He is married to Arentien Gerrits.
They got married
Child(ren):
Burgemeester van Hasselt (1626).
Ouders zijn niet zeker. Er is geen vernoeming van zijn moeder aangetroffen. Elders zou hij een zoon zijn van Peter Joosten en Geertien van Bentem. Uit de archieven blijkt dat hij een zoon zou zijn van Herman van Benthem en Griete Snoeck. Zijn vrouw zou dan niet Arentien Gerrits zijn maar Pietertje Lucassen. Een en ander nog uitzoeken!
Joosten, Peter, getrouwd met Gerrits, Arentien
Overzicht van alle kinderen, gedoopt te Hasselt:
1. Peter, doop niet bekend
2. Janneken, 13 juni 1614, Jan Van Bentem, Arentien Gerrits, getuige Bertken Jansen
3. Joost, 24 oktober 1619, Jan van Bentem, Arenthien Gerrits getuige Geertien Kleijs
4. Gerrit, idem, Jan van Bentem, Arentien Gerrits, getuige Trientien Gerrits
5. Hendrijck, 19 januari 1623, Jan van Bentem, Arentien Gerrits, getuige Stijken (?) Gerrits
Bijzonderheden
Jan van Benthem was waarschijnlijk de zoon van Peter Joosten, burgemeester en lakenverkoper te Hasselt. Benthem is afgeleid van (Graafschap) Bentheim. Zie de volgende tekst uit Wandeling door Hasselt: van de Historische Vereniging Hasselt:
Laten we eens naar Ridderstraat 8, 10 en 12 kijken. Deze huizen zijn in een geheel opgebouwd. In het verleden was het in bezit van een geslacht (van Benthem, webmaster). Nr. 8 was in 't verleden een herberg waarschijnlijk in combinatie met nr. 10 en 12. Het stond bekend als "Die Witte Swane" en werd in de 18e eeuw "De Kleine Zwaan" genoemd. In 1626 werd dit pand
verkocht (nr. 8) door Niesien de dochter van Everwijn Derx aan burgemeester Jan van Bentem. De nrs. 10 en 12 behoorden in die tijd toe aan oud burgemeester Peter Joosten. Deze was gehuwd met Geertien van Bentem en zij verkochten hiervan (de erfgenamen o.a. Jan van Bentem) een huis aan weer een familielid.
Bronverwijzing
1. Historische Vereniging Hasselt, Historische Stadskroniek
a. Datum: 2010-04-13
2. Website H. Elsinga: genealogieen van Hoogeveense families voor 1811 - Mentinck
a. Datum: 2010-04-13
LET OP: Doorgegaan op de familielijn van Peter Joosten en Geertien van Bentem!!
...........................................................................................................
Inzake Jan Snoeck van Benthem (z.v. Herman van Benthem en Griete Snoeck de volgende stukken in hun familie-archief gevonden:
285.1 Duplicaten Collectie Stukken, afkomstig van de Vereeniging Beoefening van Overijsselsch Regt en Geschiedenis
U kunt dit stuk raadplegen in de studiezaal van Historisch Centrum Overijssel (HCO).
U heeft daarvoor de volgende gegevens nodig:
Archiefnummer:285.1
Inventarisnummer:333
2. Inventaris
2.1. Familiearchieven
2.1.7. Familiepapieren Podt
2.1.7.2. Aanverwante families
2.1.7.2.1. Familie Van Benthem1
2.1.7.2.1.3. Jan Snoeck Van Benthem, tr. 1) Pieterje Lucassen, 2) Geertruid Struuck
Jan Snoeck Van Benthem, zoon van Herman Van Benthem en Griete Snoeck, luitenant 1642, overl. Circa 1665, tr. 1) Pietertje Lucassen, mogelijk een dochter van Lucas Nysingh, overl. Circa 1640, 2) circa 1656 Geertruid Struuck, dochter van Jan Struuck van Steenbergen, schulte te Havelte.
Herman Van Benthem, tr. Griete Snoeck
Herman Van Benthem, zoon van Geert Van Benthem (vermeld 1612), kleinzoon van Harm Van Benthem (genoemd als Schulte te Havelte in 1570 en 1608) en achterkleinzoon van Geert Van Benthem (II.1), schulte van Koekange, Pesse, Echten en Ansen, tr. Griete Snoeck, dochter van Jan Snoeck te Uffelte.
309 Akten van transport door Geuke Meuwissen en zijn vrouw en Jan Bartelds aan Jan Van Benthem en zijn voorkinderen bij wijlen Pietertje Lucassen van twee koeweiden in de Koningsweide te Havelte
Datering: 1641
Omvang: 2 charters
Oude Orde: van Dedum: 0354
310 Akte van volmacht van Jan Pieters en Luitje Jans op Jan Snoeck Van Benthem en jonge Geert Jans in de geschillen met Johan Struuck, secretaris van het landschap Drenthe
Datering: 1652
Omvang: 1 stuk
Oude Orde: van Dedum: 0364
311 Akten van transport door Jan Klaassen Tyen, Jantje, weduwe van Geert Klaassen Tyen, en Tymen Jans, diens vrouw en diens broer, alsmede door Jan Vaar aan Jan Van Benthem en zijn zoon en schoondochter Lucas Van Benthem en Evertje Lubberts, van een stuk land op de Leemcuile te Havelte
Datering: 1656
Omvang: 3 charters
Oude Orde: van Dedum: 0368
312 Kwitantie van Hendrik Klaassen en zijn vrouw Jentje Van Benthem voor hun vader en schoonvader Jan Snoeck Van Benthem wegens de uitboedeling van de moederlijke nalatenschap
Datering: 1656
Omvang: 1 charter
Oude Orde: van Dedum: 0369
313 Akten van transport door Lambert Talen, Meilof Hendriks, Jan Jans en hun vrouwen aan Jan Snoeck Van Benthem en diens zoon en schoondochter Lucas Van Benthem en Evertje Lubberts van een koeweide op de Spaansweide en enige stukken land op de Hesselter Esch te Havelte, 1659. Met een retroactum, 1606
Omvang: 4 charters
Oude Orde: van Dedum: 0376
314 Akte van transport door de voogden van de minderjarige Cobius van den Veene aan Jan Snoeck Van Benthem en diens zoon en schoondochter Lucas Van Benthem en Evertje Lubberts van een erve en goed in de marke Havelte, alsmede enige dagmaten land in de Hesselter Made
Datering: 1660
Omvang: 1 charter
Oude Orde: van Dedum: 0377
315 Akte van transport door Jan Hendriks Vedder Tyen en zijn zoon Hendrik Vedder aan Jan Snoeck Van Benthem en diens zoon Lucas van een stuk bouwland op de braak te Havelte
Datering: 1661
Omvang: 1 charter
Oude Orde: van Dedum: 0379
------------------------------------------
Inleiding
In de zeventiende eeuw had het regentengeslacht van Benthem grote invloed op het bestuur van de stad Hasselt. In de periode 1621-1672 was 14 % van de bestuurders met dit geslacht gelieerd. In de periode 1675-1702 steeg dit zelfs tot 24% om vervolgens weer af te nemen in het tijdvak 1703-1749 tot 12 procent. Nadien had men geen enkele invloed meer op het bestuur.
Jan van Benthem
De basis werd gelegd door Jan van Benthem. Hij overleed voor 1651. Zijn in 1623 geboren zoon Hendrik bracht het tot licentmeester huwde met Treintje Pott. Hendrik overleed in 1692. Uit dit huwelijk werd een aantal kinderen geboren: Arnoldina, die ongehuwd bleef, Frederik die in 1656 werd geboren en in 1727 stierf en Jan Hendrik die het tot doctor en tot stadssecretaris wist te brengen. Zowel Frederik als Jan Hendrik vervulden het ambt van burgemeester. Bij de plooierijen moest Frederik uiteindelijk het veld het ruimen. Teleurgesteld keerde hij Hasselt de rug toe en vestigde hij zich in Zwolle. Hij was niet de enige van de familie die dit deed. Zijn oomzegger, zoon van Jan Hendrik, deed hetzelfde. Zijn moeder - Elizabeth Agnes van Haeften - kwam uit een voornaam geslacht voort. Als weduwe van Casijn Ulgher trouwde ze na 1692 met Jan Hendrik van Benthem. Het echtpaar kreeg twee kinderen de hiervoor genoemde Frederik Hendrik en een dochter Catherina. Laatstgenoemde huwde met de predikant Zacharias Spies. Frederik Hendrik huwde in 1722 met Helena Margaretha Pott. Zelf overleed hij in 1754. Drie jaar eerder was hij erfgenaam geworden van zijn tante Arnoldina. Die op haar beurt weer de bezittingen van haar in 1727 overleden broer Frederik geerfd had. Arnoldina was daardoor de op een na rijkste inwoner van Hasselt geworden. Dat de gehele erfenis naar Frederik Hendrik ging had te maken met het feit dat zijn zuster Catherina al eerder - in 1750 - kinderloos overleden was.
Frederik Hendrik werd met deze erfenis de grootste onroerend goed bezitter in Hasselt. Bijna 8 % van de panden had hij in zijn bezit. Hij kreeg de woning in de Nieuwstraat [drie vuursteden], de woning op de hoek HofstraatMarkt [bewoond door Harmen ten Broeke], een huis achter de muur bij het kleine poortje, huis en hof op het eiland, de lege pannenbakkerij in de Regenboogsteeg, een huis in deze steeg, een schuur in deze steeg, huis in de Ridderstraat, huis hoek eiland Gracht, huis in de Ridderstraat, schuur en hof op het Eiland, huis in de Nieuwstraat, een huis nabij de Venepoort op de Hoogstraat, huis op de hoek Gracht Schultensteeg, twee huizen in de hofstraat, twee huizen onder 1 dak, het trapje genaamd, huis op de gracht, schuur in de Regenboogsteeg, twee hoven in het Bolwerk, huis in de Ridderstraat naast Meeuwsen, drie huizen aan de Markt [deze laatste drie onder protest; liep nog een proces voor].
De erfenis van Arnoldina was niet gering. Gerrit Bode kreeg haar huis in de Ridderstraat met hof en stal lopend tot de Regenboogsteeg. Verder kreeg hij zeven en een halve morgen land, een stukje weiland in de Santvoort, een stukje buiten de Enkpoort het Rampjaar genoemd en een obligatie van 1.000 gulden , een van 300, een van 200 en een van 100 gulden. De laatste drie
ten laste van de stad Hasselt en alle drie met achterstallige rente. Bovendien ook nog een kapitaal van 2.000 daalders, scholtels van porselein en parlemoer, het kabinet, plus bed, peluwen, vier kussens en een nieuwe wollen deken liggende op de kelderkamer. Al het koper, tin. Twee zilveren kandelaars, plus snuiter en snuisterbak, een zilveren poederdoos met deksel en een zilveren bijbel. Haar huisraad in het voorhuis, de gang en de achterkeuken. Alle stoelen met kussens, de notenbomen tafel . Het ledikant in het saal en rood trijpen behangsel. Al het beddengoed op het ledikant met rood behangsel. De twee platen in het saal. De witte tafel. Twee pak lakense rouwkleren. Zes breed stuks lakens, 3 paar nieuwe slopen, 12 mooie servetten, twee tafellakens. De spiegels in de witte keuken. De grote zilveren kop. Zes zilveren lepels, 6 zilveren vorken met elk vier tanden. Een zilveren zoutvat , 2 zilveren kleerborstels. Het porselein voor de schoorsteen. Schilderijen voor de schoorsteen, weerszijden ervan [weerszijden ervan] in de witte keuken en het kastje tussen deze keuken en de achterkeuken. De kleine schilderijtjes in de witte keuken. Die heer in de zaal met een lob om de hals geschilderd een kast in de zaal met het goed erop. Hendrik Bode kreeg 1.000 daalders, de weduwe Verdelft 1.000 guldens en het huis op de Markt en de daagse kleding. Maria Koning kreeg zes damasten servetten, een duimring met diamanten er omheen in het zilvergezet, een zilveren theepot, een damasten kleed, licht blauw gevoerd. Arnoldina Aleida van Benthem ontving 2.000 cal gulden. De dochter van haar een diamanten duimring in het goud, plus twee satijnen rokken met gouden bloemen, plus het best lijf. De weduwe van Jan Bode [Geertuid Kromdijk] ontving 1.000 daalders, een diamanten ring met zeven stenen, haar zwarte samaar met rok, haar japonnen en stoffen rok, een rood scharlaken rok, 6 breed doeken lakens, drie paar nieuwe slopen, dozijn servetten, plus tafellaken, dozijn beste hemden. Het beddengoed, plus ketting met 14 diamanten, een obligatie van 2.500 gulden, twee morgen land voor de Enkpoort, Westenberg genaamd. Haar dochters elk 500 en haar zoon 1.000 gulden. Bovendien ontvingen de dochter twee zilveren draagwerken en beugeltassen. Janna ontving bovendien een kastje in de kelderkamer en idem uit de studeerkamer en al het porselein. Swaantje kreeg het huis op de Markt, het tweede huis om de hoek van de Hofstraat naast R. van Goor. Burgemeester Bernardus Heisman kreeg een stuk land aan het Galgerak en een halve morgen land in de Schraa. De dienstmeid ontvang 100 gulden en de diaconie 1.000.
Bron: Blad Regentenfamilies, oktober 2006, nummer 1 / Histogenen /Benthem.
The data shown has no sources.