In 1756 kocht Jelis van Oort voor 800 gulden de korenmolen met als voorwaarde dat hij aan de kasteelheer en diens opvolgers jaarlijks een recognitie van 8 gulden verschuldigd was voor het recht van de wind. Na zijn dood in 1796 kregen zijn drie kinderen elke een derde deel van de molen. Zoon Gerrit kocht twee jaar later het deel van zijn zuster Petronella. Zijn andere zuster Metje droeg haar deel in 1810 over aan Arien den Otter en zijn vrouw Maria, die als dochter van Gerrit van Oort ook de twee derde delen van haar vader erfde. In 1818 ging de molen over aan Hermen van der Meyjden, die deze in 1862 aan T. Branderhorst verkocht. Vanaf 1868 tot op heden is de molen in bezit van de derde generatie van de familie Remmerde.
He is married to Mariken van Dusseldorp.
They got married on October 3, 1738 at Rumpt.
Child(ren):
Voor de molen: zie info op internet: www.molendatabase.nl/nederland/molen.php?nummer=251
Het bouwjaar van de molen is waarschijnlijk 1716. Dit jaartal is terug te vinden boven de alliantiewapens en in één van de staakijzers binnenin de molen.
De molen behoorde tot de goederen van kasteel Nederhemert, een sinds 1379 vermeld Gelders leen. Otto Frederik van Vittinghof, genaamd Schell, gehuwd met Margaretha van Randwijck, was in 1706 met het kasteel beleend. Op dit paar hebben de twee gebeeldhouwde leeuwen, waarboven een alliantiewapen is aangebracht, in de onderbouw van de molen, betrekking.
In 1756 verkocht hun nazaat Otto Frederik graaf van Lynden de molen aan Jelis van Oort. Na hem was de molen eigendom van Arien den Otter (van 1810 tot 1818), Hermen van der Meyden (van 1818 tot 1856), H. Bruidegom (van 1856 tot 1862) en T. Brandenhorst (van 1862 tot 1868).
In 1868 kwam de molen in bezit van de familie Remmerde.
De molen is in 1958, 1981 en 2003 gerestaureerd. De huidige eigenaar heeft een maalbedrijf voor veevoeders en gebruikt de windmolen niet meer voor de productie. Wel probeert de familie o.a. door rondleidingen in de molen de belangstelling voor dit erfgoed levend te houden.
In 1756 kocht Jelis van Oort voor 800 gulden de korenmolen met als voorwaarde dat hij aan de kasteelheer en diens opvolgers jaarlijks een recognitie van 8 gulden verschuldigd was voor het recht van de wind. Na zijn dood in 1796 kregen zijn drie kinderen elke een derde deel van de molen. Zoon Gerrit kocht twee jaar later het deel van zijn zuster Petronella. Zijn andere zuster Metje droeg haar deel in 1810 over aan Arien den Otter en zijn vrouw Maria, die als dochter van Gerrit van Oort ook de twee derde delen van haar vader erfde. In 1818 ging de molen over aan Hermen van der Meyjden, die deze in 1862 aan T. Branderhorst verkocht. Vanaf 1868 tot op heden is de molen in bezit van de derde generatie van de familie Remmerde.
Jillis van Oort | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1738 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Mariken van Dusseldorp |