Gerichtsman en waard te Barneveld. Zijn goed Malckenhorst is door Hertog Arnold in 1434 van horig tot edelvrij tynsgoed gemaakt: In de Kroniek van Barneveld staat hierover in 1435; Het goed Malkenhorst was in gebruuik bij Johan van Domseler. Idem op 13-12-1436 vrijt Hertog Arnold de helft van Bryler , Johan had reeds de andere helft, zodat het tot een tynsgoet gemaakt werd. Uit de genealogie van de Adelijcke afcomste van den stamme Dompselaer vanaf den jare 1375: ""Naer dat hertoogh Reijnald overleden was in den jare 1423 soo wiert in syn plaetse gekoozen Arnold de eerste uyt de stam van Egmont de sesde hertoogh van Gelder, Gulich ende Grave van Zutphen dese verkoos tot een van sijne raden Evert van Dompselaer soon van Johan raet van hertoogh Reijnald die hem om sijn sonderlinge diensten in den jare een duysent vierhondert vier en dartich 't huys te Malckenhorst gelegen tot Barnevelt op de Veluwe tot een Edelen vrijen erfftingsgoet gaff van te voren horich goet sijnde. Nu Evert van Dompselaer Raad van hertoogh Arnold had de ten wijve Sophya van der Schuer waer hij wan Henrick, Johan die men noemde de ouden Jan, Evert, Jonge Jan ende Andries ende twee dochters die ongehuwt gestorven sijn. Aleijda, Everts suster huwde aen ene van Colveschoten daer by sy wan een eenige dochter"".
Hij zegelt in 1436 met zijn vader het Verbond der Ridderschap van de Veluwe. Dan volgt er in het stuk een opsomming van feiten waaruit blijkt dat Evert een zeer trouwe volgeling was van zijn heer (hertoogh Arnold), in de tijd dat Hertog Adolff rebelleerde tegen zijn vader Arnold. en ook:
""dat Evert van Dompselaer met ruyteren ende knechten den hertoogh van Cleve bijgevallen in den slach tussen Wachtendonck en Stralen anno 1468. Ondertuschen hebben den paus Sixtus de vierde, den keyser Frederick den derde ende den hertoogh Carel van Bourgondien soo veel ten wege gebracht dat hij sijne vader weder vrij stelde die doen sijn hertooghdom aen hertoogh Carel verpande voor twee en negetich rijnsche goudguldens, sijn soon ontervende die daer naer oock jammerlijck als Capiteijn der Gentenaers voor Doornick doot bleeff. Ende als doen is Evert wederom in besit sijner goederen gekomen"". Evert werd begraven in de Oude kerk te Barneveld in graf nr. 8.
EVERT JANSZ van DOMSELAAR | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) ± 1425 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ALIJDT SCHRASSERT | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(2) ± 1430 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
SOPHIA HENDRICKSEN van der SCHUER |
(1) Il est marié avec ALIJDT SCHRASSERT.
Ils se sont mariés environ 1425.
Enfant(s):
(2) Il est marié avec SOPHIA HENDRICKSEN van der SCHUER.
Ils se sont mariés environ 1430.
Enfant(s):
De nieuwe 6de hertog van Gelre, Arnold van Egmond, benoemde Evert van Dompselaer tot een van zijn adviseurs en verhief in 1434 zijn huys te Malckenhorst gelegen tot Barneveld, tot een vrij en edelmansgoed. Daarvoor was het goed horig. Hij werd Heer van Malckenhorst.