen.