He is married to Aleijt Joannes Quants.
They got marriedSource 1
Child(ren):
88)
Henrick zoon wijlen Rutgers van der Vleuten weduwnaar van Aleijdt dochter van Jan Quants partij ter ener zijde en Willem, Lijsken en Jenneken, broer en zusters en kinderen van genoemde Henrick van der Vlueten en Aleijdt, waarbij deze Lijsken en Jenneken zijn geassisteerd door Dirck Jan Hermans, en Leonard Philips van Hersel hun gekozen voogden, en welke voogden ook optreden voor Gijsberden minderjarige zoon van genoemde Henrick en Aleijt, hebben een boedelverdeling gemaakt van de navolgende bezittingen.
Bij deze verdeling krijgt Henrick Rutgers van der Vlueten voor wat betreft het vruchtgebruik het huis, tuin, boomgaard, de kleine dries, de grote akker, de nieuwe akker samen aan elkaar gelegen, gelegen in Oirschot herdgang Aerle, b.p. Andries Gijsbert Daniels, .... van de Maerselaer, het erf dat er van is afgedeeld tot aan de heg en de sloot, Gijsbert van den Hovel, de gemeijnte. Uit dit bezit moet jaarlijks 3 gulden worden betaald aan Geritten Zanders te Boxtel, nog twee gulden per jaar aan Goijaerden Jan Joesten, nog een gulden per jaar aan Willem Peter Wouters, nog een gulden per jaar aan Jan Jan Pauwels te Gestel, nog een gulden per jaar aan de erfgenamen van Baetken Coolen, nog 6 lopen rogge per jaar aan Gielissen van der Vleuten. De kinderen mogen de heesters die in het bosje van Henrick staan eruithalen. Verder krijgt hij ca. een half lopenzaad land van het nieuwe erf over de waterloop, dat hij tot land zal maken met een stuk om er van buitenaf bij te kunnen komen en daar een wal op te maken. Verder zal Henrick alle achterstallige pachten etc. moeten betalen.
Bij deze verdeling krijgen de genoemde kinderen de schuur met de voorste akker van vooraf aan te meten tot aan het Piekenveld toe tot aan het nieuwe erf dat samen aan elkaar is gelegen in Oirschot herdgang Aerle, b.p. Jacop Philips van den Schoot, het erf dat er van is afgedeeld, de gemeijnte, met de halve oogst die erop staat. Uit dit bezit moet jaarlijks een mudde rogge worden betaald, Oirschotse maat en nog vijftien en een halve stuivers aan Beelken Gijssen, nog 5 gulden per jaar aan het kapittel te
88-v)
Eindhoven, nog 7 gulden per jaar aan Jan Schippert in Den Bosch en ook in Den Bosch te leveren, nog twee gulden tien stuivers per jaar aan het klooster bij de Tolbrugge, nog 9 gulden en zeven en een halve stuiver aan Joachim van den Weijer en de grondchijns. Verder moeten zij een bedrag van 6 gulden eens betalen aan genoemde Henrick om daarmee een lopenzaad land af te lossen dat Henrick heeft beleend aan Willem Craens per a.s. St. Jansdag.
Genoemde partijen beloven elkaar deze boedelverdeling altijd gestand te zullen blijven doen em dat ieder de lasten op zijn eigen erfdeel zodanig zal betalen dat het erfdeel van de ander daarvoor gevrijwaard blijft. Indien er op enig erfdeel meer lasten zouden blijken te drukken dan zullen ze die lasten gemeenschappelijk voor hun rekening nemen. Datum 3 juni 1578, getuigen Hoppenbrouwer en Achter.
==================179===================
Genoemde Henrick uit de vorige akte verkoopt het nieuwe stuk land dat hij van de gedeputeerden van de gemeente Oirschot in heeft gekocht, gelegen in Oirschot herdgang Aerle, b.p. het erf van de verkoper, verder rondom in de gemeijnte, zoals blijkt uit het register daarover van de gemeente Oirschot. Hij verkoopt dt perceel nu aan
89)
Willem, Gijsbrecht, Lijsken en Jenneken, zijn kinderen verwekt bij wijlen Aleijden dochter van Jan Quants zijn eerste vrouw en de verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen. Datum en getuigen als boven.
Hendrik Rutgers van der Vleuten | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Aleijt Joannes Quants |