Ancêtres Mulders » Cornelis Jansz Quint (± 1575-> 1644)

Données personnelles Cornelis Jansz Quint 

• Elle est née environ 1575.
• Elle est décédée apres 22 août 1644 dans Amerongen, Utrecht, Nederland.
• Un enfant de Jan Henricksz Quint et Onbekend
• Cette information a été mise à jour pour la dernière fois le 10 juin 2019.

Famille de Cornelis Jansz Quint

(1) Elle est mariée avec Jannigje Cornelisdr..

Ils se sont mariés environ 1600 à Amerongen, Utrecht, Nederland.

Enfant(s):

1. Anna Cornelisdr. Quint  ± 1600-????
2. Jan Cornelisz Quint  ± 1602-< 1620

(2) Elle est mariée avec Willemtje (Gerritsdr) van Harn.

Ils se sont mariés janvier 1608 à Utrecht, Utrecht, Nederland.

Enfant(s):

1. Jannegje Cornelisdr. Quint  ± 1608-????
2. Neeltje Cornelisdr. Quint  ± 1610-????
3. Lijsbert Cornelisdr. Quint  ± 1612-????

(3) Elle est mariée avec Dirckje Jansdr. van Wageningen.

Ils se sont mariés environ 1618.

Enfant(s):

1. Johannes (Jan Cornelisz) Quint  ± 1620-???? 
2. Frans Cornelisz Quint  ± 1622-????

Notes par Cornelis Jansz Quint

Cornelis en zijn vrouw zijn vermeld in een transport (1642).
Reg.Hist.Centr. ZOUtrecht;
Arch Dorpsgerechten, Rol van Civiele zaken (1625-1797), inv. 124-132:
30-1-1626 Cornelis Jansz Quint contra Jan Gerritsz. Repliek.
13-3-1626 Cornelis Stevensz, won. ’s Heerenberg contra Cornelis Jansz Quint om te bekennen of zijn handtekening staat onder obligatie 24-1-1616.
14-1-1629 Hans Petersz herbergier inde Haer contra Cornelis Jansz Quint als geweest zijnde procurator van St Barbara broederschap alhier.
25-1-1630 Cornelis Hendricksz coster en Cornelis Jansz Quint contra Jorien Jansz.
22-2-1630 Dirck Willemsz van Wageningen contra Neeltgen wed van Cornelis Jansen.
16-1-1632 Roelof Thomasz contra Cornelis Jansz Quint tot Nederengh.
16-4-1632 Roelof Thomasz contra Cornelis Jansz Quint.
12-6-1632 Jacob Lambertsz contra Cornelis Jansz Quint Seijde van zijn Quinte dochter nijet anders te weten als eer ende doecht, ende tgene daer van anders nageseijt wordt hem nijet aen te gaen Ende mit t’gene vsz is v[er]clarende int tgene vsz staet te moeten volstaen.
12-6-1632 Roelof Adriaensz en Catharina huisvrouw van Peter Jansz Wever ten verzoeke van Jacob Lambertsz dat zij onlangs gezien hebben dat Jacob van het dorp Amerongen kwam en zijnde bij ofte omtrent de woning van Hendrick Jansz dat hij daar Cornelis Jansz Quint tegen kwam die hem uitnodigde te gaan drinken. Zij hebben niet gehoord dat er ruzie was.
23-7-1632 Roelof Thomasz contra Cornelis Cornelisz Prattenburg [124]
23-7-1632 Idem contra Cornelis Jansz Quint.
28-1-1633 Idem contra Cornelis Jansz Quint. Dupliek.
24-6-1633 Cornelis Jansz Quint contra Hans Petersz.
22-4-1634 Jacob Hendricksz, Roelof Dircksz rademaker, Splinter Huijbertsz verklaren ten verzoeke van de gerechtelijke instantie van Cornelis Jansz Quint dat zij gisteren Gijsbert Aertsz, zoo zij verstaen dvader van Peter Gijsbertsz, won. Zoelmond, hebben horen seggen jegens den voorn quijnt dat sijn voorn Soone met hem Quinten dochter een luijden waren ende dat zij malcanderen hadden getrouwt.
23-4-1634 Cornelis Jansz Quint, won. Nedereng namens Jannigje Cornelis wed Gijsbert Jansz. contra Gijsbert Aertsz tot Zoelmond.
6-5-1634 Cornelis Jansz Quint contra Gijsbert Aertsz.
19-5-1634 Cornelis Jansz Quint contra Gijsbert Aertsz te antwoorden.
9-6-1634 Cornelis Quint, won. Nedereng, contra Gijsbert Aertsz te Zoelmond met Peter Gijsbertsz zijn zoon.
9-6-1634 Gijsbert Aertsz tot Zoelmond en Peter Gijsbertsz zijn zoon contra Cornelis Quint.
7-5-1635 Johan Verweij, drost, contra Jacob Hendricksz won aan de Amerongense Dijck. Hij heeft in de winter met Aert Jansz smit in de nacht gelopen naar zijn schoonvader Cornelis Jansz Quint. Woedend hebben zij hem uit bed gehaald. Zij hebben nog net niet gevochten.
14-9-1637 Johan Verweij drost en schout contra Cornelisz Jansz Quint, won. Nedereng. Hij heeft 12-9-1637 zonder enige reden ten huize van Jan Jansz van Velen, waard en herbergier te Amerongen, zijn nicht Steenbargen, wed Peter van Dulcken, een glas bier in haar gezicht gegoten.
14-9-1637 Idem contra Jan Cornelisz Quint. Ook hij krijgt een vechtboete.
18-9-1637 Idem contra Cornelis Jansz Quint. Hij heeft Maagje de dochter van Cornelis Dircksz Pijsel wt toornigen moede geslagen.
18-9-1637 Idem contra Jan Cornelisz Quint.
18-9-1637 Idem contra Cornelis Jansz Quint. Over Steenbergen.
19-9-1637 Jacob Hendricksz, won. aenden Dijk, en Frank Dirksz tot Amerongen verklaren op verzoek van de drost Johan Verweij dat zij op 14 september ten huize zijn geweest van Jan Jansz van Velen waard en herbergier in de Prins alhier, waar zij gezien hebben dat Cornelis Jansz Quint naer eenige kijffachtige woorden jn toornigen moede is van zijn stoel opgestaen hebbende een glas met bier inde handt daermede hij nae Geertruijt van Wageningen zijn nicht is gelopen ende deselve daermede gegoten… Hij is oom van haar. Geertruijd en Metgen van Wageningen getuigen ook.
19-9-1637 Drost contra Cornelis Jansz Quint te dienen van bewijs in de zaak tegen Maagje Cornelisz.
12-3-1638 Jan Meijnsz contra Cornelis Jansz Quint om te bekennen of zijn handtekening staat onder obligatie van 8-3-1638.
16-4-1638 Cornelis Jansz Quint contra Jan Meijnsz. Over een bijstede.
17-11-1639 Cornelis Hendricksz van Wageningen contra Cornelis Jansz Quint.
11-5-1640 Adriaen Woutersz contra Cornelis Jansz Quint.
11-5-1640 Jan Verweij contra Cornelis Jansz Quint en Adriaen Woutersz. Zij hebben gevochten.
26-1-1641 Thijmen Willemsz schoenmaker tot Amerongen contra Cornelis Jansz Quint, won. Nedereng. Hij eist 20-5 ter cause van gehaelt schoenwerck.
26-1-1641 Claes van Wijck, won. Amerongen contra Cornelis Jansz Quint, won. Nedereng. Hij eist 40 gl ter cause van gehaelde waren laeckens als anders.
1-5-1641 Cornelis Jansz Quint contra Cornelis Dircksz Pijsel. Versteck van Antwoordt te begeeren.
25-10-1641 Thonis Tonisz Quint contra Cornelis Jansz Quint. Hij zegt van de gedaagde gehuurd te hebben 15 morgen bouwland met een schaapschot daarop staande met het heijveld tot aen het Immendal toe.
25-10-1641 Thonis Tonisz Quint contra Cornelis Jansz Quint. Hij zegt van de gedaagde gehuurd te hebben 15 morgen bouwland met een schaapschot daarop staande met het heijveld tot aen het Immendal toe.
17-1-1642 Thonis Quint contra Cornelis Jansz Quint.
31-1-1642 Aelbert Verweij contra Jacob Hendricksz van Pothuijsen en Cornelis Jansz Quint om te bekennen of hun handtekening staat onder acte van condemnatie 23-1-1640.
13-1-1643 Aelbert Verweij contra Cornelis Jansen Quint als borg en principaal voor Jacob Hendricksz van Pothuijsen om te bekennen of zijn handtekening staat onder acte van condemnatie van 23-1-1640.
13-1-1643 Idem contra Cornelis Jansz Quint om te bekennen of zijn handtekening staat onder obligatie van 22-11-1638.
16-1-1643 Adriaen Woutersz contra Cornelis Jansz Quint en de wed Aert Cornelisz Lam. Jn state.
27-2-1643 Hans Petersz Damer weert int wapen van Utrecht contra Cornelis Jansz Quint. Hij eist 8-10 ter saecke van verdroncken gelagen. Den gedaegde heeft door sijn Soon Johan Quint doen jnbrengen een brieffken van sijn eijgen handt daer bij hij die schuldt inden eijsch verhaelt is bekennende.
20-11-1643 Gerrit van Rheede capitein contra Cornelis Jansz Quint. De gedaagde bekent de schuld.
4-12-1643 Gerrit van Rhede capitein contra Cornelis Jansen Quint.
Arch. Dorpsgerechten, Protocollen van akte, bevattende overdrachten en hypotheken, inv. 140:
8-1-1604 Jan Quint, won. Amerongen, neemt hypotheek van Anna wed mr. Hendrick Joosten van Domselaer, in leven muntmeester te Utrecht, van 18-15 per jaar op die alinge huysinge, hoffstadt, getimmer mit omtrent acht merghen lants ter Nederenge, ow Hendrik Quint de Oude, nu Cornelis Jansz Quint, des comparants broeder, zw de gemene Zuwe, ww een hofstad competerende convent te WbD, strekkende nw tot aan de Hul toe, eertijts toebehoord hebbende Aernt Janss Quint en op 15-7-1577 bij zaliger Jan Quint, des comparants vader, bij decreet sHoofs van Utrecht gecoft en nu bij maakgescheid met zijn broer Cornelis Quint op 26-10-1600 hem aanbedeeld.
7-4-1612 Cornelis Jansz Quint, won. Amerongen, neemt hypotheek op bij Michiel Sem als momber over het onnmondige kind van Hendrick Hendricksen van Vianen, de zoon van zijn huisvrouw van 600 gl op die alinge huysinge hoffsteden ende getimmer mit omtrent thien mergen landt daerom gelegen te Nederenge, waar ow Claes Cornelisz, zw die Gemenen Suwen, ww convent te WbD, strekkende nw tot aan de Heerwegen, hem aangekomen bij dode van zijn vader Jan Quint en zijn broer Jan Quint.
9-12-1612 Cornelis Jansz Quint, won. Nedereng, leent van zijn zwager Aart Cornelisz Lam 356 gulden en 5 stuivers.
15-3-1618 Cornelis Jansz Quint, won. Nedereng, ook namens zijn kinderen verwekt bij zijn overleden huisvrouw Johanna Cornelisdr, en namens Wilhelmina van Harn, Hubert Verburgh en Baltaser Jacobsz Steck, burger te Utrecht, transporteert aan Cornelis Antonisz Quint, won. Elst 3 morgen kleiland inde Spijck bij Amerongen.
20-1-1621 Roelof Thomasz en Neeltje Everts wed Hendrick Thomasz als principalen en Aert Thomasz en Dirck Claesz de Vaell als borgen bekennen schuld van 570 gl aan Cornelis Jansz Quint van coop van veen als erfgenaem zijns broeders Jan Quint.
Inv. 141:
23-12-1625 Heijltje Jansdr van Wageningen wed Cornelis Gerritsz, sieck aenden Lichame, testeert op haar enige dochter Johanna die zij geprocreëerd heeft bij Cornelis Gerritsz. Mocht zij overlijden zonder kinderen na te laten dan komen haar goederen op haar halve zusters Dirkje x Cornelis Jansz Quint, Jannitje x Gielis Matthijsz en Willemijntje x Gerrit van Kesteren.
12-2-1629 Cornelis Jansz Quint en Cornelis Dircksz Pijsel stellen zich als borg voor Cornelis Cornelisz en Herman van Holten om binnen 3 maanden te betalen aan Cornelia van Lommetzen 600 gl van koop van veen genaamd Lommetzen veen.
7-5-1629 Cornelis Jansz Quint en Cornelis Cornelisz Prattenborch constitueren zich borg voor Herman van Holten om te voldoen wat hij Cornelis Aertsz Hardeman tegen hem eist.
19-3-1633 Hendrick Jansz van Wageningen, drost, voor zichzelf en voor Cornelis Vastrick te Doorn, constitueren Cornelis de Kruijff, procureur voor het Hof van Utrecht, in de zaak tegen Gielis Mattijsz en Cornelis Jansz Quint.
22-11-1634 Cornelis Jansz Quint, won. Nedereng inden gerechte van Zuijlensteijn, constitueert zich borg voor Aert Cornelisz Lam, won. Nedereng, omme de condempnatie die Aert van Rijn jegens den voorsz Lam geobtineert heeft voor den Houe van Vtrecht opden 27e October 1634 te voldoen.
21-11-1636 Cornelis Jansz Quint stelt zich borg voor Aert Cornelisz Lam.
23-1-1640 Jacob Hendricksz, won. Ameronger Dijck, als principaal, en Cornelis Jansz Quint, won. Nedereng onder Zuilenstein, en Hendrick Dircksz, won. Zoelmond, als borgen bekennen wt saecke van een obligatie van 550 gl bij Gijsbert Jansz zaliger aan de voorn Quint op 1-1-1630 tbv Aelbert Verweij gepasseert aenden zeluen Aelbert Verweij schuldig te zijn 550 gl.
23-1-1640 Jacob Hendricksz en Hendrick Dircksz beloven Cornelis Jansz Quint van bovenstaande acte voor 300 gl te vrijen.
1-2-1642 Cornelis Jansz Quint x Dirkje van Wageningen neemt hypotheek van de erfgenamen van Claes Claesz Toll, won. Kockengen, van 400 gl op zeecker huijsinge ende hoofsteede mette englanden daeraen behoorende groot 12 morgen.
15-3-1643 Cornelis Jansz Quint x Dirckgen Jansdr van Wageningen neemt hypotheek van Aelbert Verweij van 450 gl op zijn bosch ende boschlanden heij ende weij vanouds genaamd Cornelis van Sijlsbosch, strekkende wt den Ameronghschen Enght tot den ginckelschen torffwech toe.
22-8-1644 Cornelis Jansz Quint, won. Amerongen, transporteert aan Philip Theodor graaf van Waldeck Piermondt en Culemborg zijn bos- en bergland boven het dorp.

Avez-vous des renseignements supplémentaires, des corrections ou des questions concernant Cornelis Jansz Quint?
L'auteur de cette publication aimerait avoir de vos nouvelles!

Barre chronologique Cornelis Jansz Quint

Cliquez sur le nom pour plus d'information. Symboles utilisés:  grand-parents    parents    frères/soeurs    enfants