Huwelijksbijlagen 1823 nr. 34 vermeld overldatum 12 mrt 1803
Hij is getrouwd met Martje Leenderts Daalder.
Zij zijn op 27 februari 1783 te Texel in ondertrouw gegaan.Bron 3
Zij zijn getrouwd op 16 maart 1783 te Texel.Kind(eren):
Notaris Abraham Wentel 1771-1811
933: 11-1-1794 att Dirk Cornelisz Daalder (34), Arien Abbenes (44), Arien Fransz Gorter (48) en Gerrit Abbenes (18), allen aan den Hoorn- ten verzoeke van Elout-
Dat DCD tusschen 6 en 16 November 1793, uit desselfs Land, aan de Noordkant van den Hoorn alhier, 1 zijner, aldaar in 1 span loopende schaapen vermist hebbende, daarover op een maandag in 't voorste van December 1793 met de verdere deposanten in gesprek raakte, waarvan de tweede, omtrent dienzelven tijd een schaap, en de derde een Lam vermist hadden-
Dat zij met elkander beslooten om eens rond te zien, of ze hun vermiste vee ook ontdekken konden, en wel bizonder om naar het land te gaan, in Huur gebruikt werdende door Stoffel Weelder, meede aan den Hoorn woonagtig, wijl die bij 't algemeen, onder eenige verdenking lag-
Dat DCD, zoo dra zij met elkander bij dit Land gekoomen waaren, tegens de verdere deposanten zeide: Ik zie mijn schaap reeds! Gaande vervolgens te zaamen op het gezegde Land, en vonden aldaar een schaap, t geen DCD toen verklaarde, en noch verklaarde, dat het zijne was, en hetzelve zeer wel te kennen, ofschoon bij het onderzoek gebleek, dat het gewoone merk, en oormerk van hem, in die merken welke gemelde Stoffel Weelder gebruikt, veranderd waaren-
Zijnde het gewoone merk op zijn schaapen een rechte streep, over de Rug, met een dwarsstreep van agteren, veranderd, door aan de voorkant, er een dwars streep, aan de eene zijde bij te voegen, terwijl het Oormerk door hem gewoonlijk gebruikt werdende, zijnde de afsnee van de bovenkant van t oor (onder de schaaphouders een vierde genaamd) nu verder afgesneeden was, t geen aan alle de getuigen overtuigend bleek, wijl het oude merk, noch met wol begroeid te zien was, daar het verder afgesneedene met een Roof overdekt was, en dus een jonger en kortgeleeden afsnee aanduide-
Waar en boven bij hun Comparanten zeer in t oog liep, dat het schaap, t geen DCD voor het zijne kenden, alleen in 2 spannen liep, daar alle de andere op dit Land loopende schaapen maar 1 span aanhadden-
Dat zij na deeze ontdekking met elkanderen, naar het Huis van Stoffel Weelder liepen, doch hem niet thuis vonden-
Waarop DCD noch dien zelven dag naar den Burg ging, en bij t afweezen van den Heer Requirant, aan den president Scheepen Pieter Vlaming van t gebeurde kennis gaf, en van den zelve vrijheid verkreeg, het gemelde schaap provisioneel uit het land van Stoffel Weelder te haalen, en in zijn Huis of schuur in bewaaring te brengen, gelijk geschiede, zonder dat Weelder zich daarover, bij hem vervoegde als een dag of 2 daarna, wanneer hij, DCD in t land ontmoetende vroeg- Wel hoe moet dat, met het schaap? Daar hij op antwoorde Het schaap is t mijne, dat is zeeker- waarop Weelder dusdanig repliceerde Ik wist niet beeter, of het waar mijne, maar dan moet ik het mijne dat weg is zoeken: doch ik wenschte wel, om al mijn vee, dat gij zoo gauw niet naar den Burg gegaan waard!
Verklaarende DCD verder dat Stoffel Weelder hem eenige dagen laater ontmoetende, vroeg of ze de zaak van t schaap niet met elkander konden afdoen, waarop door hem enkel was geantwoord t Is uit mijne handen Stoffel- ik heb de zaak reeds aangediend.
Bron: Irene Maas
Dirk Cornelisz Daalder | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1783 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Martje Leenderts Daalder |