Hij is getrouwd met Lidewij DOENS.
Zij zijn getrouwd in het jaar 1542.
NCHI 3
SURE 0
UTYP 1
Kind(eren):
NATI Nederlandse
Vermoedelijk was Lambrecht een zoon van Jan van der Stoup. Waarschijnlijk was hij een "Jerusalemridder". De Jerusalemsveer op zijn zerk wijst op een pelgrimstocht naar het Heilige Land en een gebroken Sint Catharinarad op desteen duidt op een bezoek aan Constantinopel. In 1543 werd hij vermeld te Poortugaal (tiende penning). Hij was toen schout te 's-Gravenambacht en in 1549 ook te Poortugaal. Hij overleed op 10-3-1552 en werd begraven in de kerk te Poortugaal.
Komt voor in het cohier van de 100e penning met 32 gemet land en een huis te Poortugaal.
--
Lambrecht meen ik op deze plaats te kunnen inpassen in de genealogie van de Strijense familie Van der Stoup, al moet uitdrukkelijk vermeld worden dat ik het bewijs daarvoor ontbeer. Op de Zuid-Hóllandse Eilanden kan ik hem evenwel in geen andere familiegroep onderbrengen en het is frappant dat deze belangrijke, in de omgeving van Poortugaal wonende boer juist in Strijen, waar een familie Van der Stoup een prominente plaats innam, belangen had. In ieder geval op het einde van zijn leven hield Lambrecht daar nog een perceelland van de Grafelijkheid in pacht. Het ligt voor de hand dat Lambrecht zijn bezittingen in en rond Poortugaal te danken had aan zijn vóór ca. 1543 gesloten huwelijk met de gezetenweduwe Liedewij Doensdr., die onmiskenbaar tot de lokale maatschappelijke bovenlaag behoorde en van wie het gebruik vanland in het betrekkelijk ver van Poortugaal gelegen Strijen niet bekend en ook onwaarschijnlijk is. Hun dochter Haesken zou hertrouwen met een Strijense boerenzoon, hetgeen ook weer wijst op een connectie met dat dorp. Lambrechts zwagers 'Comelis Doeijensoen en W(ille)m Doeijensoen vuyt Poertegel' compareerden op
De grafzerk in de kerk te Poortugaal 15-3-1542 en 15-5-1542 voor de Vierschaar te Strijen om van Lambrecht Jansz. vander taxatie te eisen van de goederen van een inwoner aldaar. Stoup(e) alias Verstoup (gen. Nb) Vermoedelijk hield ditverband met een door hen te (foto; Hollandse Vereniging vorderen betaling. Ik heb het bewijs niet kunnen vinden dat voor Genealogie ). Lambrecht vóór 1540 korenmolenaar te Poortugaal zou zijn geweest, zoals in de genealogische literatuur wel vermeld is, en evenmin dat zijn schoonmoeder Haesken Jansdr. wasgenaamd. In de 10e penning van 's-Gravenambacht over 1542 werd Lambrecht Jansz., die daar toen als schout fungeerde, aangeslagen voor het gebruik van 20 gem. en 211/2 gem., in Deijffel voor 81/2 gem. en in het landekebij de Hye voor 9 gem., alwaar hij tevens een dijk in huur had. Hij plaatste zijn handtekening onder het cohier. Blijkens de 10e penning van Poortugaal van 1543 gebruikte Lambrecht Jansz percelen van 3 gem. 371/2 r., 22 gem. min een vierendeel, 5 gem. en 1 1/2 gem. Tevens werd hij voor het duurste huis aldaar aangeslagen. In het 10e penningkohier van Pernis over 1543 is hij aangeslagen als bruiker van 6 mr. Op 30-12-1548 procedeerde Lambert Jansvan der Stoupe, als bruiker van 1 1/2 mr. in Oud-Strijen, gemeen liggend met 4 mr. 3 h., waarvan de rest toebehoorde aande kerk en de Heilige Geest van Strijen, voor het Hof van Holland. Op 25-2-1549 zou Lambrecht Jansz. van der Stoupals schout van Poortugaal gezegeld hebben, maar dit zegel is thans onherkenbaar. Vermoedelijk zegelde hij toen overigens niet als schout van Poortugaal maar van 's-Gravenambacht. In een akte van 29-5-1549 wordt melding gemaakt dat Lambrecht van der Stoup, schout van 's-Gravenambacht, met zijn schepenen 'nu ter tijt gene segel ende gebruicken' ,zodat zij twee Poortugaalse schepenen bereid vonden voor hen te zegelen. In 1553 -het jaar van zijn overlijden-gebruikte Lambrecht Jansz. van der Stoup 1 1/2 mr. omtrent de Gleede (in Oud-Strijen) in pacht van de Grafelijkheid, kennelijk hetzelfde perceel als in 1548. Lambrecht werd in de kerk te Poortugaal bijgezet onder een zerk met hetvolgende opschrift: 'Hier leijdt begrauen / Lambrecht Verstoup Jansz. ende sterf int jaer ons / Heeren MCCCCC ende / LIlden thijenden dach Martij. Bidt voer de ziele'. Op de zerk zijn uitgehouwen een Jeruzalemveer, vergezeld van heraldisch rechts twee wapens, alsmede heraldisch links van een wapen, alle uitgekapt. Onder het laatstgenoemde wapen eenSint-Catharinarad, waarvan de onderste velg is verdwenen, rustend op de punt van een dolk. Deze afbeeldingenimpliceren dat Lambrecht een pelgrimstocht naar het Heilige Land zou hebben gemaakt en daarbij Constantinopel enJeruzalem had aangedaan. Doen Willemsz. Groenendijck, stiefzoon van Lambrecht van der Stoup, werd schout Poortugaal. Uit Doen stamt de tot het patriciaat van Gouda behorende familie Van Groenendijck, waarvan diverse telgen possesseur van de memorielanden van Doen Beijensz. zouden worden. Lambrecht Jansz. met zijn erfgenamen -hiermee zullen zijn erfgenamenzijn bedoeld- worden in een onbekend jaar genoemd als belenders van memorieland aan 'de Welsche wech' onder Poortugaal.
Lambrecht Jansz VERSTOUP | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1542 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Lidewij DOENS |
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.