Descendance van Drielen, Raff, Leendertsen, Louran, Hendrikse, Baels, Wijnja, Gouma, en anderen

Voorvaderen, vooral van de vrouwelijke kant en de dochters van vaderskant die nooit vermeld worden in stambomen, ook die ik vroeger thuis had. Dit is ook de reden waarom ik de vermelding van de achternamen van mijn vader en mijn opa en overgrootvader van moederskant heb overgeslagen. Natuurlijk heb ik bij hen ook de vrouwen uitgesplitst. 

Zo leek mijn overgrootmoeder Maria Adriana van Drielen zó uit de klei getrokken te zijn. Volgens mijn moeder was ze een lieve en fijne oma, maar waar ze dan het oma-zijn had geleerd, was me een raadsel. Mijn moeder wist wel dat haar eigen moeder op haar 33-ste was overleden, maar ik wist niets van een stiefmoeder en 5 halfbroers. Mijn moeder logeerde wel eens bij een oudtante in Epe, maar die was van haar opa's kant. Van haar opa's kant had een neef ook een stamboom gemaakt, maar pas vanaf zijn ouders en wel zijn voormoeders uitgesplitst. Zo kwam hij zelfs tot Jacob Naerebout, de broer van Frans die hem hielp tijdens zijn allereerste grote reddingspoging in 1779 waarbij hij vele levens redde. Dat deed hij niet alleen, Jacob hielp hem ook, maar doordat deze vrij vroeg was overleden, kon deze niet meer poseren voor schilderijen en beelden. Zijn kleindochter Sietje, waar ik van afstam, was toen hij stierf nog niet geboren zelfs. Daar had ik dus wel veel aanknopingspunten, ook wat verder weg. Ik kreeg er handigheid in om de afstammelingen uit de achttiende eeuw toch nog door te trekken naar de negentiende eeuw, waardoor daar best een nadruk op deze stamboom ligt.

Van mijn overgrootmoeder werd in de familie gezegd dat ze dezelfde bedstede als Michiel de Ruijter geboren werd. Ik moet dit nog uitzoeken.

Ook werd er gezegd dat de acteur John van Dreelen familie van ons was. Dat heb ik wel uitgezocht. Hij heette echter eigenlijk geen van Drielen van achternaam maar Gimberg. Zijn vader was ook acteur en had de achternaam van zijn moeder achter zijn naam gezet en dat officiëel veranderd, maar doordat hij maar 1 zoon had, te weten John, die had verder geen kinderen, is die naam gelijk uitgestorven. Het grappige was dat ze ook nog van de familie van der Eijk afstammen. De oudoom van mijn overgrootmoeder Maria Adriana was getrouwd met de oudtante van haar man. Toen de opa van haar man ziek was, werd zij naar zijn vrouw vernoemd, want haar eigen oma heette alleen Maria en was allang overleden. Ergens heb ik ooit gehoord dat ze elkaar al hun hele leven kenden, maar dat weet ik niet zeker. Het zou verklaren dat zij Maria Adriana heet en niet alleen Maria, omdat zij een dag voor het overlijden van de opa van haar man was geboren.

Doordat mijn moeders familie uit Vlissingen kwam, waren er ook vele loodsen in de familie die eigenlijk uit België kwamen. Met België was er een vrije uitwisseling van loodsen. Misschien is dat nog steeds zo. Leuk is om te zien wat de ander in hen aantrok. Zo trouwde een Sorel met een Baels, hoewel deze Sorel al zelf in Vlissingen was geboren omdat deze familie tijdens de Napoleontische tijd rond 1800 in Nederland aan kwam. Zij waren geen katholieken, maar Nederlands Hervormde kleermakers die met het leger van Napoleon meetrokken. Ze hadden eerst 2 generaties in Oostende gezeten, maar zijn in werkelijkheid afkomstig uit Noord-Frankrijk. Toen ik pas geleden de zussen van Joseph Sorel uitploos, kwam ik tot mijn verrassing terecht bij iemand uit mijn buurt die toevallig uit Vlissingen komt, maar die zit natuurlijk achter de privacy-muur. Ik ken hem en zijn vrouw ook nog van de school van de jongste en ik fiets elke woensdag met haar naar koor. Ook hij had een betovergrootmoeder Maria Anthonetta Sorel die met een Belgische loods was getrouwd, net als haar broer, mijn betovergrootvader Antonius Franciscus. Zijn vrouw had de achternaam Baels en zij is de kleindochter van een echtpaar (dochter van de jongste zoon) wiens oudste zoon de voorvader is van de tweede vrouw van Leopold III, voor degenen die hem niet kennen: dat is de opa van de huidige koning, maar zijn vader is uit diens eerste huwelijk. Zijn eerste vrouw Astrid was namelijk wel van adel. Lilian Baels wilde graag koningin worden, maar als kleindochter van een visverkoopster was dit tot mislukken gedoemd. Mijn opa had daar ook wel iets van. Hij wilde meer dédain uitstralen dan hij werkelijk was. Hij woonde in Den Haag in een groot hoekhuis met een witte Mercedes in de garage en ieder jaar gingen hij en oma 'op cruise'. Het was voor mij als kind niet goed te peilen, want ik werd aan de andere kant op school uitgelachen om mijn vader die in een Dafje reed. Ik mocht eigenlijk niet in de garage komen, maar er stond geen enkele fiets, wel een grasmaaier en het stonk er zo lekker naar olie. Oma was ooit in de Tweede Wereldoorlog naar het platteland gefietst op houten banden en weigerde later pertinent om dat ding nog aan te raken, dus toen ik in 1969 noodgedwongen bij haar moest logeren wegens gezondheidsproblemen van mijn moeder, moest ik dus van mijn vertrouwde kleuterschool af, want zij kon mij daar niet brengen en opa werkte nog. Ik moest tijdelijk in haar buurt naar de kleuterschool. Mijn moeder werd weer beter, want haar gezondheidsproblemen lagen aan haar zwangerschap en toen mijn broertje geboren werd, was dat natuurlijk over.

De ouders van mijn vader waren volle neef en nicht. Dat was al bekend en we plaagden hem er een beetje mee. Volgens mijn vader hebben ze elkaar in Arnhem leren kennen. Ik heb uitgezocht dat ze in hun jeugd ongeveer 50 km van elkaar af woonden en eigenlijk alleen tijdens vriesweer makkelijk naar elkaar toe konden over de vele sloten en kanalen die ze in Friesland hebben. Dat zullen ze ongetwijfeld hebben gedaan, maar kennelijk herkende ze hem niet in haar neef. Mijn opa is ooit wel eens eerder verloofd geweest volgens Delpher, in 1906, maar zijn verloofde verbrak de verloving. Hij trouwde dus 6 jaar later met zijn nicht. Aan het einde van hun leven woonde de ene boven en de andere beneden in hetzelfde huis waar mijn vader was opgegroeid en kwamen ze apart van elkaar naar mijn verjaardag. Door de woningnood konden ze niet scheiden. Aan zijn kant is dus de stamboom wat dunner, omdat mijn overgrootmoeders Hinke en Baukje zussen van elkaar zijn. Bij stamboom Friese Adel kun je vanaf Baukje zo doorklikken naar het jaar 158, de kruisvaarders. Waarom Hinke dan niet vermeld wordt, is me een raadsel. Ergens onderweg zijn ze de adel verloren, maar mijn vader zat wel op het gymnasium en 2 van zijn broers studeerden. Eentje werd zelfs topman van het ABP. Wij hadden hem al 10 jaar niet meer gezien toen hij tijdens die parlementaire enquète op tv kwam en wij schokken ervan. Het is hem dan ook niet in zijn koude kleren gaan zitten, helaas.