Schoolmeesters in de Meierij van 's-Hertogenbosch 1648-1795 » Les sources » Gedrag en levenswijze van schoolmeesters in het Brabantse land van de 17e/18e eeuw, Vromen, Jo

Description de la source

Gedrag en levenswijze van schoolmeesters in het Brabantse land van de 17e/18e eeuw
Vromen, Jo

'Gedrag en levenswijze van schoolmeesters in het Brabantse land van de 17e/18e eeuw'
Geplaatst op 09/09/2015 door helletocht (pseud. van Jo Vromen)

"Schoolmeesters werden toen geacht een voorbeeldig leven te leiden. Gewelddadigheid, lichtzinnig gedrag en het bezoeken van herbergen moest hun vreemd zijn. De meester was voor de gereformeerde elite het gereedschap om het plattelandsvolk te moduleren naar de eisen van de gereformeerde uitgangspunten. De gereformeerde godsdienstpolitie ( visitatiecommissies) waren er dan ook op gebrand om de levenswijze van de meester uitgebreid tegen het licht te houden. De visitatoren penden talloze klachten neer aangaande dronkenschap, overspel, herbergbezoek en schending van trouwbeloften. Ook lezen we klachten als, “heulen met het pausdom”, uytsporigheden” en “quade huishouding”. De klachten betreffen een zestigtal meesters in een periode van 1648 tot 1795. Dat is stukken minder dan de verzamelde werken van de huidige politieke en economische graaiers. Over de meerderheid van de meesters waren er geen op- of aanmerkingen. Een van de klachten ging over het frequenteren van herbergen. Dat was een veel voorkomend iets in deze tijd. Vaak ging het gepaard met ruzie en geweld. Buitenlanders die in deze periode door de Republiek reisden, noteerden dat Hollanders altijd en overal zopen. Bestuurders van postkoetsen verschenen laveloos en de bootsmannen stonden volledig onder de drank aan het roer. In het Engels noemden ze dat toen “drinking the Dutch way”. Dat is nu al decennialang andersom.

Een tijdsgetuige vertelt dat er vooral op zon- en feestdagen behoorlijk ingenomen werd. Na de mis ging men los. Later op de dag zag men de laveloze figuren langs de straat lopen, hetgeen echter door de week niet voorkwam. De herberg was dan ook het middelpunt van het sociale leven. Het was alleszins beter dan het verblijf in de eigen koude en donkere woning. De herberg werd overigens ook gebruikt als vergaderzaal en als plek waar rechtszittingen gehouden werden. In de hier bedoelde periode werd een 22 tal meesters als kroeglopers beschreven. Zo had Gerrit Jans van Santen de naam “een vuile brandewijnsuyper” te zijn. Hij bracht meer tijd door met zuipen dan dat hij op school aanwezig was. Op een gegeven moment was het afgelopen met het geduld en werd hij opgevolgd door zijn zoon!! Het kon nog erger. Andries Dulé uit Helvoirt werd door de bezoekende gereformeerde commissie beschreven als een grote dronkaard. Daarnaast sloeg hij vrouw en kroost en om zijn zuipverslaving te bekostigen bracht hij allerlei huisraad naar een opkoper. Een van zijn kinderen had door het door hem veroorzaakte hoofdletsel vrijwel geen geheugen meer.

In Hilvarenbeek werd het vak van meester uitgeoefend door Willem van Voorst. Hij werd in 1713 van heel wat onverkwikkelijke zaken beschuldigd. Hij mishandelde zijn vrouw, hanteerde “bordeelpraat”, vocht met Jan en alleman en bezocht voortdurend herbergen. Ouders durfden uiteindelijk hun kroost niet meer naar deze ploert te sturen. Van Voorst was in het dorp de enige gereformeerde en had dus sowieso iedereen tegen zich. De gereformeerde classis zette hem niet uit zijn ambt. Dat zou de ware religie schaden. Ze sloten hem wel uit van het Avondmaal. De ellende met van Voorst bleef voortduren. Hij verwondde in 1716 een inwoner met zijn mes. Zijn vrouw werd steeds erger door hem bedreigd. Dat escaleerde in de lente van 1718 toen de vrouw, waarschijnlijk gedreven door de lentehormonen, met “twee ontuchtige boeren op een kamer bezig was”. Wie zou het haar kwalijk nemen! Ze had echter de pech dat haar man thuiskwam. Die schoot direct met scherp. De vrouw overleed een dag later. Een chirurgijn bepaalde echter dat ze niet aan haar verwondingen was overleden, en daarom overkwam de bruut niets. Het overspel van de vrouw zal er wel de reden van geweest zijn dat er geen gerechtelijke procedure kwam. Zo gaat dat als religie de hoofdrol speelt. Pas op Nederlanders ook u wordt nu weer door de “Haagse afschaffers” aan een nog haatdragender religie uitgeleverd. Van Voorst kon overigens weer vrolijk verder gaan. Zijn gedrag verbeterde zelfs volgens de godsdienst politie , en een jaar later mocht hij ook weer als een voorbeeldige en brave gereformeerde het Avondmaal bijwonen. Tja, snapt u het nog?"


L'information de cette source


À la liste avec sources