Luis Juan del Milà [1] (Xàtiva, ca. 1430/1432- Bélgida, 1510) was een Spaanse kardinaal van de Rooms-katholieke Kerk en een kardinaal-nepoot van paus Calixtus III.
Biografie[bewerken]
Del Milà was de zoon van Joan de Milà, heer van de baronie van Massalaves, en Catalina de Borja y Marti, de zuster van paus Calixtus III. Aan de universiteit van Bologna had hij enige tijd kerkelijk recht gestudeerd. Bekend is, dat hij een buitenechtelijke zoon had, Jaime, die hij erkende en de titel hertog van Albaida kreeg.
Op 29 januari 1453 werd hij gekozen tot bisschop van Segorbe. Twee jaar later werd hij benoemd tot gouverneur van Bologna.
Op 20 februari 1456 werd hij door zijn oom ;in pectore gecreëerd tot kardinaal samen met zijn neef Rodrigo. Daar deze benoemingen op veel weerstand bij het College van Kardinalen zouden stuiten, werd Luis Juan de Milà’s benoeming pas op 17 september bevestigd en kreeg hij de titelkerk Santi Quattro Coronatitoegewezen, de kerk die Calixtus III ook als titelkerk was toegewezen. Nadat hij weer uit Rome vertrokken was naar Bologna in zijn functie als legaat a latere keerde hij na ruim een jaar weer terug toen hij het nieuws vernam van de ziekte van zijn oom; hij zou pas in Rome arriveren na zijn overlijden.
Na het conclaaf van 1458, waarin http://nl.wikipedia.org/wiki/Paus_Pius_II">Pius II werd gekozen, begeleidde hij de nieuwe paus naar http://nl.wikipedia.org/wiki/Siena_(stad)">Siena. In het daaropvolgende jaar werd hij de nieuwe bisschop van http://nl.wikipedia.org/wiki/Lerida_(stad)">Lerida (http://nl.wikipedia.org/wiki/7_oktober">7 oktober http://nl.wikipedia.org/wiki/1459">1459), een functie die hij zou bekleden tot kort voor zijn dood. Hoewel hij zich in http://nl.wikipedia.org/wiki/Itali%C3%AB">Italië bevond, nam hij niet deel aan het conclaaf van 1464 waarinhttp://nl.wikipedia.org/wiki/Paus_Paulus_II">paus Paulus II werd gekozen.
Eind 1468 keerde de Milà definitief terug naar http://nl.wikipedia.org/wiki/Spanje">Spanje. In Lérida nam hij de restauratie van de kathedraal op zich. Door een grote brand in de http://nl.wikipedia.org/wiki/Sacristie">sacristie in 1473 was het grootste deel van de inventaris vernietigd. De benodigde gelden kwamen deels uit de Milà’s eigen middelen, maar voornamelijk uit de uitgifte van http://nl.wikipedia.org/wiki/Aflaat">aflaten. Deze werden uitgegeven voor de verlening van http://nl.wikipedia.org/wiki/Absolutie">absolutie aan de levenden voor de zonden die begaan waren en voor het zielenheil van de overledenen. Doordat de gedrukte aflaten bewaard zijn gebleven, werd het mogelijk om vast te stellen, voor welke zonden absolutie verkregen kon worden. Hieronder vielen onder andere het in het geheim trouwen, het eten van vlees tijdens de http://nl.wikipedia.org/wiki/Vastentijd">Vastentijd, het drinken van wijn die van Moren afkomstig was en het oproepen van duistere geesten.
Tijdens de conclaven van 1471, 1484, 1492 (tijdens welke zijn eigen neef werd gekozen tot http://nl.wikipedia.org/wiki/Paus_Alexander_VI">paus Alexander VI) en beide conclaven in 1503 was de Milà niet aanwezig.
Luis Juan de Milà overleed in 1510 in Bélgida. Hij werd begraven in het http://nl.wikipedia.org/wiki/Dominicanen">Dominicaner klooster van Santa Ana (Albaida), welke hij financieel had ondersteund.
Luis Juan de Milà |
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.