Genealogie Gomes » Matthijs Leendertsz den Berger (1763-1831)

Persoonlijke gegevens Matthijs Leendertsz den Berger 

• Hij is geboren op 12 september 1763 in Oudeschild (Texel, NH).Bron 1
• Hij werd gedoopt op 18 september 1763 in Oudeschild (Texel, NH).Bron 2

  Doopgetuige: Neeltje Vemeulen

• Beroep: 's Lands Deurwaarder bij de Gemeene Middelen (1796); penningmeester over de 28 polders (1796);landeigenaar (1815, 1831).
• Hij is overleden op 4 februari 1831 in Brakestein (Texel), hij was toen 67 jaar oud.Bron 1

  Hij is overleden om 18.00u; aangifte overl op 5 feb 1831 door Arnoud Langeveld, 37 jaar, vrederechter en Sicco Rienstra Slothouwer, 33 jaar, predikant; beiden wonende in Den Burg

• Een kind van Leendert Matthijsz den Berger en Antje Maartens Zuijdewind
• Deze gegevens zijn voor het laatst bijgewerkt op 16 maart 2023.

Gezin van Matthijs Leendertsz den Berger

Hij is getrouwd met Annaatje Vlaming Bommel.

Zij zijn op 6 april 1788 te Texel in ondertrouw gegaan.Bron 3

Kind(eren):

1. Leendert Matthijsz den Berger  1789-1862 
2. Anna Matthijs den Berger  1791-1828
3. Gerrit Matthijsz den Berger  1793-1845 
4. Cornelis Matthijsz den Berger  1795-1800
5. Jan Matthijsz den Berger  1797-1797
6. Maartje Matthijs den Berger  1797-1883
7. Jan Matthijsz den Berger  1799-1805

Notities over Matthijs Leendertsz den Berger

Uit Den Burg 1622-1830 van Thijs en Miriam Klaassen.

B286 (erf van kad 4) Huis en erf Binnenburg
Dit huis was belast mer een erfpacht van f 1,- ten behoeve van de gereformeerde kerk. De eigenaar van B287 (kad 4 en 5) mocht door de poortjes op het erf van dit huis komen, omdat dit de enige manier was om de ramen te wassen. Het huis is voor de invoering van het kadaster gesloopt.
1796 - kad Matthijs den Berger kocht het huis. Hij was deurwaarde en penningmeester over de 28 polders. Dit huis heeft hij waarschijnlijk na de eeuwwisseling laten slopen.

B287 Huis, schuur en erf hoek Binnenburg/Nieuwstraat
De ger kerk ontving jaarlijks f 2,- erfpacht voor dit huis.
De schuur (kad 5) lag ten oosten van het huis in de NIeuwstraat.
- kad Bij de invoering van het kadaster was Matthijs den Berger de eigenaar. Hij bezat het huis al in 1803. In dat jaar boog de municipaliteit zich over de vraag wie verantwoordelijk was voor het schoonhouden van het steegje dat achter de schuur langs liep en van het kerkhof naar de Nieuwstraat voerde. Het was op dat moment onduidelijk wie de eigenaar van het steegje was.
In 1830 woonde de dokter Sipke Galama waarschijnlijk in dit huis. Hij was geboren in Harlingen en was in 1824 getrouwd met Sipkje Visser, die in Di=okkum was geboren. Het echtpaar had zich nog maar pas op Texel gevestigd en had hiervoor in Rinsumageest gewoond. De dokter had ook een dienstmeid, die Doedje de Lange heette. Zij verhuisden binnen enkele jaren terug naar Friesland.

---
Notaris Jan Star
N 20-6-1802
Matthijs den Berger en Annatje Vlaming Bommelsdogter
Hebben [verkocht] aan de Burger Abraham Schram tot Medemblik
Een Capitaale Leeningsbrief ten lasten van de Magistraaten en gedeputeerdens van de steden van Westvriesland en 't Noorderquartier ten Comptoire der stad Medemblik dd 1-7-1673, staand ten naame van Regenten van den Hoorn op Texel f 308.n. 662, groot 1580.-
Aanbedeeld uit de nalatenschap van Anna Hoogland, dogter van Cornelis Hoogland en Neeltje Bommel-

Notaris Jan Star 1812
63: koop Adriaan van Daalen Alkmaar x Helena den Berger [verkocht] aan Matthijs den Berger het huijs Brakenstein

Notaris Jan Star 1813
8: koop Matthijs den Berger [verkocht] aan Cornelis Cornelisz Boon een Schapenboed met 1 h 25 a in de polder het Kleij belend ten z de Erve Arie Kikkert, ten n het dorp den Burg

Notaris Jan Star 1815
3: 1-3-1815 Matthijs den Berger, Landeigenaar, woonagtig op de Buitenplaats Brakenstein, in het Kohier der Verponding genommert met n 420
Dat hij bij besluit van zijne Koninglijke hoogheid, onze geëerbiedigde Souverein, van den 8-2-1815, is benoemd en aangesteld tot Rentmeester der Domeinen van Texel en de Helder, als nu in de verpligting is, om ten behoeve van den Lande behoorlijke Borgtogt te stellen ingevolge de voorschriften door ZKH gegeven- 2400.- nodig, daartoe [hypotheek op een aantal stukken land]

15: 17-8-1815 acte van substitutie Jan Bakker de jonge en Matthijs den Berger- veel namen- om van den Heer Thieriot de Grave, diestijds Entrepreneur der Fortificatie werken, thans te Antwerpen, te vorderen zodanige gelden, als zij ieder voor zig zelve in 1812, door of op ordre van genoemde Entrepreneur, van de Landen gelegen bij Redoute, Schans en Lunette, afgestoken graszoden, volgens de daar van gedaane opmetinge, deugdelijk zijn competeerende.

Notaris Jan Star 1816
1: 1-1-1816 contract van Ruiling Matthijs de Berger, Rentmeester van Rijksdomeinen op Texel, de Helder en Wieringen, Brakenstein ende Pieter Reiersz Keizer, huisman, BG, ruilden 2 stukken lands
Bron: Irene Maas

---
Notaris Abraham Wentel 1771-1811
1498: 21 louwmaand 1810 proc Matthijs den Berger en Gerrit Bakker, Regenten van het algemeene Weeshuis van Texel [machtigden] Jan Star
Specialijk omme voor Heeren Schepenen van Texel, als Eisscher in Rechten te ageeren, tegens Reier Groof, tot bekoming van 172.14.- voor een Jaar Huur van een Schapen Boe en land, aan het Weeshuis verschuldigd-
Bron: Irene Maas

---
Notaris Beets 1813
N 19 26-3-1813 ten verzoeke van Willem Rab N 165 en Jan Kleun Michielsz Helenius N 264, als diaconen der Mennonite Gemeente van BG, Waal en OD-
Lindeboom verhuur 12 stukken land-
N 3 gehuurd door Pieter Joosten Breker, Brakenstein, voor de Heer Matthijs de Berger
Bron: Irene Maas

---
Notaris Beets 1815-1816
N 361 Verhuring van domeingronden in het Gerritsland
In den Jare 1815, den 14 Julij, des voormiddags ten 10 uren, heb ik Simon Theodorus Beets, Openbaar Notaris, in de residentie van Texel, in tegenwoordigheid van de hierna genoemde getuigen, die deze met mij Notaris onderteekend hebben;
Ten verzoeke van den Heer Matthijs de Berger, Rentmeester der Domeinen te Texel, wonende op Brakenstein, binnen de gemeente van Texel voornoemt;
Mij vervoegd ten huize van Jan Jacobsz Boon, kastelein in de Herberg de Lindeboom, staande aan den Burg, binnen de voorzeide gemeente, en aldaar op den Groene-plaats N 272, om de hierna te meldene 23 perceelen publiek te verhuren; als hebbende de gemelde Requirant te kennen gegeven bij aangeplakte billieten te hebben doen bekend maken dat dezelve heden Ochtend ten 10 Uren, ten huize van Jan Jacobsz Boon voornoemt, en ten overstaan van mij Notaris, in het openbaar zouden worden verhuurd.
En is vervolgens door mij Notaris, in tegenwoordigheid van de natemeldene getuigen, aan de omstanders voorlezing gedaan van de navolgende door den Heere Hoofd-administrateur der Domeinen geapprobeerde Conditien en voorwaarden, zoo als dezelve door den Requirant woordelijk aan mij Notaris zijn opgegeven, en op welke hij begeerde dat de gedachte perceelen zouden worden verhuurd; luidende dezelve als volgt:
Conditien en voorwaarden
Waarna, ingevolge autorisatie van den Heere Hoofd-administrateur der Domeinen, de dato 30-6-1815, N 39, door den rentmeester der Domeinen te Texel M. den Berger zal worden verpacht 23 perceelen land in de Polder Gerritsland, waarvan een stuk in de Polder Ongeren gelegen, alle op den Eilande Texel, voor den tijd van 3 agtereen volgende jaren, ingegaan met den 1 Januarij 1815 en eindigende den 31 December 1817, in maniere als volgt.
1 Deze verhuring wordt gedaan voor den tijd van 3 agtereen volgende jaren, waarvan het eerste jaar ingegaan zal zijn met den 1 Januarij 1815 en eindigende den 31 December 1817, op zodanige voet en wijze als ze in vorige jaren zijn verhuurd geworden, om op deze landen niet te mogen graven of verder te verslegten, maar te gebruiken als eigen land, en aan geen ander mogen over doen dan met voorkennisse van den Verhuurder; ook in de sloten geene dammen te mogen leggen, en de uitwateringen, zoo door de beschouwing daarop geschiedt, ten hunnen kosten behoorlijk opgemaakt moeten zijn, zonder daarvoor iets te kunnen pretenderen.
2 De Huurders zullen haar uitgeloofd huurpenningen moeten voldoen, voor den 31 December aanstaande het eerste jaar, en zoo vervolgens van jaar tot jaar, vermits ieder Perceel boven de 20 stuivers beloopt, maar zoo dezelve minder is, dan binnen een maand alle pachtpenningen in eene, aan het Kantoor van den rentmeester komen afdoen; verders zullen de Huurpenningen, het zij die boven of beneden de 20 stuivers zijn tegen 21 en een quart stuivers gereekend moeten worden, Ook zullen ieder na rato der kosten van hunne gepagte de Registratie der Conditien als anderzints, mitsgaders nog eene stuiver per pachtgulden, boven de uitgeloofde Huur voor en tot bij dragen der kosten te moeten voldoen.
3 De Pachters zullen dadelijk na het gehuurde moeten stellen 2 sufficante borgen ten genoege van den Rentmeester, en dat ieder dezer borgen zich zal stellen als Principale debiteur, onder afstand van de benificia ordinis, divisienis et accusionis en alle andere exceptien volgens de tegenwoordige of toekomende wetten bekend.
4 De Verpachting zal geschieden op de 14-7-1815, aan de meestbiedende, onder voorbehouding van de nadere goedkeuring van den hoofd-administrateur, ten overstaan van den Notaris Simon Theodorus Beets alhier, ten huize van Jan Boon, kastelein in de Lindeboom, alwaar de Conditien mede en ten Kantore van den rentmeester ter lezing zijn.
Waarna door mij Notaris, in tegenwoordigheid der natemeldene getuigen, tot de voorschreeve Verhuring, onder voorbehouding van de nadere goedkeuring van den Heere Hoofd-administrateur der Domeinen zijnde overgegaan, zoo is op dezen voet, in hure gepresenteerd geworden:
1 Een stuk land, genaamt het Hooge Koogje, gannexeerd aan de Middelkoog, groot 200 roeden, gelegen in de Polder Gerritsland.
Van welk perceel Pachter geworden is Jacob Jansz Verberne, Boer, wonende op de Mient, voor de somma van 3 stuivers in het jaar, voor welk persoon zich als borgen hebben gesteld Jacob Gerritsz Schraag en Jan Gerritsz Spigt, beide Boeren, aan de Westen woonachtig.
2 Een stuk land, genaamd de Westerkoog, gelegen als voren
Van welk perceel Pachter is geworden de voornoemde Jacob Jansz Verberne, voor eene somma van 1 stuiver in het jaar; borgen Jacob Gerritsz Schraag en Jan Gerritsz Spigt.
3 Een stuk land genaamd de Blink, groot 400 roeden, gelegen als voren.
Van welk perceel Pachter geworden is de gemelde Jacob Jansz Verberne voor eene stuiver in het jaar, borgen Jacob Gerritsz Schraag en Jan Gerritsz Spigt.
4 Een stuk land, genaamt de Huiskoog, groot 900 roeden, gelegen als voren.
Van welk perceel Pachter geworden is de gemelde Jacob Jansz Verberne voor 10 stuivers in het jaar, borgen Jacob Gerritsz Schraag en Jan Gerritsz Spigt.
5 Een stuk land genaamt de Hooge Koog, groot 1800 roeden, gelegen als voren.
Van welk perceel al mede Pachter geworden is den gemelde Jacob Jansz Verberne voor eene stuiver in het jaar, borgen Jacob Gerritsz Schraag en Jan Gerritsz Spigt.
6 Een stuk land, genaamt het Wilde Land,
Van welk perceel insgelijks Pachter geworden is de gemelde Jacob Jansz Verberne voor 2 stuivers in het jaar, borgen Jacob Gerritsz Schraag en Jan Gerritsz Spigt.
7 Een stuk land, genaamt de Hooge Nelle Koog, groot 300 roeden, gelegen als voren
Van welk perceel Pachter geworden is de gemelde Jacob Jansz Verberne voor eene stuiver in het jaar, borgen Jacob Gerritsz Schraag en Jan Gerritsz Spigt.
8 Een stuk land, genaamt de Enterlingenweid groot 1150 roeden, gelegen als voren.
Van welk perceel Pachter geworden is Cornelis Cornelisz Boon, doende Boerenbedrijf, wonende aan de Burg, voor eene somma van 1 gulden 10 stuivers in het jaar; voor welk persoon zich als Borgen hebben gesteld Jan Paulusz Kikkert, Brood-Bakker, wonende aan den Burg, met en benevens den reeds dikmaals gemelden Jacob Gerritsz Schraag.
9 Een stuk land, genaamd de Molenkoog, groot 800 roeden, gelegen als voren.
Van welk perceel Pachter geworden is de gemelde Jacob Jansz Verberne voor eene gulden en 10 stuivers in het jaar, borgen Jacob Gerritsz Schraag en Jan Gerritsz Spigt.
10 Een stuk land, genaamd de Peters-koog, gelegen als voren.
Van welk perceel Pachter geworden is de gemelde Jacob Jansz Verberne voor 2 stuivers in het jaar, borgen Jacob Gerritsz Schraag en Jan Gerritsz Spigt.
11 Een stuk land, genaamt de Koren en Kuipers-koog, gelegen als voren.
Van welk perceel Pachter geworden is de gemelde Jacob Gerritsz Schraag, voor eene somma van 16 stuivers in het jaar, voor welk persoon zich als borgen hebben gesteld de medegemelde Jacob Jansz Verberne en Cornelis Cornelisz Boon.
12 Een stuk land, genaamt de Kerkenkoog, gelegen als voren.
Van welk perceel Pachter geworden is den gemelde Jacob Jansz Verberne voor eene stuiver in het jaar, borgen Jacob Gerritsz Schraag en Jan Gerritsz Spigt.
13 Een stuk land genaamt Haanskoog, gelegen als voren.
Van welk perceel Pachter geworden is den gemelde Jacob Jansz Verberne voor eene stuiver in het jaar, borgen Jacob Gerritsz Schraag en Jan Gerritsz Spigt.
14 Een stuk land, genaamt Dijkjenkoog, gelegen als voren.
Van welk perceel Pachter geworden is de gemelde Jacob Jansz Verberne voor eene stuiver in het jaar, borgen Jacob Gerritsz Schraag en Jan Gerritsz Spigt.
15 Een stuk land, genaamt de Blaauwkoog, groot 450 roeden, gelegen als voren.
Van welk perceel Pachter geworden is de gemelde Jacob Gerritsz Schraag, voor eene somma van 6 stuivers in het jaar, voor welk persoon zich als borgen hebben gesteld de medegemelde Jacob Jansz Verberne en Cornelis Cornelisz Boon.
16 Een stuk land, genaamt de Korenkoog, gelegen als voren.
Van welk perceel almede de Pachter geworden is de gemelde Jacob Schraag, voor eene somma van 8 stuivers in het jaar, voor welk persoon zich als borgen hebben gesteld de medegemelde Jacob Jansz Verberne en Cornelis Cornelisz Boon.
17 Een stuk land, genaamt het Hooiland, gelegen als voren.
Van welk perceel Pachter geworden is de gemelde Jacob Jansz Verberne voor eene stuiver in het jaar, borgen Jacob Gerritsz Schraag en Jan Gerritsz Spigt.
18 Een stuk land, genaamt het Land van G. Tyssen, gelegen als voren.
Van welk perceel Pachter geworden is de gemelde Jacob Jansz Verberne voor eene stuiver in het jaar, borgen Jacob Gerritsz Schraag en Jan Gerritsz Spigt.
19 Een stuk land, genaamt aan het Wildeland, groot 850 roeden, gelegen als voren.
Van welk perceel Pachter geworden is de gemelde Jacob Jansz Verberne voor 10 stuivers in het jaar, borgen Jacob Gerritsz Schraag en Jan Gerritsz Spigt.
20 Een stuk land genaamt het Land van Trijn Jans, gelegen als voren.
Van welk perceel Pachter geworden is de gemelde Jacob Jansz Verberne voor eene stuiver in het jaar, borgen Jacob Gerritsz Schraag en Jan Gerritsz Spigt.
21 Een stuk land, gnaamt de laage Nellekoog, groot 150 roeden.
Van welk perceel Pachter geworden is de gemelde Jacob Jansz Verberne voor eene stuiver in het jaar, borgen Jacob Gerritsz Schraag en Jan Gerritsz Spigt.
22 Een stuk land, genaamt de Keuken, gelegen als voren.
Van welk perceel almede de Pachter geworden is Jacob Schraag voormeld, voor eene somma van 2 stuivers in het jaar, waarvoor zich als borgen verbonden hebben gesteld de gemelde Jacob Jansz Verberne en Cornelis Cornelisz Boon.
23 Een stuk land, genaamt de Honderd Roeden, gelegen in de Polder Ongeren.
Van welk perceel Pachter geworden is Sybrand Keijser, Dijkgraaf van Texel, voor eene somma van 2 stuivers in het jaar, borgen Jacob Jansz Verberne en Jacob Gerritsz Schraag.
En heb ik Notaris voornoemt van al het alzoo verrigte dit tegenwoordig Proces Verbaal opgemaakt en gesloten, ten dage, maande, jare en plaatse als in den hoofde dezes is gemeld, in tegenwoordigheid van Arie Roeper Gerritszoon, kleer-maker, en Mees Disper, sjouwer-man, beide aan den Burg op Texel voornoemt woonachtig, als getuigen ten dezen uitdrukkelijk verzocht, waarna hetzelve, na gedane voorlezing, door den Requirant in deszelfs qualiteit als verpachter; voorts door alle de hiervorengemelde Pachters en derzelver Borgen, en eindelijk door de voornoemde getuigen en Notaris, is geteekend, en alzoo deze minute gebleven onder de bewaring en in het bezit van gemelden Notaris Simon Theodorus Beets.
Geregistreerd totaal 8.87 10 % -.89 16 % 1.43 14.19 f 8.6.10

N 361 14-7-1815 ten verzoeke van Matthijs den Berger, Rentmeester der Domeinen te Texel, Brakenstein- in de Lindeboom- verhuren
1 het Hooge Koogje geannexeerd aan de Middelkoog in de Polder Gerritsland, van welk perceel Pachter is geworden Jacob Jansz Verberne, wonende op de Mient voor -.3.- in het jaar- borgen Jacob Gerritsz Schraag en Jan Gerritsz Spigt, Westen-
2 Westerkoog -.1.- idem
3 de Blink -.1.- idem
4 de Huiskoog -.10.- idem
5 de Hooge Koog -.1.- idem
6 het Wilde land -.10.- idem
7 Hooge Nelle Koog -.1.- idem
8 de Enterlingweid Cornelis Cornelisz Boon, Boerenbedrijf, BG, 1.10.- borgen Jan Paulusz Kikkert, BG, enJacob Gerritsz Schraag
9 de Molenkoog JJ Verberne 1.10.- Schraag en Spigt
10 de Peter-koog -.2.- idem
11 de Koren en Kuipers-koog Jacob Gerritsz Schraag -.16.- borgen JJ Verberne en CC Boon
12 de Kerkenkoog JJ Verberne -.1.- Schraag en Soigt
13 de Haanskoog JJ Verberne -.1.- idem
14 Dijkjenkoog -.1.- iden
15 de Blaauwkoog Jacob Gerritsz Schraag -.6.- JJ Verberne en CC Boon
16 de Korenkoog J Schraag -.8.- idem
17 het Hooiland JJ Verberne -.1.- Schraag en Spigt
18 het land van G. Tijssen -.1.- idem
19 aan het Wildeland -.10.- idem
20 het Land van Trijn Jans -.1.- idem
21 de laage Nollekoog -.1.- idem
22 de Keuken JG Schraag -.2.- Verberne en Boon
23 een stuk lan in Polder Ongeren Sybrand Keijser, Dijkgraaf -.2.- Verberne en Schraag
Bron: Irene Maas

---
Notaris Beets 1815-1816
N 362 Verpachting van domeingronden bij de Koog
In den Jare 1815, den 14 Julij, des voormiddags ten 11 uren, heb ik Simon Theodorus Beets, Openbaar Notaris in de residentie van Texel, in tegenwoordigheid van de hierna genoemde getuigen, die deze met mij Notaris onderteekend hebben;
Ten verzoeke van den Heer Matthijs den Berger, Rentmeester der Domeinen te Texel, wonende op Brakenstein, binnen de gemeente van Texel voornoemt
Mij vervoegd ten huize van Jan Jacobsz Boon, kastelein in de Herberg de Lindeboom, staande aan den Burg, binnen de voorzeide gemeente, en aldaar op de Groeneplaats N 272, om de hierna t melden 9 perceelen land publiek te verpachten, als hebbende de gemelde requirant te kennen gegeven, bij aangeplakte billieten te hebben doen bekend maken dat dezelve heden Ochtend ten 10 Uren, ten huize van Jan Jacobsz Boon voornoemt, en ten overstaan van mij Notaris, in het openbaar zouden worden verpacht.
En is vervolgens door mij Notaris, in tegenwoordigheid van de natemeldene getuigen, aan de omstanders voorlezing gedaan van de navolgende door den Heere Hoofd-administrateur der Domeinen geapprobeerde Conditien en voorwaarden, zoo als dezelve door den Requirant woordelijk aan mij Notaris zijn opgegeven, en op welke hij begeerde dat de gedachte perceelen zouden worden verhuurd; luidende dezelve als volgt:
Conditien en voorwaarden
Waarna door M. den Berger Rentmeester der Domeinen te Texel, ingevolge autorisatie van den Heere Hoofd-administrateur der Domeinen, de dato 30-6-1815, N 38, zal worden verpacht 9 perceelen Et en Hooyland, gelegen in de Polder de Koog op het Eiland Texel, voor den tijd van 3 agtereen volgende jaren, ingegaan met den 1 Januarij 1815 en eindigende den 31 December 1817, in maniere als volgt.
1 Deze verhuring wordt gedaan voor den tijd van 3 agtereen volgende jaren, waarvan het eerste jaar ingegaan zal zijn met den 1 Januarij 1815 en eindigende den 31 December 1817, op zodanige voet en wijze als ze in vorige jaren zijn verhuurd geworden, om op deze landen niet te mogen graven of verder te verslegten, maar te gebruiken als eigen land, en aan geen ander mogen over doen dan met voorkennisse van den Verhuurder; ook in de sloten geene dammen te mogen leggen, en de uitwateringen, zoo door de beschouwing daarop geschiedt, ten hunnen kosten behoorlijk opgemaakt moeten zijn, zonder daarvoor iets te kunnen pretenderen.
2 De Huurders of Pachters zullen gehouden zijn alle deze landen te moeten gebruiken als et- tot et, en Hooi- tot Hooiland, en hierin geen verandering te mogen maken dan met voorkennis en goedkeuring van den Verhuurder, ook de landen met Hoorn en schaapvee te beweiden, edoch in geene gevallen zal daarop in de maanden December, Januarij, Februarij en Maart Paarden mogen gehouden worden.
3 De Huurders zullen deze landen, behoorlijk moeten bemesten, betuinen, besloten en opgreppelen, alsmede de stekelen afmaaijen, bollen en sporten steeken, de bollen en grippels zooden te plaatsen, daar waar zulks het meest dienstig zal zijn, zonder daarom iets te mogen pretenderen, voorts de wateringen (zo zij er zijn) houden buiten alle keur en schouwen, waarvoor de Huurders aansprakelijk zijn, en wijders verrigten al het geene waartoe den eigenaar door de gewoonte, het gebruik of plaatselijke wetten gehouden was.
4 Ook zullen de Huurders deze Perceelen aan geen ander mogen overdoen, of verhuren dan met schriftelijke toestemming van den Verhuurder en verpligt zijn dadelijk wanneer het hooygewas van het land is tegen de naastgelegene Eigenaars te moeten betuinen en sloten, anders ten zijnen kosten zal worden gedaan. Ook zullen gehouden zijn bij het eindigen der huur de landen weder in zoodanigen staat opteleveren dat dezelve behoorlijk geheint en de koe en Paarden hoopen over hetzelve fijn gestrooid zijn, zonder wegens het een of ander eenige kortingen of schadeloos stellingen te mogen pretenderen.
5 De Pacht-penningen zullen moeten betaald worden in handen van M. den Berger, Rentmeester der Domeinen, ten zijnen kantore gevestigd te Texel, voor den 31 December van ieder jaar, de Gulden gerekend tegen 21 en een quart stuivers. Ook zullen de huurders terstond na de approbatie ten Kantore voorschreve moeten voldoen zo de kosten van registratie als anderszins, voor zoo verre hetzelve op hun gepachte betrekking heeft; mitsgaders 1 stuiver per Pacht-gulden, voor en tot bijdrage der kosten van de tegenwoordige verpachting.
6 De Pachter of Huurder zal 2 goede en voldoende borgen moeten stellen ten genoege van den Rentmeester voornoemd, waarvan ieder borg zich verbindt als Principale debiteur, onder afstand van de benificien ordinis, divisienis et accusionis en alle andere volgens de tegenwoordige of toekomende wetten bekende exceptien.
7 Alle verschillen welke zich betrekkelijk dezen verpachting mogten opdoen zal door de Verpachter worden beslist, zonder beroep op Geregtshoven.
8 De Verpachting zal geschieden op de 14-7-1815, aan de meestbiedende, onder voorbehouding van de nadere goedkeuring van den hoofd-administrateur, door en ten overstaan van den Notaris Simon Theodorus Beets, ten huize van Jan Boon, kastelein in de Lindeboom aan den Burg op Texel den 14 Julij aanstaande, alwaar, gelijk mede en ten Kantore van den voorschreve rentmeester de Conditien ter lezing zullen leggen.

Waarna door mij Notaris, in tegenwoordigheid der natemeldene getuigen, tot de voorschreeve Verhuring, onder voorbehouding van de nadere goedkeuring van den Heere Hoofd-administrateur der Domeinen zijnde overgegaan, zoo is, op dezen voet, in hure gepresenteerd geworden:
1 Een stuk land, groot ongeveer 540 Roeden, gelegen bij de Koog, genaamt het Zuiden van het Niepkedel, belendende aan Pieter Cornelisz Boon en Dirk Jansz Keesje.
En is daarvan Pachter geworden Jacob Simonsz Smit, wonende aan de Waal, en aldaar het Boerenbedrijf uitoefenende, voor eene somma van 60 Guldens in het jaar, voor welk persoon zich als borgen hebben gesteld Cornelis Cornelisz Boon en Jacob Jansz Verberne, beide landbouwers, de eerste aan den Burg en de tweede op de Mient woonachtig.
2 Een stuk land, groot ongeveer 460 Roeden, gelegen als voren, genaamt het Noorden van het Niepkedel, belend als het voorgaande.
Pachter Jacob Wuijs, doende Boerenbedrijf en wonende in Everste Koog, voor 50 Guldens, borgen Cornelis Cornelisz Boon, met en benevens Pieter Cornelisz Boon, wonende aan de Koog.
3 Een stuk Weiland, groot ongeveer 300 Roeden, gelegen als voren, genaamt het Kerkekoogje, belendende aan de Weduwe Kors Bakker en den Weg.
Pachter Jan Jansz Spigt, Boer, wonende aan de Koog, voor 40 Gulden. Borgen Jan Gerritsz Spigt en Simon Ariensz Bakker, de eerste wonende aan de Westen en de tweede aan de Koog
4 Een stuk land, groot ongeveer 300 Roeden, genaamt Stoffelstuin, belendende aan Pieter Boon en de weg.
Pachter Cornelis Dirksz Dijt, wonende op de Mient, voor 19 Guldens. Borgen Jacob Jansz Verberne en Jan Gerritsz Spigt.
5 Een stuk land, 50 Roeden, genaamt Oude Dijkje Miente glop,
Pachter Dirk Arisz Eeleman, Burger Nieuwland, voor 11 stuivers. Borgen Jacob Eeleman en Jan Pietersz Dijksen, de eerste in de Polder de Koog en de tweede in Ongeren woonachtig.
6 Een stuk land, groot 50 Roeden, het Omloopje, belendende aan de gemeene Heide.
Pachter Dirk Arisz Eeleman, 1 Gulden en 4 stuivers, borgen Jacob Eeleman en Jan Pietersz Dijksen.
7 Een stuk land, groot ongeveer 100 Roeden, het Naaste Miente glop. Pachter Simon Ariensz Bakker, voor 13 guldens, borgen Jan Gerritsz Spigt en Jan Jansz Spigt.
8 Een stuk zandig Weiland, 100 Roeden, gelegen aan de Koog, genaamt het Voorste van Miente glop, belendende aan de Heide.
Pachter Gerrit Keesje, doende Boerenbedrijf, wonende aan de Koog, voor 1 gulden en 1 stuiver in het jaar. Borgen Jan Jansz Spigt en Hendrik Nielen, almede het Boerenbedrijf uitoefenende en aan de Koog woonachtig.
9 Een stuk land, groot ongeveer 400 Roeden, genaamt het Steenhoopen, belendende aan Pieter Cornelisz Boon en de Duinen. Pachter Jan Pietersz Dijksen voor 26 gulden, borgen Dirk Arisz Eeleman en Jacob Eeleman.
En heb ik Notaris voornoemt van al het alzoo verrigte dit tegenwoordig Proces Verbaal opgemaakt en gesloten, ten dage, maande, jare en plaatse als in den hoofde dezes is gemeld, in tegenwoordigheid van Arie Roeper Gerritszoon, kleer-maker, en Mees Disper, sjouwer-man, beide aan den Burg op Texel voornoemt woonachtig, als getuigen ten dezen uitdrukkelijk verzocht, waarna hetzelve, na gedane voorlezing, door den Requirant in deszelfs qualiteit als verpachter; voorts door alle de hiervorengemelde Pachters en derzelver Borgen, en eindelijk door de voornoemde getuigen en Notaris, is geteekend, en alzoo deze minute gebleven onder de bewaring en in het bezit van gemelden Notaris Simon Theodorus Beets.
Bron: Irene Maas

---
Notaris Beets 1815-1816
N 390 30-8-1815 ten verzoeke van Matthijs de Berger- de Lindeboom- verpachting
1 de Vogelarij van Oostergrie- pachters geworden Willem Rab, Koopman, BG, en Arie Schouten, Verwer en Glazen-maker, Waal, voor -.4.- in het jaar- borgen Jan Bakker de Jonge, Koopman, en Simon Kikkert, Lombard-houder, BG-
2 de Vogelarij van Westergrie- Willem Rab- -.1.- borgen idem
3 de Vogelarij daaraan- Willem Rab -.1.- borgen idem
5 idem
6 idem
7 idem
8 idem
9 idem
11 de Vogelarij daaraan, even buiten het Oosteinder huis hetwelk alleen staat idem
12 de Vogelarij daaraan- pachter Gerrit Koning, Koopman, OD voor -.1.- borgen idem
13 idem
14 de Vogelarij nevens Jonge Jacob Del- pachter Gerrit Koning voor -.2.- borgen idem
15 de Vogelarij daaraan- op welk Perceel door niemand iets is geboden geworden-
16 de Vogelarij van Oosterwaard op het Oost idem als 12
17 de Vogelarij van Oostergrie niets geboden
18 de Vogelarij van Westergrie niets geboden
19 de Vogelarij van de Brouwerij niets geboden
20 de Vogelarij op het Koningsland niets geboden
21 de etteningen van het Jabberdermeer- pachter Gerrit Riekelsz Sluisman, doende Boerenbedrijf in de Polder de Waal, en Pieter Jansz Boon idem, de Waal voor 25.10.- borgen idem

N 391 Verpachting van de keeten Zee- en binnenduinen, valeijen en wildernissen
In den Jare 1815, den 29 September, des voormiddags ten 11 uren, heb ik Simon Theodorus Beets, Openbaar Notaris, in de residentie van Texel, in tegenwoordigheid van de nagenoemde getuigen, die deze met mij Notaris ook geteekend hebben;
Ten verzoeke van den Heer Matthijs den Berger, Rentmeester der Domeinen op Texel, wonende op Brakenstein, binnen de gemeente van Texel voornoemt;
Mij vervoegd ten huize van Jan Jacobsz Boon, kastelein in de Herberg de Lindeboom, staande aan den Burg, binnen de voorzeide gemeente, en aldaar op de Groene Plaats N 272, om de hierna te meldene 3 Perceelen publiek te verpachten; als hebbende de gemelde Requirant te kennen gegeven, bij aangeplakte billieten te hebben doen bekend maken dat dezelve heden Ochtend ten 11 Uren, ten huize van Jan Jacobsz Boon voornoemt, en ten overstaan van mij Notaris, in het openbaar zouden worden verpacht.
En is vervolgens door mij Notaris, in tegenwoordigheid van de natemeldene getuigen, aan de omstanders voorlezing gedaan van de navolgende door den Heere Hoofd-administrateur der Domeinen geapprobeerde Conditien en voorwaarden, zoo als dezelve door den Requirant woordelijk aan mij Notaris zijn opgegeven, en op welke hij begeerde dat de gedachte perceelen zouden worden verhuurd; luidende dezelve als volgt:
Waarna door M. den Berger Rentmeester der Domeinen te Texel, ingevolge autorisatie van den Heere Hoofd-administrateur der Domeinen, de dato 11-9-1815, N 38, zal worden verpacht de keeten Zee- en binnenduinen, valeijen en wildernissen, beginnende van het Nieuwe Zandwerk af, nevens het Hoornder Nieuwland tot aan Maijke-duin, allen gelegen in de Polders Hoorn en Westen, de Koog en Everste Koog, voor den tijd van 5 achtereen volgende jaren, ingaande met den eersten Januarij 1816 en eindigende den 31 December 1820.

Conditien en voorwaarden
1 Deze verhuring geschiedt voor den tijd van 5 achtereen volgende jaren, ingaande met den eersten Januarij 1816 en eindigende met ultimo December 1820, vermits den verhuurder alle jaren het regt aan zich behoudt om de huurjaren gestand te doen dan neen, waar van de Pachter en behoorlijke tijd van te voren zal kennisgegeven worden, ook zal het den verhuurder vrijstaan te allen tijde van deze woeste gronden aftenemen en te cultiveren, of door anderen te doen cultiveren, zonder daarvan eenige voordeelen te genieten; verder worden deze duinen en wildernissen in dien staat zoodanig als zij zich bevinden overgegeven, zonder dat het noodig is er eene andere beschrijving van optegeven; de Pachters zullen ook in deze duinen het konijn mogen vangen met uitsluiting van alle anderen, zonder echter te mogen graven en delven; wanneer dit bevonden wordt de schade en nadeelen door verstuivingen daar uit voorkomende op hem en zijne borgen zullen worden verhaald.
2 De Huurders zullen geen ander gebruik van de aan hun verhuurde duinen en wildernissen hebben waarvan de voorgronden of Meinte is uitgezonderd, dan alleen van dezelve met Schaapvee te mogen beweiden, geen Paarden, koeien of varkens daarin te houden op de boeten dat aan de Schutters voor ieder stuk welke door hem in dezelve bevonden wordt, een gulden zonder tegenspraak zal moeten voldoen, of anders in regten zal kunnen vervolgen.
3 Het zal aan niemand van de Pachters toegelaten worden van rammen in de duinen te houden, zijnde hier nogtans van uitgezonderd de lammeren welke rammen zijn, doch niet langer dan tot 25 July van ieder jaar, op de boeten bepaald bij het tweede artikel.
4 De Huurders hebben ook het regt het grasgewas in de Valeijen en op de Meinte te maaijen, brandzode te steeken en het halen van Zand op de Meint alleen zoo als voorheen gebruikelijk is geweest, ook gehouden zijn de sloten en grippels zuiver te houden en geen dammen in dezelve te mogen leggen noch de kanten der sloten aftespitten.
5 Ook zullen de Pachters deze Perceelen aan geen anderen mogen overdoen of verhuren dan met schriftelijke toestemming van den Verhuurder.
6 De Pacht-penningen zullen moeten betaald worden in handen van M. den Berger, Rentmeester de Domeinen, ten zijnen kantore gevestigd te Texel, voor den 31 December van ieder jaar, de gulden gerekend tegen 21 en een quart stuivers, ook zullen de Huurders terstond na de approbatie ten kantore voorschreve moeten voldoen zoo de kosten van registratie als anderszins, voor zoo verre hetzelve op hun gepachte betrekking heeft, mitsgaders een stuiver per pacht-gulden voor en tot bijdragen der kosten van de tegenwoordige verpachting.
7 Iedere Pachter of Huurder zal 2 goede en voldoende borgen moeten stellen ten genoegen van den Rentmeester der Domeinen voornoemd, waarvan ieder borg zich verbind als Principal debiteur, onder afstand van de benificien ordinaris divisionis et exentionis en alle andere exceptien volgens de tegenwoordige of toekomende wetten bekend.
Art. 8 Alle verschillen welke zich betrekkelyk deze verpachting mogten opdoen zal door den verpachter worden beschikt zonder beroep op Gerechtshoven.
Art. 9 De verpachting zal geschieden aan de meestbiedende, onder voorbehouding van de nadere goedkeuring van den Hoofd-Administrateur, door en ten overstaan van den Notaris Simon Theodorus Beets en ten huize van Jan Boon, kastelein in de Lindeboom aan den Burg op Texel, den 29e September 1815, alwaar, gelyk mede ten kantore van den voorschreven Rentmeester, de conditien en voorwaarden ter lezinge zullen leggen.
Waarna door my Notaris, in tegenwoordigheid der natemelden getuigen, tot de voorschreven verpachting, onder voorbehouding van de nadere goedkeuring van den Hoofd-Administrateur der Domeinen zynde overgegaan, zoo is, op dien voet, in Pacht gepresenteerd geworden
N 1 De Duinen en gronden genaamt de Mient, gelegen inde Polder Hoorn en Westen, beginnende by de stolp van Jan Bruin tot de Fonteinsweg, van welk perceel Pachter geworden is Cornelis Cornelisz Boon de Jonge, wonende en doende boerenbedryf aan den Burg, voor een somma van 500 Guldens in 't Jaar; voor welk persoon zich als borg hebben gesteld Cornelis Cornelisz Boon, doende boerenbedryf, wonende aan den Burg, en Meyert Cornelisz Boon, doende mede boerenbedryf, wonende aan den Hoorn.
N 2 De Wester-Duinen van de Mient, beginnende met de Fonteinsweg tot de Zettingsnol, van welk perceel Pachter is geworden Cornelis Dirksz Dyt, doende boerenbedryf, wonende op de Mient, voor een somma van 225 Guldens in het jaar, voor welke persoon zich als Borgen hebben gesteld Pieter Klaasz Brouwer en Hendrik Maas, beiden doende boerenbedryf, wonende in de Polder Everste Koog.
N 3 De Duinen van de Koog, beginnende van de Zettingsnol tot het Westelyke van de Mient.
Van welk perceel Pachter is geworden Jan Keyzer, doende boerenbedryf, wonende aan de Koog, voor een somma van 30 Guldens in het jaar, voor welk Persoon zich als Borgen hebben gesteld Gerrit Klaasz Huisman en Willem Bakker, beide doende boerenbedryf, wonende aan de Koog.
Getuigen Arie Roeper Gerritszoon, Kleermaker, en Mees Disper, Sjouwerman, beiden aan den Burg woonachtig
Bron: Irene Maas

---
Notaris Beets 1815-1816
N 480 verkoop roerende goederen bij Brakenstein
Extract uit het Register der aangiften tot publieke verkoopingen van roerende goederen
Den 16 Maart 1816
Is gecompareerd de Heer Beets, Notaris op Texel, dewelke heeft verklaard op den 16-3-1816 publiek te zullen verkoopen eenige roerende goederen, ten verzoeke van den Heer Matthijs den Berger, wonende op Brakenstein; en zulks voor de huismanswoning van de plaats Brakenstein voornoemt, waartoe Zijn Edele acte bekomen en geteekend heeft (was geteekend) S.Th. Beets.
Voor Extract conform de Ontvanger van de Registratie (geteekend) A.B. Weusman
In den Jare 1816, den 16 Maart, des voormiddags ten 10 uren, heb ik Simon Theodorus Beets, Openbaar Notaris, in de residentie van Texel, in tegenwoordigheid van de hierna genoemde getuigen, die deze met mij Notaris onderteekend hebben;
Ten verzoeke van den Heer Matthijs den Berger; Rentmeester der Domeinen, wonende op Brakenstein, binnen de gemeente van Texel voornoemt;
Mij vervoegd aan de Huismanswoning van de gemelde plaats Brakenstein, ten einde in het Openbaar te verkoopen de roerende goederen hierna breder te omschrijven; en zulks op de conditien en voorwaarden hierna geinsereerd, dewelke wij tot dat einde aan de Omstanders hebben voorgelezen; luidende dezelve als volgt:
1 Alle de te verkoopene goederen zullen van het oogenblik der verkoop af staan en liggen voor rekening van de respective koopers, en ook dadelijk door dezelven kunnen worden weggehaald.
2 De betaling zal moeten geschieden voor of uiterlijk op den 24 Juny dezes jaars in handen van den Notaris Simon Theodorus Beets, en ten zijnen kantore aan den Burg, zullende die genen welke ten gemelde dage niet zullen hebben betaald met 5 per cent van het beloop van den koopprijs worden beboet.
3 De koopers zullen, boven en behalve de door hun uitgeloofde kooppenningen, mitsgaders het regt van registratie en de plaatselijke belasting, wegens het door hun gekochte aan den Lande en deze gemeente respectivelijk verschuldigd, nog moeten betalen eene Stuiver van elke gulden, ter gedeeltelijke goedmaking der onkosten dezer verkooping, neemende de verkoper alle de andere en meerdere onkosten geheel en al voor hunne rekening.
4 De koopers zullen, des gevorderd wordende, moeten stellen 2 goede en sufficante borgen, dewelke, ieder voor het geheel, als principale schuldenaren zullen verbonden zijn, en mitsdien beschouwd worden afstand gedaan te hebben van de voorregten van vooruitwinning en schuldsplitsing.
Vervolgens zijn wij met den gezegden verkoop voortgegaan als volgt:
1 Een bak, gekocht door Cornelis Willemsz Bakker voor 1.-.-
2 een dito, gekocht door Dirk Arisz Eleman voor 1.2.-
3 een dito, gekocht door Cornelis Dirksz Dijt voor 1.3.-
4 een dito, gekocht door Sybrand Keyser voor 1.7.-
5 een dito, gekocht door Jacob Koorn voor-.18.-
6 een raamstok en ponter, gekocht door Sybrand Keyser voor 1.14.-
7 en slede, gekocht door Arie Leyen voor 1.16.-
8 eenige hamen, gekocht door Jacob Jz Verberne voor 2.2.-
9 eenige spoorstokken, gekocht door Leendert Pruyt voor -.13.-
10 eenige schapen-roopen, gekocht door Arien Dirksz Eeleman voor 2.2.-
11 een tobbe, gekocht door Jacob Koorn voor -.11.-
14.8.-
12 een trog, gekocht door door Frans Michielsz Witte voor 1.10.-
13 een balie, gekocht door Dirk Pietersz Dijksen voor 1.2.-
14 een tobbe, gekocht door Dirk Jacobsz Boon voor -.8.-
15 een dito, gekocht door Cornelis Cornelisz Timmer voor 1.-.-
16 een ton, gekocht door Jacob Wz Hin voor 2.1.-
17 een dito, gekocht door Jacob Wz Hin voor 4.5.-
18 een ton, gekocht door Cornelis Jacobsz Bruin voor 3.16.-
19 enige kannen, gekocht door Sybrand Keijser voor -.19.-
20 een Kar, gekocht door Pieter Keyzer voor 28.-.-
21 een Wagen, gekocht door Lubbert Eeleman voor 133.17.- borgen Pieter Dz Boon en Jacob Saris
22 enig tuin touw, gekocht door Cornelis Pietersz Dijksen voor 1.13.-
23 een bak, gekocht door Janus Kalf voor 1.-.-
24 eenige balies, gekocht door David Corel voor 1.12.-
25 een tobbetje, gekocht door Reijer Eeleman voor 1.-.-
196.11.-
26 een hooimand, gekocht door Frans Zegel voor -.4.-
27 eenige schapen-spannen, gekocht door Aris Jansz Eeleman voor -.12.-
28 een vork, gekocht door Pieter Joosten voor -.12.-
29 een zijn, gekocht door Pieter Joosten voor -.18.-
30 een vork, gekocht door de weduwe Gerrit Bakker voor 1.4.-
31 eenige harken, gekocht door Frans zegel voor -.10.-
32 een mesthaak, gekocht door Cornelis Weeg voor -.19.-
33 een dito, gekocht door Arie Leyen voor 1.3.-
34 een graaf, gekocht door Jan Jansz Bruin voor -.5.-
35 2 kommen, gekocht door Klaas Jansz Luytsz voor -.9.-
36 2 emmers, gekocht door Reijer Eeleman voor 5.-.- borgen Dirk Eleman en Cornelis Wuijs
37 2 kommen, gekocht door Fokke Boermeester voor -.13.-
38 een dito, gekocht door Arie Pietersz Hin voor -.14.-
39 een kaasvat, gekocht door Hendrik Wilner voor 1.5.-
40 een dito, gekocht door Jacob van Heerwaarden voor 1.6.-
212.5.-
41 een boterkarn, gekocht door Jan Pietersz Boon voor 1.10.-
42 2 emmers, gekocht door Pieter Joosten voor -.7.-
43 2 haken, gekocht door Pieter Joosten voor -.11.-
44 eenige kaas-koppen, gekocht door Hendrik van Heerwaarden voor -.7.-
45 2 kaas-vaten, gekocht door Cornelis Cornelisz Boon voor -.18.-
46 eenige rommeling, gekocht door Jan Gerritsz Dijt voor -.9.-
47 eenige dito, gekocht door Janus Kalf voor -.6.-
48 eenig dito, gekocht door Jan Jansz Bruin voor -.5.-
49 eenige dito, gekocht door Janus Kalf voor -.7.-
50 eenige bordjes, gekocht door Jan Gerritsz Dijt voor -.11.-
51 eenige dito, gekocht door Cornelis Wuys voor -.15.-
52 een bak, gekocht door Jacob Eleman voor -.19.-
53 eenige Koeijen-kleeden, gekocht door Jacob Pietersz Hin voor -.10.-
54 eenige dito, gekocht door -.10.-
55 een hooi-zak, gekocht door Dirk Eleman de Jonge voor -.17.-
221.9.-
56 een zes [chais?], gekocht door Dirk Arisz Eeleman voor 70.-.- borgen Matthijs den Berger en Arie Dirksz Eleman
57 een dito, gekocht door Jacob Jacobsz List voor 71.-.- borgen Pieter Brouwer en Dirk Arisz Eleman
58 twee schapen, gekocht door Hendrik Verbene voor 28.5.- borgen Jelis Verberne en Willem Vlaming
59 twee dito, gekocht door Lammert Stam voor 28.-.- borgen Jacob Kopjes en Cornelis Wz Smit
60 twee dito, gekocht door Dirk Arisz Eleman voor 25.5.-
61 twee dito, gekocht door Jacob Zuidewind voor 22.5.- borgen Jacob Dirksz Keijser en Jan Pz Dijker
62 twee dito, gekocht door de weduwe Gerrit Bakker voor 22.15.-
63 twee dito, gekocht door de weduwe Gerrit Bakker voor 22.-.-
64 twee dito, gekocht door Dirks Arisz Eleman voor 26.10.-
65 twee dito, gekocht door de weduwe Gerrit Bakker voor 22.5.-
66 twee dito, gekocht door Vrouwtje de Jong [= wed. Bakker] voor 24.15.-
67 twee dito, gekocht door Klaas Boogert voor 23.10.-
68 twee dito, gekocht door David Corel voor 23.5.-
631.4.-
70 twee schapen, gekocht door Pieter Jacobsz Eeleman voor 22.5.- borgen Jan Bakker de Jonge en Jan Eleman
71 twe schapen, gekocht door Dirk Arisz Eeleman voor 24.5.-
72 twee dito, gekocht door Jacob Zuidewind voor 21.15.-
73 twee dito, gekocht door Cornelis Simonsz Mossel voor 23.10.- borgen Pieter Hassing en Pieter Keyzer
74 twee dito, gekocht door Jacob Saris voor 23.10.- borgen Jan Paulusz Kikkert en Willem Vlaming
75 twee dito, gekocht door Pieter Jansz Boon voor 25.-.- borgen Jan Paulusz Kikkert en Willem Vlaming
76 twee dito, gekocht door Dirk Arisz Eleman voor 24.5.-
77 twee dito, gekocht door Jacob Zuidewind voor 22.10.-
78 twee dito, gekocht door Pieter Jacobsz Eleman voor 20.15.-
79 twee dito, gekocht door de weduwe Gerrit Bakker voor 23.10.-
80 twee dito, gekocht door Jacob Zuidewind voor 19.15.-
81 twee dito, gekocht door Klaas Boogaart voor 22.5.-
82 twee dito, gekocht door Jacob Zuidewind voor 20.-.-
924.9.-
83 twee dito, gekocht door Pieter Jacobsz Eeleman voor 20.10.-
84 twee dito, gekocht door Cornelis Cornelisz Boon voor 18.15.-
85 twee dito, gekocht door Jacob Zuidewind voor 20.-.-
86 een schaap, gekocht door Dirk Ariesz Eeleman voor 8.5.-
87 eenige schapenspannen, gekocht door Kassen Zegel voor -.13.-
88 eenige vaatjs, gekocht door Corneliss Wuijs voor -.4.-
89 een pars, gekocht door Pieter Jansz Boon voor -.16.-
90 een Paard, gekocht door Klaas Jacobsz Bruin voor 13.-.- borgen Pieter Hassing en Willem Vlaming
makende te zamen 1006.12.- waarbij gevoegd 5 per cent 50.6.10 totaal 1056.18.10
Dit gedaan en tevens door de Requirant verklaard zijnde, dat er niets meerder te verkoopen was, heb ik Notaris voornoemd, na van des voormiddags ten 10 uren tot 1 uur in den namiddag bezig geweest te zijn, en alzoo een enkele vacatie daartoe besteed hebbende, aan de omstanders bekend gemaakt dat de verkooping was geëindigd; en heb ik vervolgens dit Proces Verbaal gesloten, hetwelk, na gedane voorlezing, door de Requiranten, door Arie Roeper Gerritszoon, kleermaker, en Mees Disper, sjouwerman, beide aan den Burg voormeld woonachtig, als getuigen daartoe opzettelijk verzocht, en eindelijk door mij Notaris, is geteekend, en voorts is deze minute gebleven onder de bewaring en in het bezit van den gemelden Notaris Simon Theodorus Beets.
Bron: Irene Maas

---
Brievenboek GAT 332
N 29 Gouverneur 9-2-1831 Dat op den 4e dezer maand alhier is overleden den Heer Matthys den Berger geboren 18 September 1763, gepensioneerd ambtenaar van 's Ryksdomeinen binnen deze gemeente woonachtig geweest zynde en een Jaarlyks pensioen van 's Rykswege genoten hebbende ad f 200.-
Bron: Irene Maas

Heeft u aanvullingen, correcties of vragen met betrekking tot Matthijs Leendertsz den Berger?
De auteur van deze publicatie hoort het graag van u!

Tijdbalk Matthijs Leendertsz den Berger

Klik op de namen voor meer informatie. Gebruikte symbolen:  grootouders    ouders    broers/zussen    kinderen