She is married to Johannes Lormans.
They got married
BRON: http://www.gahetna.nl/
Landmacht: Officieren, Onderofficieren en Manschappen (Staatse Militairen), Voornaam: Joh.
Alle resultaten
Voornaam Joh.
Initialen Joh.
Achternaam Lormans
Wapen Infanterie
Regiment Oranje-Nassau 2e regiment
Bataljon 3
Compagnie E, Wartensleben
Aard van de bron Stamboek
Laagste jaar 1760
Bronverwijzing Nummer toegang: 1.01.19, inventarisnummer: 1962, folionummer: 179
Vaste URL:
=======================================================
https://www.uitdeoudekoektrommel.com/militaire-stamboeken-en-conduitelijsten-staatse-leger-1707-1795/#Bataljon%20Infanterie%20Generaal%20Majoor%20Mauritz%20van%20Pabst%20(later%20Rijksgraaf%20Von%20Wartensleben)
3e Bataljon 2e Regiment Oranje Nassau (Generaal Majoor Carl Friderichs Graaf Von Wartensleben)
Stamboeken 1747-1794 (Inventarisnummer 1959)
304 / 506 nr 331
=============================================================
Bron: http://www.milwiki.nl/dutchregiments/index.php?n=Garn.Garn-plaats
MaastrichtRegiment Oranje - Nassau nr. 11754-1763IR747a
Philippine Regiment Oranje - Nassau nr. 11764-1765IR747a
MaastrichtRegiment Oranje - Nassau nr. 11765-1767IR747a
Arnhem Regiment Oranje - Nassau nr. 11767-1769IR747a
Nijmegen Regiment Oranje - Nassau nr. 11777-1780IR747a
Tekst
Joannes is aangenomen op 16 november 1760 en getekend voor 6 jaren ( = 16 nov 1766)
Maar hij is nog steeds in dienst op 29 aug 1767 !!
REDEN VERLATEN LEGER "ABGANG":
Bij de meeste van de medesoldaten staat "Desertirt". Bij Johannes staat : Dimittirt
" Dimittirt weil er mit gewalt durch Pruissiche wervers is weggenommen worden, bij Kuijk op dato Nijmegen 29 aug 1767"
Johannes werd dus door Pruisische wervers meegenomen op 29 aug 1767 in de buurt van Kuijk.
Zijn zoon was toen al ruim 8 maanden oud.
Zoon Johannes werd geboren te helden op 20 januari 1766.( = verwekt ca 03 april 1765)
Zijn Regiment Oranje - Nassau nr. 1 was toen op weg van Maastricht naar Arnhem.
Teruggerekend verwekte hij zijn zoon Johannes begin april 1765.
Dus geruime tijd voor hun legering rond Kuijk in 1767.
Maria was eerder verbannen uit Venray in 1764
Waarschijnlijk was haar aanhouding in Venray op de 25 augustus 1764.
Daar staat in een gerechtelijke acte vermeld:
" Den 25e aug'sti bericht over den armen wie oock dat eene vremde landtlopertje waere aangehouden."
Ze moet Johannes ontmoet hebben tussen begin april 1765 ergens in de omgeving Venray / Helden
Zie moet al langer in deze omgeving verbleven cq gezworven hebben gezien haar verbanning uit Venray 1764
Bij haar aanhouding 1764 spreekt men van "eene vremde lantlopertje".
Kwam zij niet uit die buurt , of sprak ze een ander dialect ?
HET LAND VAN CUIJK:
BRON: http://nl.wikipedia.org/wiki/Cuijk_(plaats)
Het Land van Cuijk bevindt zich in de Slenk van Venlo ten oosten van de Peel, waar tegenwoordig ook de Maas door stroomt. Van oost naar west is er een laaggelegen broekgebied (een vroeger Maasdal waar nu de Lage Raam door stroomt), en een langgerekte dekzandrug die overgaat in het huidige Maasdal.
Langs de Maas liggen veel weilanden, al sinds eeuwen omgeven door de maasheggen: meidoornhagen die in mei in bloei staan. Deze zijn door hun unieke karakter een cultureel erfgoed. Naast de Maasheggen kent het land van Cuijk ook veel heide, waterplassen en bossen.
Het land van Cuijk was een arme streek. De boerderijen en dorpen waren gebouwd op zandruggen, die een soort eilanden vormden te midden van heide, waar het vee werd gehoed en hoogveen moerassen, waar turf werd gewonnen. Dit waren gemeenschappelijke gronden, die niet aan personen maar aan dorpen toebehoorden. De Maas overstroomde vrijwel iedere winter en bevroor bovendien vaak. Tussen Cuijk en Grave werd de dijk bij hoog water doorgebroken, zodat een extra Maastak ontstond, de Beerse Overlaat, die zich bij 's-Hertogenbosch weer bij de hoofdstroom voegde. Dit gebied behoorde echter voornamelijk tot het Kwartier van Maasland van de Meierij van 's-Hertogenbosch.
Child(ren):
Helden heeft ruim 500 jaar lang deel uitgemaakt van het Gelders Overkwartier, nl. vanaf 1279, toen Hendrik IY van Kessel zijn graaf-schap, waartoe Helden behoorde, verkocht aan Reinoud I van Gelder tot aan de Franse veroveringen op het einde der 18e eeuw. Het Gelders Overkwartier behoorde toe aan de graven, later hertogen van Gelder en sinds het verdrag van Venlo in 1543 aan de Spaanse Habsburgers als hertogen van Gelder, ' Het vredestractaat van Utrecht, gevolgd door het verdrag van Hastatt in 1714 en het barrieretractaat van 1715 beklonk een verdeling van het Overkwartier tussen de koning van Pruissen, de Staten-Generaal der Verenigde Provincign en Oostenrijk, ' Helden kwam te behoren tot het Pruissisch gedeelte.
In de Pruissische provincies voerden de zg. "Kriegs- und DomSnenkammern", de krijgs- en domeinenkamers, als ambtelijke colleges de ad-ministratie onder leiding en toezicht van het centrale directorium in Berlijn. Met ingang van 1 juni 1765 werd voorde provincies Gelder en Meurs €^n krijgs- en domeinenkamer, de Gelders-Meurse, samengesteld. Bij de bestuurshervorming van 1770 werd Gelder weer bevrijd van alle banden met Meurs, de krijgs- en domeinenkamer werd voor Gelder vervangen door een nieuwbestuurscollege, het "KBnigliches Lan-des-Administrations-Collegium im Herzogttun Geldern", het lands administratie college,5-'
Op 16 October 1674 werd Joannes van den Bossche tot eerste schout van de heerlijkheid Helden benoemd. In 1710 werd Joan Francis de Wagener schout, in 1722 Carel Joseph van do?Kelen, in 1750 Michel Smolders,in 1770 Gerhard Joseph de Pollart en in 1?86 tenslotte Petrus Henricus Cremeren. '
Secretarissen van de heerlijkheid Helden waren achtereenvolgens J.de Wagener (..,.-1710), W.van Knippenbergh (substituut secretaris 1710-1721), P.Jurgens (1721-1754), H.F.Guijpers (1754-1789), J.Ver-voort (1790-1794) en G.Stoffels (1794-1798).
Helden kreeg in 1800 zoals alle plaatsen met minder dan 2500 inwoners een maire en een adjoint municipal aan het hoofd, terwijl er een con-ceil municipal van 10 leden werd ingesteld.
Het einde van de Franse tijd in 1814 heeft geen onmiddellijke invloed gehad op het plaatselijk bestuur, alleen heette de maire voortaan bur-gemeester. Ook bij de overgang tot het koninkrijk der Hederlanden bleef de inrichting van het plaatselijk bestuur hetzelfde tot aan de nieuwe bestuursorganisatie in 1818.
CITADELLENCOMPLEX te Wesel.
In het jaar 1687 gaf de grote keurvorst Friedrich Wilhelm I. het bevel tot versteviging van de versterkingswerken in Wesel en de bouw van een citadel. In eerste instantie plande en leidde de kwartiermeester-generaal Duploy de organisatie van de bouwwerkzaamheden aan de vesting in Wesel, maar vanaf 1689 werd dit aan de ingenieur F.R. Joh. De Corbin overgelaten, die deze taak vanaf 1690 over nam. Zijn plannen om de vestigingsgebouwen te veranderen, berustten op de stijl van Menno van Coehorn en van Sebastian le Pretre de Vauban.
De citadel zou in het zuiden van de stad worden gebouwd. Corbin ontwikkelde verscheidene oplossingen voor de bouw van een citadel met verbindingen met de vesting in de stad. Het resultaat van zijn plannen was een citadel, die met vijf bastillons en vijf schanzen was uitgerust. De citadel was in het oosten en westen door stompvormige bastillons aangesloten aan de vestingsgordel van de stad. De vijf citadelbastillons kregen bovendien nog terugwijkende zijkanten. Van 1702 tot 1722 nam na Corbin Jan de Bodt het toezicht over de bouwwerkzaamheden over. Van hem stamt de in 1718 opgerichte hoofdpoort in de citadel. Vermoedelijk tot aan het midden van de 18e eeuw is de citadel aan de zuid- en oostkant met uitgebreide vestingen versterkt.Deze gelden als de grootste van hun soort in het Rheinland. Tijdens de Franse bezetting van 1805 – 1814 begonnen de Fransen druk te bouwen in en aan de vestingsgebouwen van de stad en aan de citadel.
================================================================================
BRON: http://www.ppsimons.nl/stamboom/historie1700.htm
Armenzorg en landloperij
Ter voorkoming van bedelarij kwamen er in de 18e eeuw allerlei maatregelen. Elke stad en dorp had akkers waarvan de opbrengst bestemd was voor de armen. Ook werd er bij notarisactes belastingen geheven, gedeeltelijk voor de armenkas. In Roermond stond een weeshuis. Er waren regels die er voor zorgden dat ook weeskinderen genoeg te eten kregen:
"Elke dag een bottram van een goede snede brood, 's middags een goede potagie, gestoofd met vet en boter, en een 1/2 pond vlees of 1/4 pond spek met 2 goede sneden brood of 1 pint stuiversbier. 's Avonds een dubbele bottram met ook een pint bier." Desondanks was er vooral tussen 1740 en 1770 sprake van veel landloperij en diefstal. In Zuid-Limburg (de zogenaamde bokkenrijders) en het land van Loon ontstonden hetzes en onder foltering tot stand gekomen bekentenissen. Honderden mensen werden geëxecuteerd. In Gelre en Gulick gingen de schepenbanken hier veel zorgvuldiger mee om en waren bekentenissen tot stand gekomen door foltering ongeldig. Het geval "Schmitz", een dakdekker die beschuldigd werd van diefstal uit het offerblok van de kerk,is uitvoerig gedocumenteerd en spreekt boekdelen. (A.M.J.A. Berkvens, Universiteit Maastricht. Zie ook zijn website over Limburgse rechtsgeschiedenis) In Roermond en omstreken daten de laatste heksenverbrandingen voor zover bekend uit 1613.
Bij Loe Giesen 1790 treffen we de weergave van een doktersrekening van dokter Wassenberg uit Venlo voor de gemeente Beesel. Hier worden over een periode van 4 maanden 8 data genoemd waarop aan diverse zieken medicijnen werden geleverd, sommigen met naam en toenaam genoemd. Blijkbaar waren de kosten van medicijnen ten laste van de gemeente, of het gaat om gratis armenzorg. De rekening spreekt over "pulver vomit., pulver rabarb., mixtur, cremor tart., sal. laxant". Totale kosten: 47 gulden 18 stuiver.
GHS Beesel, Reuver, Archief dorpsbestuur Beesel, inv.nr. 80.
=====================================================15-06-2007
In Zusammenhang mit meine Hobby Ahnenforschung nach meine Familie,
mochte ich bitte folgende frage stellen;
Stehen noch Daten zu Verfugung von gefangenen der Citadelle zu Wesel in den Jahren 1766.
Es betrifft hier eine Verurteilung van eine Frau namens Maria Verschueren.
Sie wurde verurteilt auf 2 Jahre Wasser und Brot zur Citadelle zu Wesel
Sehn Sie bitte auch die beilagen.
Wenn Ja wo kann ich die akten möglicherweise einsehen.
m.fr. gr
Wim Lormans
===============
19-06-2007
Sehr geehrter Herr Lormans,
bei Maria Verschueren handelt es sich um eine Strafgefangene,
die von einem Gericht verurteilt wurde und in ein entsprechendes Gefängnis eingeliefert wurde.
Gericht und Gefängnis waren nicht städtisch sondern staatlich (preußisch).
Die entsprechenden Unterlagen müssten sich im Hauptstaatsarchiv Düsseldorf befinden;
ich bezweifle aber, dass dort solche vorhanden sind,
weder bei den Gerichtsunterlagen noch bei den Behörden betreffend des Gefängnisses in Wesel.
Im Stadtarchiv Wesel gibt es zwar zwar Akten betreffend Diebe, Einbrecher etc. bzw.
betreffend des später eingerichteten Zuchthauses, aber zu Ihrem Fall (für die Jahre 1765/66)
habe ich nichts gefunden.
Wie ich der von Ihnen angehängten Beilage entnehmen kann,
betrifft der Streit um die Verpflegungskosten des zurückgebliebenen Kindes auch nicht Wesel bzw.
das preußische Territorium Kleve-Mark, sondern Moers-Geldern, deren Landesverwaltung,
die Kriegs- und Domänenkammer, mit dem Fall befasst ist.
Die Zitadelle in Wesel war also nur das entsprechende Gefängnis für das westliche Preußen (Geldern, Kleve, Moers);
für die Gefangenen war nach deren Entlassung oder Ableben die Heimatgemeinde,
nicht etwa der Gefängnisstandort, zuständig, also in vorliegenden Fall Helden und nicht Wesel.
Mit freundlichen Grüßen
i.A.
Dr. Martin Roelen
Stadtarchiv Wesel
Klever-Tor-Platz 1
46483 Wesel
Tel.: 0281/1645-403
Fax: 0281/1645-397
===================================================================
Bron: http://www.milwiki.nl/dutchregiments/index.php?n=Garn.Garn-plaats
MaastrichtRegiment Oranje - Nassau nr. 11754-1763IR747a
Philippine Regiment Oranje - Nassau nr. 11764-1765IR747a
MaastrichtRegiment Oranje - Nassau nr. 11765-1767IR747a
Arnhem Regiment Oranje - Nassau nr. 11767-1769IR747a
Nijmegen Regiment Oranje - Nassau nr. 11777-1780IR747a
Zoon Johannes werd geboren te helden op 20 januari 1766.
Johannes werd door Pruisische wervers meegenomen op 29 aug 1767 in de buurt van Kuijk.
Zijn zoon was toen al ruim 8 maanden oud.
Zijn Regiment Oranje - Nassau nr. 1 was toen op weg van Maastricht naar Arnhem.
Teruggerekend verwekte hij zijn zoon Johannes ca 3 april 1765.
Dus ver voor hun legering rond Kuijk in 1767.
Ze moet Johannes dan ontmoet hebben tussen Maastricht en Helden in begin april 1765.
Tijdens de rechtsspraak in Helden blijkt Maria al eerder verbannen te zijn geweest uit Venray in 1764
Waarschijnlijk was haar aanhouding in Venray op de 25 augustus 1764.
Daar staatin een gerechtelijke acte vermeld:
" Den 25e aug'sti bericht over den armen,
wie oock dat eene vremde landtlopertje waere aangehouden."
==================================================================
Maria Van Der (Schueren ~ Verschueren ~ Verschuijren) Verschuijren | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Johannes Lormans | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
The data shown has no sources.