(1) Hij is getrouwd met Neeltje Simons.
Zij zijn getrouwd op 19 januari 1687 te Den Burg (Texel, NH).Bron 1
Kind(eren):
(2) Hij is getrouwd met Hendrikje Joghems.
Zij zijn getrouwd op 9 september 1691 te Den Burg (Texel, NH).Bron 1
Kind(eren):
Boer met een eigen boerderij aan Smarighorn.
Hij had een boerenbedrijf in de Weverstraat in Den Burg en bezat verschillende stukken grond. Aarjen was in Den Burg armenvoogd en impostmeester (impost is een soort verbruiksbelasting).
Aarjen komt verschillende keren voor in diverse notariële akten. Hij leende dan geld en moest hiervoor stukken land als onderpand geven. Na de dood van Aarjen werd er op 6 januari 1736 bij notaris M. Brouwer een lang contract opgesteld over de verdeling van zijn eigendommen. Zijn vrouw Hendrikje en haar stiefdochter Trijntje waren het niet eens met zoon Jan over twee stukken land die uit de erfenis van Aarjen kwamen.
---
Huurgelden GAT 1345
Aan Aarjen Jacobsen Koger verhuert het nagras vant Spijck voor den Jare 1710 een somma van 6.-.-
---
Uit Den Burg 1622-1830 van Thijs en Miriam Klaassen.
B174 (kad 274) Huis en erf Weverstraat
De bewoners van dit huis mochten gebruikmaken van de put in het glop, behorend bij B173 (kad 275). Dit glop vormde een doorgang van de Weverstraat naar het Achterom.
- 1702 De volgende bekend eigenaar Arien Jacobs Koger verkocht het pand voor f 140,-
B261 (kad 65 deels) Huis, erf en schuur Wezenhollebol
Voor dit erf moest jaarlijks zevenenhalve gulden erfpacht aan de gereformeerde kerk worden betaald. Het lijkt erop dat er rond 1650 een huis op werd gebouwd, want eerder was er een tuin of boomgaard die bij het aan de overkant van de Burggracht gelegen huis B304 (deel kad 127) hoorde. Dit huis werd tussen 1814 en de invoering van het kadaster gesloopt.
- Via een vermelding bij het buurhuis is bekend dat het huis in 1723 eigendom was van Arien Koger.
Zijn zoon Barend Ariens Koger erfde het huis.
---
Weeshuis Uitgavenboeken GAT 1257-1260
den 3 September 1711 Aan Aarjen Jacobsen Kooger voor verdiende Wagen vragten 6.-.-
den 3 November 1718 Aan Adriaan Kooger vant mis [mest] rijden voort Weeshuijs 5.9.-
den 6 Juny 1719 Aan Aarjen Kooger voor 2 Varckens 11.10.-
den 6 Julus 1719 Aan Aarjen Jacobsen Koger van hoef gelt over 400 lant in Kleij het hondert 3 stuyvers -.12.-
Dito aan deselve van het geen hij te kort ontfangen het van de farckes 1.10.-
Den 3 augustus 1719 Aan Aarjen Cooger wegens hooy Rijen 11.2.- Aan de hooysters 3.10.-
Bron: Irene Maas
---
Notaris Zacharias Gravius 1712
7-12-1712 Dirck Cornelis Smit 54 en Jacob Verwer, BG, ten versoeke van Arien Jacobsz Coger, hoe dat sij op 23-11-1712 present zijn geweest opt doen van de Reck: van de Arme Camers in de Warmoestraet en de camers vant Kerckhoff-
Den 1e heeft gehoord ten huijse van den den req: uijt de mond van Burgem: Cagias, Jacob Lap en Pieter Backer als schepenen, dat den req: geen waterloop konde geweijgert werden van sijn huijs dat op de Nieuwe Straet staet, voegende daer nog bij en komt morgen voor Schepenen-
Den 2e: dat hij mede present is geweest ten huijse van Jan Kickert alwaer doen mede is gesprooken van de waterloop
Bron: Irene Maas
---
Notaris Simon Bakker 1718
28-8-1718 Arien Koger x Hendrikje Joghems ter eenre en Jacob Wijbrantsz Plaatsman x Trijntjen Aarjens Koogers- overeengekomen dat Aarjen Koger deser werelt comt te overlijden hij Jacob W Plaatsman aanneemt de goederen die hem uijt den selven boedel, uijt hoofde van sijn Vrouws Vaders erf als dan sijn competerende, met des overledens tweede vrouw Hendrikje Joghems en de andere kinderen in min en vrindschap sal deelen en parten, ieder het gene dat hem naar regten is toekomende (en nog een hele blz).
Bron: Irene Maas
---
Notaris Zacharias Gravius 1726
7-7-1726 testament Arien Jacobse Koger en Hendrickje Jochems
---
Notaris Zacharias Gravius 1737
12-1-1737 nu regerende BM Jacob Vermeulen, Hendrik Luijtse laast afgegaen BM en Pieter Bakker regeerend kerckmeester van de gereformeerde kercke alhier ten stede Burg, ten versoeke van Trijntie Ariens zijnde een nagelaten kind van Arien Koger- dat zij allen zijn geweest in 1734 in het sterfhuijs van Arien Koger en doen den ganschen boedel nagesien hebbende in presentie van de wed: en alle de kinderen- voor TA 157.7.-
Bron: Irene Maas
Aarjen Jacobsz Kooger | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) 1687 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Neeltje Simons | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(2) 1691 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hendrikje Joghems |