Doopgetuige: Antje Simons
Zij is getrouwd met Pieter Klaasz Griek.
Zij zijn op 9 juni 1781 te Den Hoorn (Texel, NH) in ondertrouw gegaan.Bron 1
Ze zijn in de kerk getrouwd op 24 juni 1781 te Den Hoorn (Texel, NH).Kind(eren):
Bij de doop van haar kinderen wordt zij vermeld als Aaltje Alberts Remmers.
Zoiets verzint zo'n vrouw niet. Er was een Albert Remmers in Den Hoorn in de tijd van Aaltjes geboorte. Hij was een zoon van Albert Ariensz Remmers en Jantje Jans Remmers. Onmogelijk is het vaderschap van Remmers niet, maar wegens gebrek aan gegevens kan daarover weinig worden gezegd. Alleen haar moeder wist dat precies.
Over deze Albert Brouwer is niets bekend. Gezien de vermenging door Dijt van twee Aaltjes Brouwer is het de vraag of hij wel heeft bestaan.
Barnde Pietertje, in de Serie Misdaad en Straf, verhaal van J.S.M. Dijt (1963).
Voordat Dirk Jansz Knaap op 7 januari 1774 met zijn vrouw bij zijn vader het middagmaal ging gebruiken, had hij zijn huis in Den Hoorn goed afgesloten. Bij zijn terugkeer zag hij tot zijn schrik een raampje openstaan en zijn bange vermoedens werden tot zekerheid toen hij in huis Aaltje Albers, de jonge dochter van Albert Brouwer aantrof.
Het meisje trachtte hem wijs te maken, dat zij was binnengekomen om een handjevol aan haar beloofde uien te halen, maar Knaap nam met deze uitvlucht geen genoegen. Voor het huis liep Aaltjes moeder Pietertje Pieters, in de wandeling genaamd Barnde Pietertje, heen en weer, en het viel op dat zij iets in haar schort verborgen hield. Daaruit kwamen o.a. 2 roodachtige doeken, een schortedoek, wat boter en een stuk van een corente bol tevoorschijn. Barnde Pietertje gaf de gestolen goederen gewillig aan Knaap terug.
Tegen beide vrouwen was al eerder verdenking van diefstal gerezen en de schout vond dat er nu maar eens straffe maatregelen moesten worden genomen. Burgemeesters en schepenen waren het daar niet mee eens. Eenstemmig oordeelden zij, dat het door de schout Cornelis Binkhorst, de opvolger van Huijdecoper, verzamelde bewijsmateriaal onvoldoende was voor strafvervolging. Waarschijnlijk dankten de vrouwen hun vrijheid slechts aan de onbekwaamheid van de schout.
Aaltje Brouwer is later nog huishoudster geweest bij Arend van Brederode, de handelaar die in 1805 wegens diefstal van een schaap tot 10 jaar tuchthuisstraf werd veroordeeld.
Bron: Irene Maas
Vergadering 30 Mey 1797
De Commissie benoemd tot aanstelling eener Turftonster aan den Hoorn, berigt dat zy tot dat eynde aldaar aangesteld hadden Aaltje Albers wed. Pieter Griek en dat zy dezelve in den Eed hadde genomen en qualificatie gegeven- Geapprobeerd en de Commissie bedankt.
[Turftonnen. Wat hield dat werk in? De turf kwam met schepen uit het oosten, Drenthe.
Op Texel werd de turf overgeladen in tonnen, nauwkeurig gemeten door de turfmeters. Dan ging de turf per kar naar de afnemers, waar de turf uit de ton gehaald werd en opgestapeld in het turfhok. Bij dit werk waren veel weduwvrouwen ingeschakeld, die er een karig loontje aan verdienden. In Den Hoorn waren steeds twee turftonsters].
Het viel allemaal niet mee in het leven van Aaltje. Men gaat liever niet uit stelen, maar hongerlijden is ook moeilijk. Toen ze eenmaal weduwe was redde ze het helemaal niet meer. Zij werd 'geconfineerd', dat betekent dat ze in een tuchthuis werd opgesloten.
Wat haar ergerlijk gedrag inhield staat er niet bij.
Voor haar kinderen moest worden gezorgd, maar daar wilde de Gereformeerde Gemeente van Den Hoorn niets van weten. Zij hadden Aaltje Albers uit hun gemeente gestoten en vonden dat haar kinderen daarom niet onder hun verantwoordelijkheid vielen.
De Gemeenteraad dacht daar heel anders over- de kinderen waren gereformeerd gedoopt en dus lid van de gemeente, al hadden zij geen belijdenis gedaan. In andere gevallen telde de Gereformeerden zulke gevallen ook mee als lid, zoals bij de berekening van het aantal zielen wegens de verdeling van de kerkgebouwen, toen het erom ging zo veel mogelijk leden te hebben. Wie toen meetelde kon nu niet afgewezen worden.
De kinderen waren al een tijdje onderhouden door de 'Gemeene' (algemene) Armen, maar dat was beslist de bedoeling niet. Het geld in die pot was uitsluitend bestemd voor mensen die bij geen enkel kerkgenootschap waren aangesloten- en dat waren er meer dan men zou denken.
Aaltje heeft kennelijk haar straf overleefd- veel vrouwen waren niet zo flink of gelukkig. Zij overleed op Texel.
255a Vergadering van de Gemeenteraad den 12 November 1799
Binne gestaan Cornelis List als Armevoogd aan den Hoorn, gelast om de Kinderen van P.Kl. Griek en Aaltje Alberts, daar deselve Lidtmaat van het gereformeerde Kerkgenootschap geweest zyn, aan 't zelve Kerkgenootschap op te dragen en de reeds gemaakte kosten voor die Kinderen van gezegde Kerkgenootschap terug te vorderen-
257 Vergadering 15 November 1799
Binne gestaan Gereformeerde diaconen aan den Hoorn, vragende in plaatse over de Kinderen van Aaltje Albers, welke om haar ergerlijk gedrag geconfineerd geen Ledemaat van de gereformeerde meer is.
Daar die Kinderen bij hunne geboorte by de gereformeerde zijn ingelijfd niet nadat de Moeder om haar gedrag geconfineerd was, ook daar volgens publicatie wegens de Schikking der kerkgebouwen zig uitdrukt, dat de berekening geschieden na de relatieve meerderheid der Zielen, zonder dat doop of belijdenis eenige uitzondering maakt- en dus wel degelijk tot de gereformeerde behooren, is hun aangezegt, dat men bij de genome resolutie bleef persisteeren- hebbende also Diac: verklaard zig nader te zullen addresseeren-
Het laatste woord was hierover nog niet gezegd.
Vergadering 28 Jan. 1800
Binnen gestaan de gemeene ArmeVoogden van den Hoorn, zig als nog beklagende: dat de Kinderen van Klaas Griek en Aaltje Albers geweest zynde Leeden van de Geref. Gemeente als nog bij hun door de gereformeerde Gemeente in Alimentatie gelaten worden-
En is de Bode gelast uit Naam deeser Vergadering Diac. Der Geref. Gem: aan den Hoorn aantezeggen: als nu onverwyld, die Kinderen naar zig te moeten neemen; als meede de kosten te moeten restitueeren, welke die Kinderen by de gemeene Armen veroorsaakt hebben-
Al voor haar dood werd het huisje van Aaltje in Den Hoorn afgebroken.
204a Vergadering 6 January 1807
Binnen gestaan Jan Jac. Boon, versoekende dat aan hem mag werden afgestaan, de geabandonneerde Erve van Grietje Klaas, Aaltje Albers en Cornelis Prins- geaccordeerd onder die mits dat door hem aan Straat voor die Erve eene behoorlijk Stek word geplaatst voorts betuind, en dat de straatjes of voetpaden voor de Erve door hem worden gemaakt en also onderhouden.
Bron: Irene Maas
Aaltje was huishoudster geweest bij Arend van Brederode, staat in het verhaal van Dijt. Dat is een verhaal apart, want waarom deze Arend op Texel was is nog niet duidelijk.
Wel zijn er in de loop der jaren totaal 21 bladzijden over hem genotuleerd. Hij rommelde met onroerend goed. Toen hij in 1805 veroordeeld kon worden wegens gerommel met een schaap, aarzelde de Schout geen moment. Eindelijk konden ze van die man afkomen.
Toen Arend eenmaal weg was, moest voor zijn dochter Kaatje worden gezorgd. Omdat Arend niet van Texel kwam en ook niet met een Texelse vrouw was getrouwd, staat hij niet in de Texelse geslachtenboeken, en is hij onvindbaar op het internet. Hij had een broer in Alkmaar, bleek uit de correspondentie.
In die brieven duikt de naam van Aaltje Albers op. Zij kende Kaatje van Brederode goed, had nog voor haar gezorgd na de dood van haar moeder. Maar de man bij wie het meisje in huis was, gaf haar geen toestemming om met Kaatje naar Amsterdam te gaan om vader Arend op te zoeken. Dat betekent dat Aaltje in die tijd vrij was en naar haar 'pleegdochter' was gegaan.
Vergadering 17 December 1805
Ingekomen Missive van Klaas Warnaar te Winkel, geschreeven aldaar den 28 Nov. 1805 inzendende: de reekening zo van Kleederen als Kostgeld voor Kaatje Brederode te zamen f 29.17.4 en verder te kennen gevende: dat de geweesene Huishoudster van Arend van Brederode, Aaltje Albers, om Kaatje had geweest ten einde mee te gaan na Amsterdam, zo zy voorgaf bij haar Vader in 't Rasphuis, maar dat hy zulks onder goedkeuring van dit bestuur had geweigerd, dan al verder: dat Kaatje Brederode volgens haar eigen inleggende versogt: om de schoengespen van haar Vader-
Waar over zynde gedelibereerd is eerstelyk geresolveerd: zo ras de gelegenheid zig voordoed, gemelde Klaas Warnaar het geld te zenden en hem alvorens daar van kennis te geven, als meede: dat men zyn gedrag ten opzigte van het weigeren van Kaatje van Brederode goedkeurd, met vermaan zo voort te gaan en het Meisje op allerlye wyse zo veel mogelyk te willen behoeden en het pad der Deugd te doen bewandelen- dog wat het versoek om de gespen van haare Vader aangaat, dat men daar niet in bewilligen kan
Bron: Irene Maas
Aaltje Alberts Brouwer | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1781 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Pieter Klaasz Griek |