Hendrik van Voorne (geboren ca. 1200 overleden 13 maart 1259) was heer van Voorne en burggraaf van Zeeland.
Hendrik werd vanaf 1220 genoemd in aktes van zijn vader Dirk II van Zeeland Van Voorne. In 1228 volgde hij zijn vader op. In 1229 gaf Hendrik een vergunning voor zoutwinning aan de abdij Ter Doest.
Hij werd in 1235 vermeld als leenheer van Nicolaas I van Putten. Hendrik ontwikkelde zich tot een belangrijke hoveling van Willem II van Holland. Hendrik wordt vermeld als getuige in een aantal aktes van Willem en deed zelf enkele schenkingen (onder andere aan de Duitse Orde). Rond 1250 kocht hij van Willem gronden ten noorden en oosten van Rotterdam en gaf die uit aan leenmannen. In 1254 bevestigde hij de leenrechten van zijn broer Hugo, heer van Heenvliet.
Hendrik trouwde in 1231 met Catharina van Peteghem- Cysoing. Geboren omstreeks 1210, overleden 1260. Dochter van Dochter van Jan III van Peteghem-Cysoing en Maria van Bourghelles.
Zij kregen de volgende kinderen:
Hillegonda.
Margarethe (ca. 1230 ca. 1270), gehuwd met Hubert Schenk van Beusinchem.
Albrecht van Voorne, opvolger van zijn vader.
Burggraven van Zeeland
Burggraaf (Latijn: praefectus, castellanus of burggravius) is een adellijke titel (vroeger een functie), die gewoonlijk hoger is dan baron maar een graad lager dan graaf. Het vrouwelijke equivalent is burggravin. De drager van deze titel vervulde vanaf de vroege middeleeuwen een militaire bestuursfunctie voor een leenheer en was in rang grofweg vergelijkbaar met een hooggeplaatste bevelhebber van een garnizoen. Hij of zij zetelde op een burcht of ander soort vesting, waarvan de naam werd afgeleid. De functie van burggraaf verwerd langzamerhand tot een erfelijke functie, waarna de titel haar betekenis verloor en een dode letter werd. De leen van een burggraaf (wanneer van toepassing) werd burggraafschap (Latijn: prefectura) genoemd.
De Heren van Voorne waren burggraaf van Zeeland.
Hendrik I Heer van Voorne van Zeeland |
The data shown has no sources.