Datum: persoonskaart, BS aktenr 438
persoonskaart 1e beroep, adresboek 1947, 1951
persoonskaart, 2e beroep
geboorteadres
persoonskaart
pand uit 1906 van 145 m2
persoonskaart
persoonskaart
persoonskaart, overlijdensadres
kinderloos overleden
Datum: persoonskaart
Datum: rouwkaart
Plaats: crematorium Velsen [na 2004 Westerveld]
Hij is getrouwd met Guurtje van Eikeren.
Zij zijn getrouwd op 6 juni 1969 te Bloemendaal, Noord-Holland, Nederland , hij was toen 53 jaar oud.
Datum: persoonskaart
Militieregister: 3 klassen Ulo A doorlopen en 2 jaar zeevaartschool. Vrijgesteld wegens broederdienst
===
Database koopvaardijpersoneel40-45: vermelding van F.H.Blei, schip Alwaki Stoomvrachtschip van Nievelt Goudriaan & Co Stoomvaart Maatschappij, aanval U-61 dd 10-07-1940; het schip verging met 51 opvarenden die allen overleefden. Curieus is dat van F.H.Blei als enige aan boord geen positie / functie bekend is. Ook zijn geboorteplaats en datum ontbreken.
Op 04-07-1940 vertrekt de ALWAKI uit Londen voor een reis naar Calcutta (India). Aan boord zijn tien Irakese passagiers (acht mannen en twee vrouwen). Na een korte stop in Methil (Schotland) op 8 en 9 juli sluit het schip aan bij het konvooi OA-179.
De volgende dag, op 10-07-1940 vaart de Alwaki langs de noordkust van Schotland in het konvooi. De Duitse onderzeeboot U-61 (Oberleutnant zur See Jürgen Oesten) heeft de schepen gedetecteerd, maar vindt zichzelf na een aantal manoeuvres onverwacht terug midden in het konvooi. Omdat hij bang is te worden overvaren door één van de schepen, vuurt Oesten snel twee torpedo’s af en duikt dan weg. Om 12.05 uur wordt de Alwaki aan bakboord geraakt door beide torpedo’s in ruim II en de machinekamer. Maar ze ontploffen niet, want de afstand tot de Alwaki was maar 200 meter en het afvuurmechanisme van de G7e torpedo heeft meer tijd nodig om zichzelf op scherp te zetten. Omdat er geen explosies zijn reageren de oorlogsschepen niet en ontkomt de U-61 zonder te worden gedetecteerd.
Maar de Alwaki ontsnapt niet zonder schade. De zware torpedo’s slaan gaten in de scheepshuid en een zware trilling gaat door het schip. De motoren worden gestopt om het schip te inspecteren en er ontstaat slagzij over bakboordzijde. De bemanning kan heel slecht bij de gaten komen omdat ruim II gevuld is met kolen en er machines zitten op de plek in de machinekamer. Een waterdichte deur wil niet goed sluiten en het waterniveau stijgt snel. De kapitein besluit om de meeste bemanningsleden en de passagiers van boord te sturen in drie reddingboten. Met een aantal mannen blijft hij aan boord en probeert het schip te redden, daarbij geholpen door een groep militairen van de HMCS St. LAURENT (H 83) (Cdr H.G. De Wolf, RCN). Maar om 14.15 uur is de slagzij zover toegenomen dat de lading begint te verschuiven en de situatie hopeloos wordt. Alle opvarenden worden dan opgepikt door het vrachtschip HARMONIC en op 13-07-1940 in Cardiff aan land gebracht. De sleepboot HMS BANDIT (W 69) probeert nog om het schip te redden, maar de Alwaki zinkt weg om 22.07 uur.
In het latere onderzoek naar de oorzaak van de ramp wordt aangenomen dat het schip is gesaboteerd. Dat komt omdat niemand de torpedo’s heeft gezien en er geen ontploffing is geweest. En, kort voor het eerdere vertrek, is de vierde stuurman gearresteerd door de Britse autoriteiten omdat er aan zijn loyaliteit wordt getwijfeld. En de kapitein vindt het zeer verdacht dat de lekkage ontstaat op twee plaatsen waar de bemanning niet goed bij kan.
Pas na de oorlog wordt de echte reden van het verlies van de Alwaki duidelijk, als de gevechtsactie van de U-61 ook bij de Geallieerden bekend wordt.
https://databank.koopvaardijpersoneel40-45.nl
===
Volgens familieherinnering zat FH Blei tijdens de Tweede Wereldoorlog gedetineerd op het eiland Man. Mogelijk heeft dat dan te maken met de bovenbeschreven ondergang van het schip Awaki.
===
Heeft Fredrik Hendrik Blei wel op de ALWAKI gezeten toen deze 10 juli 1940 werd getorpedeerd?
Er is een kampkaart van FH Blei. Hierop staat "pending enlistment in AMPC and interned in Huyton.
AMPC staat voor Auxiliary Military Pioneer Corps, een militair hulpkorps. en voorts dat hij op- 3 juli 1940 met het schip Ettrick vervoerd werd naar camp L in Quebeck in Ottawa.
Huyton telde tijdens de Tweede Werelsoorlog drie kampen: een interneringskamp een krijgsgevangenenkamp en een basis voor de Amerikaanse militairen.
Het interneringskamp, een van de grootste in het land, was opgezet voor mensen die een potentiële bedreiging voor de nationale veiligheid werden geacht. Sommige van hen waren nazi-sympathisanten, maar tot de geïnterneerden behoorden ook vluchtelingen voor de nazi's zoals de socialist Kurt Hager, schilders als Martin Bloch en de schilders Hugo Dachinger en Walter Nessler die op krantenpapier scenes van het kampleven schilderden, de Oostenrijkse componist Hans Gal (die er zijn Huyton suite componeerde), danser en choreograaf Kurt Jooss, musici, socioloog Norbert Elias en antropoloog Eric Wolf.
Het kamp werd geopend in mei 1940 en bestond uit enkele nieuwbouwstraten met nog lege gemeentewoningen en werd beveiligd door een hoog raster van prikkeldraad. Aanvankelijk werden in elke woning 12 personen geplaatst, maar spoedig was het kamp overbevolkt en sliepen velen in tenten. Voor de 5000 geïnterneerden waren maar 140 bedden in de woningen waarvan een deel geen ramen of dak hadden. De meesten sliepen op de grond of op tafels. In elke tent sliepen 4 personen op de drassige bodem. De omstandigheden waren erbarmelijk, velen werden ziek en er was weinig of geen medische zorg. De bewoners van Huyton hielpen de geïnterneerden met voedsel, kleding, schoenen en lakens. Ze klaagden bij de regering en Churchill beval een onderzoek. Hij schrok van het rapport en gaf opdracht voor een totale verbetering van de omstandigheden. De meeste geïnterneerden werden begin 1941 vrijgelaten. Sommigen bleven er wonen, hielpen bij het opruimen van bomschade en een aantal huwde lokale meisjes.
Oorspronkelijk was het kamp bedoeld voor geïnterneerden tot ze naar het eiland Man konden worden overgebracht. Sommigen kwamen terecht op kamp Douglas op het eiland Man. Anderen werden naar Canada overgebracht. Deze transporten stopten na de ramp met de Arandora Star op 2 juli 1940 75 mijl westelijk van Ierland waarbij 805 personen, voornamelijk Duitse en Italiaanse gevangenen, op weg naar Canada omkwamen. Het schip werd getorpedeerd door de Duitse U-47 onder commando van Günther Prien. Aan boord waren 1673 personen: 734 geïnterneerde italianen 479 geïnterneerde duitsers, 86 duitse krijgsgevangenen, 200 militaire bewakers en een bemanning van 174 officieren en manschappen.
FH Blei ontsprong de dans voor een tweede keer. Hij zat op de SS Ettrick waarmee hij een dag later op 3 juli 1941 naar Canada werd overgebracht naar "Camp L." Hij kwam daar veilig aan. (Het britse troepenschip werd 15 november 1942 onder Portugal 150km westelijk van Gibraltar getorpedeerd)
In totaal vier schepen met geïnterneerden en krijgsgevangenen voeren in juni en juli van Groot Brittanië naar Canada. Het eerste schip, de Duchess of York, arriveerde onder problemen in Québec City. Het tweede schip was de getorpedeerde Arandora Star. Het derde was de Ettrick waarin de ruimen de gevangenen letterlijk opeengepakt zaten. Ze kwamen terecht in Camp L. Het laatste schip was de Sobieski die 4 juli vertrok en 15 juli in Quebeck aankwam. De gevangenen van de Sobieski werden na aankomst onmiddellijk na op de trein gezet naar Camp T in Trois-Rivières.
De gevangenen onder wie ook veel joodse vluchtelingen werden vijandig ontvangen. Ze werden geduwd en uitgescholden, door de bevolking met voorwerpen bekogeld en hun bezittingen werden afgepakt. Camp L was een krijgsgevangenenkamp in Québec City op de Cove Fields, precies daar waar tegenwoordig jaarlijks het Zomerfetival wordt gehouden. Oospronkelijk waren het militaire barakken. Het kamp bleef maar drie maanden open en huisde 793 burgers, de meesten van hen joods en ongeveer 90 militaire krijgsgevangenen. De britten hielden tienduizenden gevangen in Canada om uiteenlopende redenen.
Waaar Fredrik Hendrik Blei verbleef na het sluiten van Camp L is nog onbekend. Volgens zijn kampkaart verliet hij Canada en kwam hij 11 januari 1941 aan in Groot-Brittanië waar hij werd opgenomen in het AMPC (militair hulpkorps) onder cat 12 dat vooralsnog opgevat is als afkorting voor categorie, niet als de britse militaire afkorting voor catering. Op zijn kampkaart zijn deze laatste gegevens echter met potlood weer doorgehaald. Elders op de kampkaart staat "detained art 12 (5a). Werd FH Blei alsnog vastgezet op het eiland Man?
De politie hield een kartotheek bij van alle geïnterneerden boven de zestien jaar, maar na de oorlog zijn alle kaarten van de mannen en 25% van de vrouwen vernietigd.
Fredrik Hendrik Blei ![]() | ||||||||||||||||||
1969 | ||||||||||||||||||
Guurtje van Eikeren |
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.