(1) He is married to NN van KERCKEM.
They got married NIET.
Child(ren):
(2) He is married to Anna van MARK-AREMBERG.Source 4
They got married
Child(ren):
(3) He is married to Johanna van BRUGGE.Source 5
They got married after _1475.
Child(ren):
23. Jacob II van Huerne, geb. ca. 1450, ovl. 8 Dec 1502, heer van Horn (na 1450 graaf van Horn), bemiddelt bij het tot stand komen van het verdrag van Tongeren 22-5-1484 dat de weg voor zijn broer Jan vrijmaakt om bisschop van Luik te worden en is aanwezig bij diens intronisatie 7-11-1484; wordt wanneer deze zich veiligheidshalve in Maastricht heeft teruggetrokken, door hem belast met het bestuur van het bisdom; wordt (nadat hij Volgens Wolters (a.w.; Annexe nr. 23) was het verheffingsdiploma gedateerd 'die Veneris post festum S. Thomae apostoli'. De feestdag van Sint Thomas apostel is 21 december en viel (zie Grotefend, Taschenbuch der Zeitrechnung) in 1450 op maandag. De vrijdag daarna was dus Eerste Kerstdag, hetgeen toch een wat merkwaardige wijze van datering zou betekenen. De exacte datum der verheffing zij daarom hier in het midden gelaten. Hij is door het overlijden van zijn vader graaf van Horn geworden (1488) echter gevangen genomen in een gevecht tegen de De la Marck's en blijft gedurende drie jaar hun gevangene in het kasteel Louveign; wordt vrijgelaten bij de algehele vrede die op 25-7-1492 wordt gesloten, waarmee aan een vijftien jaar durende burgeroorlog een einde komt en Frankrijk en Habsburg de onzijdigheid van het bisdom Luik erkennen; geeft dan ter verzoening zijn dochter Margaretha ten huwelijk aan Everard de la Marck; neemt nadien deel aan de strijd van keizer Maximiliaan tegen Gelre, maar moet ter bestrijding der kosten het graafschap Horn en de heerlijkheid Weert (met kasteel) verpanden aan graaf Vincent van Meurs 1494, waarna hij een en ander pas met veel moeite terugkrijgt 16-4-1499; draagt Horn in leen op aan het bisdom Luik Kuringen 18-10-1500, en tracht de moeilijk blijvende verhoudingen te regelen door zijn oudste zoon (Jacob III) uit te huwelijken aan een kleindochter van Vincent van Meurs 29-5-1502; is (hoewel als Luiks onderdaan nu formeel neutraal) aanwezig bij de hernieuwde strijd tegen Gelre in 1511, maar wordt overrompeld in Woudrichem omstreeks 1-1-1512 en moet zich opnieuw vrijkopen; overl. 8-10-1530, bijgezet in het familiegraf in het Franciscaner klooster te Weert. Afgezien van wettige kinderen (uit zijn tweede huwelijk) was hij, in buitenechtelijke verhouding met een jonkvrouwe Van Kerckem, vader van: (bastaard) Johan van Home, geb. ca. 1479, officier onder Fredrik van Egmond, graaf van Buren, later onder Lodewijk II van Hongarije, (waarschijnlijk) gesneuveld tegen de Turken in de slag bij Mohacsz 29-8-1526, tr. IJsselstein ca. 1515 Agneta Ockers, overl. IJsselstein ca. 1520; dr. van Ocker Het idyllische beeld dat Wolters van Jacob II geeft (pag. 51: 'car toute sa vie ne respire que la paix et la concorde') is wel zeer eenzijdig. De ook in deze decennia turbulente geschiedenis van stad en bisdom Luik (waarbij de De la Marck's gewoonlijk door Frankrijk werden gesteund en de Hornes zich op Bourgondië-Habsburg richtten), valt in de meeste geschiedwerken echter tussen stoel en tafel, zo ook in de beide edities van de Algemene Geschiedenis der Nederlanden. Informatief is daarom nog steeds het overzicht dat Henri Pirenne in 1907 daarvan gaf in zijn Histoire de Belgique (diverse edities, waaronder een Nederlandstalige Geschiedenis van België) in deel III, eerste boek, hoofdstuk VI. Maîtresse: Anna jonkvrouwe van Kerckem, gravin van Aremberg. (Zie: Repertoria op leenkamers die binnen het graafschap Holland hebben gefunctioneerd. Vervolg OV nr. 384 blz. 250, Ons Voorgeslacht 1988, pag. 460.) 24-12-1555: Schout en schepenen te Vlaerdingen in het ambacht van heer Johan, graaf van Arembercht, heer van Naeldwijck en Cappelle, oorkonden dat Frans Duyst Fransz., poorter te Delft, verkoopt aan zijn schoonbroer meester Joost Heynricxz. te Delft een jaarrente van 96 karolus gulden, te lossen de penning 16, verzekerd op twee derde deel van 20 morgen land met huis, bergen en geboomte in Holyerhoeck, belend ten westen: de Holyerhoeckse weg, ten oosten: Joris Cornelis C.S., ten noorden: de woning van Cors Woutersz. en ten zuiden: Huych Voppez., waarvoor hij 9 morgen land te Groenevelt, leenroerig aan de vrouwe van Wassenaer, heeft ontvangen. In dorso: 14-2-1561: Dammas Symonsz. lost namens de weeskinderen van Frans Duyst Fransz. aan zijn oom meester Joost Heynricxz. 768 karolus gulden af en betaalt 96 karolus gulden rente; 16-4-1561: Hij lost nogmaals 384 karolus gulden; 31-5-1561: Hij lost nogmaals 384 karolus gulden af (f. 17~). Het feit, dat Walburg van Manderscheid in tweede echt gehuwd was met Frederik van Egmond, graaf van Buren, en zij bijzondere genegenheid toonde voor haar natuurlijke nicht Johanna van Horne, moge tevens een verklaring zijn voor de omstandigheid, dat Johanna s, natuurlijke broeder Johan van Horne na de moeilijkheden met zijn vader - vermeld in de notariële acte, afgedrukt op pag. 190 e.v. van het hierboven vermelde Jaarboek XIX van het Centraal Bureau voor Genealogie - zich naar de graaf van Buren begaf. De naam van de natuurlijke moeder, welke aan Johan van Horne onthouden zou zijn, schijnt voor Johanna van Horne niet verborgen gebleven te zijn, want anders zou het familiewapen harer moeder niet op haar grafzerk afgebeeld staan. Johanna van Horne overleed 1 februari 1558 en haar tweede echtgenoot Daniel van Gerwen stierf 23 september 1559. Beiden werden te Tongelre bij Eindhoven in de kerk begraven onder een zerk , waarop behalve het wapen van Van Gerwen en diens moeder ook afgebeeld stonden het wapen van Johanna van Horne - zijnde de drie jachthoorns waaroverheen een rechter schuinbalk - en dat van haar moeder, zijnde een schild beladen met Franse lelies. Aangezien laatstgenoemd wapen gevoerd werd door het adellijke geslacht Van Kerckem, dat oudtijds ook in het graafsclhap Horne woonachtig was, is het vermoeden gewettigd dat Jacob II graaf van Home bij een vrouwelijk lid van dit geslacht zijn natuurlijke kinderen Johanna en Johan verkregen heeft. Gelet op deze adellijke afstamming van moederszijde, is het begrijpelijrk dat deze natuurlijke kinderen gelegitimeerd werden. Dit neemt overigens niet weg, dat Johanna als natuurlijke dochter in het Stift van Thorn op formele gronden niet opgenomen kan zijn. In de notariële verklaring van Maria van Hardenbroeck van 30 augustus 1602 - afgedrukt in voormeld jaarboek op pag. 189 e.v. - zouden wij dan ook wellicht de mededeling, dat haar tante Theodorica van Deudecom, gehuwd met Gijsbert van Hardenbroeck, vóór haar huwelijk verblijf gehouden had in het Stift Thorn gelegen in het graafschap Horne en aldaar gekend had een Johanna van Horne natuurlijke dochter van Jacob graaf van Horne, het woord ,,aldaar" moeten betrekken op het graafschap Horne en niet op het Stift Thorn. Tenzij de macht van de graven van Horne en de grote invloed van de grafelijke familie van Manderscheid in het bestuur van het Stift Thorn zo groot zijn geweest, dat de natuurlijke, erkende dochter van Jacob II graaf van Horne toch haar jeugdjaren in het vorstelijke Stift van Thorn heeft kunnen doorbrengen. Afgezien van wettige kinderen (uit zijn tweede huwelijk) was Jacob II van Heurne, in buitenechtelijke verhouding met een jonkvrouwe Van Kerckem,
23. Jacob II van Huerne, geb. ca. 1450, ovl. 8 Dec 1502, heer van Horn (na 1450 graaf van Horn), bemiddelt bij het tot stand komen van het verdrag van Tongeren 22-5-1484 dat de weg voor zijn broer Jan vrijmaakt om bisschop van Luik te worden en is aanwezig bij diens intronisatie 7-11-1484; wordt wanneer deze zich veiligheidshalve in Maastricht heeft teruggetrokken, door hem belast met het bestuur van het bisdom; wordt (nadat hij Volgens Wolters (a.w.; Annexe nr. 23) was het verheffingsdiploma gedateerd 'die Veneris post festum S. Thomae apostoli'. De feestdag van Sint Thomas apostel is 21 december en viel (zie Grotefend, Taschenbuch der Zeitrechnung) in 1450 op maandag. De vrijdag daarna was dus Eerste Kerstdag, hetgeen toch een wat merkwaardige wijze van datering zou betekenen. De exacte datum der verheffing zij daarom hier in het midden gelaten. Hij is door het overlijden van zijn vader graaf van Horn geworden (1488) echter gevangen genomen in een gevecht tegen de De la Marck's en blijft gedurende drie jaar hun gevangene in het kasteel Louveign; wordt vrijgelaten bij de algehele vrede die op 25-7-1492 wordt gesloten, waarmee aan een vijftien jaar durende burgeroorlog een einde komt en Frankrijk en Habsburg de onzijdigheid van het bisdom Luik erkennen; geeft dan ter verzoening zijn dochter Margaretha ten huwelijk aan Everard de la Marck; neemt nadien deel aan de strijd van keizer Maximiliaan tegen Gelre, maar moet ter bestrijding der kosten het graafschap Horn en de heerlijkheid Weert (met kasteel) verpanden aan graaf Vincent van Meurs 1494, waarna hij een en ander pas met veel moeite terugkrijgt 16-4-1499; draagt Horn in leen op aan het bisdom Luik Kuringen 18-10-1500, en tracht de moeilijk blijvende verhoudingen te regelen door zijn oudste zoon (Jacob III) uit te huwelijken aan een kleindochter van Vincent van Meurs 29-5-1502; is (hoewel als Luiks onderdaan nu formeel neutraal) aanwezig bij de hernieuwde strijd tegen Gelre in 1511, maar wordt overrompeld in Woudrichem omstreeks 1-1-1512 en moet zich opnieuw vrijkopen; overl. 8-10-1530, bijgezet in het familiegraf in het Franciscaner klooster te Weert. Afgezien van wettige kinderen (uit zijn tweede huwelijk) was hij, in buitenechtelijke verhouding met een jonkvrouwe Van Kerckem, vader van: (bastaard) Johan van Home, geb. ca. 1479, officier onder Fredrik van Egmond, graaf van Buren, later onder Lodewijk II van Hongarije, (waarschijnlijk) gesneuveld tegen de Turken in de slag bij Mohacsz 29-8-1526, tr. IJsselstein ca. 1515 Agneta Ockers, overl. IJsselstein ca. 1520; dr. van Ocker Het idyllische beeld dat Wolters van Jacob II geeft (pag. 51: 'car toute sa vie ne respire que la paix et la concorde') is wel zeer eenzijdig. De ook in deze decennia turbulente geschiedenis van stad en bisdom Luik (waarbij de De la Marck's gewoonlijk door Frankrijk werden gesteund en de Hornes zich op Bourgondië-Habsburg richtten), valt in de meeste geschiedwerken echter tussen stoel en tafel, zo ook in de beide edities van de Algemene Geschiedenis der Nederlanden. Informatief is daarom nog steeds het overzicht dat Henri Pirenne in 1907 daarvan gaf in zijn Histoire de Belgique (diverse edities, waaronder een Nederlandstalige Geschiedenis van België) in deel III, eerste boek, hoofdstuk VI. Maîtresse: Anna jonkvrouwe van Kerckem, gravin van Aremberg. (Zie: Repertoria op leenkamers die binnen het graafschap Holland hebben gefunctioneerd. Vervolg OV nr. 384 blz. 250, Ons Voorgeslacht 1988, pag. 460.) 24-12-1555: Schout en schepenen te Vlaerdingen in het ambacht van heer Johan, graaf van Arembercht, heer van Naeldwijck en Cappelle, oorkonden dat Frans Duyst Fransz., poorter te Delft, verkoopt aan zijn schoonbroer meester Joost Heynricxz. te Delft een jaarrente van 96 karolus gulden, te lossen de penning 16, verzekerd op twee derde deel van 20 morgen land met huis, bergen en geboomte in Holyerhoeck, belend ten westen: de Holyerhoeckse weg, ten oosten: Joris Cornelis C.S., ten noorden: de woning van Cors Woutersz. en ten zuiden: Huych Voppez., waarvoor hij 9 morgen land te Groenevelt, leenroerig aan de vrouwe van Wassenaer, heeft ontvangen. In dorso: 14-2-1561: Dammas Symonsz. lost namens de weeskinderen van Frans Duyst Fransz. aan zijn oom meester Joost Heynricxz. 768 karolus gulden af en betaalt 96 karolus gulden rente; 16-4-1561: Hij lost nogmaals 384 karolus gulden; 31-5-1561: Hij lost nogmaals 384 karolus gulden af (f. 17~). Het feit, dat Walburg van Manderscheid in tweede echt gehuwd was met Frederik van Egmond, graaf van Buren, en zij bijzondere genegenheid toonde voor haar natuurlijke nicht Johanna van Horne, moge tevens een verklaring zijn voor de omstandigheid, dat JohannaâÇÖs, natuurlijke broeder Johan van Horne na de moeilijkheden met zijn vader - vermeld in de notariële acte, afgedrukt op pag. 190 e.v. van het hierboven vermelde Jaarboek XIX van het Centraal Bureau voor Genealogie - zich naar de graaf van Buren begaf. De naam van de natuurlijke moeder, welke aan Johan van Horne onthouden zou zijn, schijnt voor Johanna van Horne niet verborgen gebleven te zijn, want anders zou het familiewapen harer moeder niet op haar grafzerk afgebeeld staan. Johanna van Horne overleed 1 februari 1558 en haar tweede echtgenoot Daniel van Gerwen stierf 23 september 1559. Beiden werden te Tongelre bij Eindhoven in de kerk begraven onder een zerk , waarop behalve het wapen van Van Gerwen en diens moeder ook afgebeeld stonden het wapen van Johanna van Horne - zijnde de drie jachthoorns waaroverheen een rechter schuinbalk - en dat van haar moeder, zijnde een schild beladen met Franse lelies. Aangezien laatstgenoemd wapen gevoerd werd door het adellijke geslacht Van Kerckem, dat oudtijds ook in het graafsclhap Horne woonachtig was, is het vermoeden gewettigd dat Jacob II graaf van Home bij een vrouwelijk lid van dit geslacht zijn natuurlijke kinderen Johanna en Johan verkregen heeft. Gelet op deze adellijke afstamming van moederszijde, is het begrijpelijrk dat deze natuurlijke kinderen gelegitimeerd werden. Dit neemt overigens niet weg, dat Johanna als natuurlijke dochter in het Stift van Thorn op formele gronden niet opgenomen kan zijn. In de notariële verklaring van Maria van Hardenbroeck van 30 augustus 1602 - afgedrukt in voormeld jaarboek op pag. 189 e.v. - zouden wij dan ook wellicht de mededeling, dat haar tante Theodorica van Deudecom, gehuwd met Gijsbert van Hardenbroeck, vóór haar huwelijk verblijf gehouden had in het Stift Thorn gelegen in het graafschap Horne en aldaar gekend had een Johanna van Horne natuurlijke dochter van Jacob graaf van Horne, het woord ,,aldaar" moeten betrekken op het graafschap Horne en niet op het Stift Thorn. Tenzij de macht van de graven van Horne en de grote invloed van de grafelijke familie van Manderscheid in het bestuur van het Stift Thorn zo groot zijn geweest, dat de natuurlijke, erkende dochter van Jacob II graaf van Horne toch haar jeugdjaren in het vorstelijke Stift van Thorn heeft kunnen doorbrengen. Afgezien van wettige kinderen (uit zijn tweede huwelijk) was Jacob II van Heurne, in buitenechtelijke verhouding met een jonkvrouwe Van Kerckem, vader van:
Jacob van HUERNE | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(2) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(3) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Johanna van BRUGGE |