NH (overgegaan naar RK bij huwelijk)
Nieuwe Kerk
He is married to Maria Christina Severeijnse.
They got married.
Child(ren):
Deze biografie beschrijft het leven van Hein (Hendrikus) Balm, kleinzoon van stamvader Jacob Balm. Hein wordt op dinsdag 25 november 1806 geboren, als tweede zoon van Jacobus Balm en Elisabeth ter Voort, in de Tichelstraat bij de Lijnbaansgracht in de Jordaan, te Amsterdam. Op 3 december 1806 wordt Hein door dominee Dirk Cornelis van Voorst gedoopt in Nieuwe Kerk te Amsterdam. Getuigen zijn opa Hendrik ter Voort en Alida Bos. Zijn ouders, Jacob en Lijsje, hebben dan de leeftijd van 45 en 24 jaar. Zijn vader is kruier van beroep. Op 19 augustus 1811 wordt Johan, de derde zoon, geboren.
Kort daarna verhuist het gezin naar de Mandenmakersteeg nummer 6, in het centrum van Amsterdam. Het gezin leeft regelmatig onder het bestaansminimum en krijgt, net als veel andere gezinnen, steun van het gemeentebestuur.
Op 25 maart 1812 overlijdt zijn vader op tweeënvijftig jarige leeftijd in de Mandenmakerssteeg. Het gezin krijgt in de zomer van 1812 nog eenmaal steun. Blijkbaar kan moeder Lijsje de situatie niet meer aan. Vermeld staat dat zij in 1812 geroyeerd wordt en daardoor geen verdere steun meer zal ontvangen. Zij hertrouwt na 1812 met Jan Hendrik Schnux.
Op vrijdag 10 september 1813 worden Jacob, Hein en Johan ingeschreven bij het Aalmoezeniersweeshuis aan de Prinsengracht, op de hoek van de Leidsestraat te Amsterdam. In het register van inschrijving van het Aalmoezeniersweeshhuis staat vermeld:
Dinsdag den 14 September 1813 Jacobus Balem Oud 9 Jaar Hendrik Balem Oud 6 Jaar Jan Balem Oud- 2 Jaar De vader Jacobus Balem. Overleden De moeder Lijsje …………….Weggelopen Op authorisatie van Den Heer Prefect De Dato 10 September 1813 ingenomen. Van de Gereformeerde Godsdienst.
J.H. Bernhard Boekhouder
De kinderen verblijven tot 9 juni 1820 in het weeshuis.
De leefomstandigheden in het weeshuis zijn slecht te noemen. Door het onvoldoende en zware voedsel blijft de groei van de weeskinderen achter. De maaltijd kan bestaan uit: groentesoep, gortepap, rijst, erwten, brood en melkproducten.
De sociale en economische omstandigheden in het Amsterdam van 1810 en de jaren daarna zijn zorgelijk. Het aantal te vondeling gelegde kinderen en wezen neemt sterk toe; in 1811 zelf met 52 %. De hoge sterfte onder ouders is hier mede de oorzaak van.
In 1810 werd Nederland ingelijfd bij de Franse republiek. Nederland moest daardoor meebetalen aan de oorlogvoering van de Franse keizer Napoleon. Als gevolg daarvan werden de publieke gelden voor de weeshuizen verminderd. Door het uitbesteden van de weeskinderen aan fabrikanten en boeren werd getracht een andere bron van inkomsten te creëren. In 1810 werd tevens de militaire dienstplicht ingevoerd. De oudere weeskinderen werden beschouwd als potentiële rekruten. Tot een verlichting voor de weeshuizen kwam het echter niet. De minimum lengte voor een rekruut werd eerst vastgesteld op 1598 mm, en later, toen er een tekort aan rekruten was, op 1544 mm. Veel weeskinderen bleven onder deze lengte. Een andere manier om het aantal wezen terug te dringen was het opsporen van ouders die hun kind te vondeling hadden gelegd. Tussen 1819 en 1821 werden maar liefst 1158 ouders opgespoord. Waarschijnlijk was Lijsje ter Voort één van deze ouders. Op 9 juni 1820 ondertekende zij de volgende verklaring:
Ik ondergetekende als moeder van bovengenoemde Kinderen verklare bij Deze Dezelve terug ontvangen te hebben, aannemende en behorende Dezelve eene goede Opvoeding te Zullen geeven van al het nodige te voorzien en te zullen Zorgen dat dezelve nimmer weder ten laste komen van dit Godshuis.
Amsterdam 9 Juny 1820
Lijsje ter Voort
Hein is op dat moment 13 jaar.
Op 7 oktober 1825 overlijdt zijn moeder op vierenveertig jarige leeftijd te Amsterdam. De volgende dag wordt zij begraven. Hein is dan 18 jaar oud. Waarschijnlijk werkt hij op dat moment als wijnkopersknecht in Amsterdam of Haarlem. In het adresboekje van “Kooplieden, Bankiers, handeldrijvenden of negotiedoenden der stad Amsterdam” uit 1821 worden dertig wijnhandelaren vermeld die in die jaren actief zijn.
Hein’s beroep van wijnkopersknecht staat vermeld op het certificaat van de Nationale Militie van de provincie Noord-Holland, afgegeven op 8 augustus 1828, registratienummer 2847. Hein is met nummer 3386 uitgeloot en wordt niet opgeroepen voor militaire dienst. Op het certificaat staat als zijn signalement vermeld:
lengte 160,5 cm (=1 el, 6 palm, 0 duim, 5 streep; Nederlands metriek stelsel uit 1816) gezichtskenmerken:
aangezicht: ovaal
voorhoofd: plat
ogen: blauw
neus: groot
mond: breed
kin: rond
haar: bruin
wenkbrauwen: idem
merkbare tekenen: geen
In deze periode neemt het leven van Hein een wending. Hij vertrekt naar Spaarndam en wordt visventer. Hein ontmoet Maria Severijnse. Maria is geboren op 18-01-1802 te Heemstede. Zij is de dochter van Pieter Severijnse, timmermansknecht, en Adriaantje Van Steenderen. Maria is rooms katholiek en opgenomen in het doopboek van de R.K. kerk te Berkenwoude. Zij woont in Spaarndam en is op dat moment zonder beroep. Op 13 en 17 mei 1829 wordt de aankondiging gedaan bij de stadhuizen van Amsterdam en Spaarndam van het huwelijk van Hein en Maria Severijnse.
Op 24 mei 1829 vindt om 12.00 uur te Spaarndam het burgerlijk huwelijk plaats. De getuigen zijn: Matheus Melchior, schoenmaker, Willum Krijger, werkman, Adolf Melchior Mattheuszoon, schoenmaker en Jan van Bragt, herbergier Hein woont, aldus de huwelijksakte, in Amsterdam. Op 24 september 1829 is het kerkelijk huwelijk, in de R.K. kerk van Spaarnwoude. Maria is dan zevenentwintig jaar en Hein tweeëntwintig jaar oud. Hein wordt belijdend katholiek.
Maria heeft op het moment van haar huwelijk met Hein al twee kinderen. Op 19 december 1826, om 14.00 uur, werd haar dochter Adriana Severijnse te Haarlem geboren. Er staat in de geboorteakte niet omschreven wie de vader van Adriane is. Maria was voor de geboorte van Adriana dienstbode en woonde in de Patientiestraat W 2. nr 808 te Haarlem. Getuigen bij de aangifte waren Jan Luikel, lettergieter, wonende in de Patientiestraat, Jan van Eskert, schilder, wonende in de Lange Hofstraat en de vroedvrouw Martina Lasschuit. Op 11 april 1829, om 02.00 uur, werd ruim één maand voor haar burgerlijk huwelijk, Hendrik Severijnse te Spaarndam geboren.
In de geboorteakte wordt Hendrik omschreven als onechte zoon en Maria als ongehuwd. Getuigen waren Willem Krijger, oud veertig jaar en werkman, Adolf Melchior Mattheuszoon, negenendertig jaar en schoenmaker, en vroedvrouw Maria de Beers, weduwe van Martijn Buizer, oud 59 jaar.
De vraag is of Hein de biologische vader van Adriana en Hendrik is. Dit is, gezien de geboortedatum, zeker te verwachten bij Hendrik. Opvallend is wel dat Hein zowel bij Adriana, als bij Hendrik niet als getuige wordt genoemd in de geboorteakte. Later, 1848, zal Hein de beide kinderen erkennen.
Het gezin van Hein en Maria zal de komende jaren gaan bestaan uit zeven kinderen. Na Adriana en Hendrik volgen de volgende vijf kinderen:
Op 16 september 1831 wordt om 18.00 uur Willem (Wilhelmus Arnoldus) geboren. Getuigen zijn Willem Krieger, oud drieënveertig jaar, werkman, Gerrit Meijer, drieënvijftig jaar, werkman, en vader Hein.
De volgende gezinsuitbreiding vindt plaats op 17 februari 1835. Het vierde kind, zoon Piet wordt dan geboren. Piet wordt op zijn geboortedag gedoopt in de R.K. kerkte Haarlemmerliede.
Het vijfde kind, Joannes Jacobus, genaamd Jan, wordt geboren op 18 maart 1838.
Op 9 maart 1841 vindt de geboorte plaats van Reijnerus. Zijn roepnaam wordt Reinier. Hij wordt gedoopt op 9 maart in de R.K. kerk van Haarlemmerliede.
Op 23 oktober 1844 wordt tenslotte Jacobus geboren. Jacob is de laatste en jongste zoon van Hein en Maria.
Hein en zijn gezin hebben het niet breed. Op 3 december 1847 verklaart burgemeester Van Egmond schriftelijk dat Hein en Maria Balm in zodanige behoeftige omstandigheden verkeren, dat zij als onvermogend aangemerkt worden. Op grond daarvan zijn zij onmachtig om de zegelrechten van de gemeente Spaarndam te betalen.
In het leven van Hein zal een belangrijke wending komen. Op 18 februari overlijdt zijn vrouw Maria op zesenveertig jarige leeftijd. Twee maanden ervoor, op 9 december 1847, worden Adriana en Hendrik door Hein erkend als zijnde zijn kinderen. Vlak na het overlijden van hun moeder worden op 16 maart 1848 Adriana en Hendrik, bij een koninklijk besluit, gewettigd . Op 12 april 1848 worden Adriana en Hendrik ingeschreven in burgerlijke stand van Spaarndam.
De wettiging zal ook te maken hebben met het aanstaande huwelijk van Adriana. Op 27 augustus 1848 treedt zij in het huwelijk met Petrus Josephus Jukes, geboren op 21 september 1823 te Spaarndam. Peter Jukes is visser en schippersknecht. Het burgerlijk huwelijk vindt plaats in Spaarndam en het kerkelijk huwelijk in Spaarnwoude.
In de jaren die volgen maakt Hein, voor zijn overlijden, vijf huwelijken mee van zijn kinderen. Eén schoondochter, Guurtje Rozenkrans, de vrouw van Hendrik, overlijdt. Over zijn zoon Willem (Wilhelmus Arnoldus) en zijn gezin volgt een biografie.
Hein krijgt tijdens zijn leven zestien kleinkinderen. Zeven van hen overlijden op jonge leeftijd.
Op 2 oktober 1865 overlijdt Hein, op achtenvijftig jarige leeftijd, om 6.00 uur in de ochtend in het Visserseinde nummer 9b te Spaarndam. Hein wordt op 5 oktober 1865 begraven op het Rooms Katholieke kerkhof van Haarlemmerliede.
Hendrikus Arnoldus Balm | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Maria Christina Severeijnse |
Toegevoegd door een Smart Match te bevestigen
Stamboom op MyHeritage.com
Familiesite: Wielart Web Site
Stamboom: Wielart