Genealogie Krook » Verhalen » 6B. De tak Groningen afkomstig uit Leiden (du Crocq)

6B. LEIDEN, van Leiden naar Groningen

Jaques du Crocq, jongeman van bij Bolcingien (FR) gaat op 08-12-1651 in ondertrouw met Stevenotte de le Becq, jongedochter van St. Amand (FR). Beide wonen in de Cleystraat in Leiden.
Ze zijn beide geboren in het Franstalige gebied in de Zuidelijke Nederlanden, het tegenwoordige Frankrijk en vermoedelijk als Hugenoot gevlucht naar het Noorden. Waarschijnlijk werkte Jaques in die tijd in zijn geboortestreek al in de textielbranche, omdat hij bij zijn huwelijk als beroep ‘greijnwerker’ staat.
Omdat de textielnijverheid in die periode in zijn geboortestreek niet goed liep, kwamen veel vaklieden uit de Zuidelijke Nederlanden naar steden als Leiden.

Het was aanvankelijk een huiselijk ambacht, waarbij in het begin veel thuis werd gewerkt. Een greinwerker weefde of maakte grein: oorspronkelijk een weefsel met zijde, later geiten- of kemelshaar als schering en wol als inslag (Turks grein) of geheel van wol (kamelot). Greinen worden niet gevold en geschoren en zien er daardoor oneffen uit.
Er zijn nogal wat beroepen die de maken hebben gehad met de greinnering, zoals greinereeder (degene die grein fabriceerde), greinconrooier (behandelde gekleurde grein), een greingarenverver/werker (Twijnen van greingaren om oneffen oppervlak te krijgen), greinlooier (bevestigde loodjes aan goedgekeurde grein), dubbelaarster (voegde twee of meer raden samen), greinverver, greinzwartverver. (Bron: beroepsnamenboek voor 1900 in Nederland en België door J.B. Glasbergen [2004] en de website www.beroepenvantoen.nl)

Als greinwerker kreeg je uitbetaald naar de hoeveelheid wol die je verwerkte of de breedte van het aantal geweven lakens. Het weefgetouw nam vaak het hele voorhuis in beslag en de man zwoegde van ’s morgens vroeg tot de weversklok het eind van de werkdag werd ingeluid. Werken bij kaarslicht was niet te doen, omdat je niet meer goed kon zien wat je deed, maar bovendien was het werk verboden i.v.m. brandgevaar.
Dankzij vluchtelingen uit de Zuidelijke Nederlanden met hun kennis van nieuwe technieken werd een nieuwe periode van textielnijverheid in Leiden ingeluid. Allerlei andere nieuwe stoffen als baaien, warpen, greinen, fusteinen en bombazijnen vroegen een andere techniek.

Veel aparte technieken werden sindsdien in neringen georganiseerd, die vaak een eigen hal hadden. Keurmeesters hielden de kwaliteit van de stoffen in de gaten.

De Greinhal kwam in het gebouw van het Weeshuis aan de Hooglandse Kerkgracht.
De lakennijverheid bloeide in de 17e eeuw op, waarmee Leiden de belangrijkste textielstad van Europa werd. De positie van arbeiders als Jaques bleef echter verre van rooskleurig; het was lange dagen werken en ervoor zorgen dat je iedereen aan het eten kreeg….

Jaques en Stevenotte kregen in de periode 1652-1668 10 kinderen. Ze werden allemaal gedoopt in de Vrouwekerk van de Waalse Kerk.
Pierre of Pieter zoals hij zich later noemde vertrok uit Leiden en werd soldaat in het Staatse leger.
Op 20-jarige leeftijd in 1679 duikt hij op in Emden, waar hij trouwt met Anneke Bottin.

 - Jenne  1652 -
 - Jaques  1654 - < 1657
 - Jeane  1656 - > 1684
 - Jaques  1657 -
 - Pierre (Pieter)  1659 -
 - Marie  1661 -
 - Abraham  1663 -
 - Jaqueline  1666 -
 - Suzanne  1667 -
 - Izaac  1668

 

Naamgeving van de eerste 3 generaties na Jaques du Crocq.
Jaques du Crocq wordt met de achternaam du Crocq genoemd bij zijn huwelijk en bij de geboorte van zijn 10 kinderen.
Zijn kinderen ontlenen allemaal hun achternaam allereerst bij hun doop in Leiden. 
Wanneer we daarna kijken hoe het gaat met het vastleggen van de achternamen zijn er meerdere varianten, die waarschijnlijk op het gehoor zijn opgeschreven en vanwege analfabetisme men niet goed kon controleren of dit correct was. Vastgelegde naamgegevens zijn bij een huwelijk meer betrouwbaar, dan bij bijv. een doop, omdat inschrijving van een huwelijk volgens bepaalde regels moest gebeuren en dit meestal onder leiding van een gezaghebbende gebeurde. Ongeletterdheid zal een belangrijke reden zijn geweest voor de grote variatie aan achternamen bij deze familie.
Bij Pieter, Abraham en  Izaak is te zien hoe de achternaam wordt geschreven bij hun kinderen en kleinkinderen.
 

1e generatie 2e generatie 3e generatie (aantal kinderen van 2e generatie)
Pieter du Crocq Johannes Kroock  Krock, kroock, Krook, Croock, Crooks (7)
  Jacob Kroock  Crook, Kroock, Krock, Crooks, Crook (10)
  Henricus Crooij  Croock, Krook, Crook (6)
  Helene Crooij  x (2)
  Joost Crooij  Kroock, Crock (11)
  Eike/David la Croock  x
Abraham du Crocq Jacobus de Krou  de Krou (1)
  Lijsbeth du Croij  x
  Stevenijntje de Kró  x
  Abraham du Krooe  x
  Elisabeth de Croijx  x
Izaak du Crocq Rebecca du Cro  x
  Jacobus du Kroo  x
  Magdalena du Kroo  x
  Jacomijntje de Lroo  x
  Abraham du Croix  du Croix (1x du Kroix en Corix) (10)

 

De publicatie Genealogie Krook is opgesteld door .neem contact op