He is married to Luijtjen Andriessen.
They were married in church on May 25, 1762 at Loenen, he was 23 years old.
Child(ren):
De papiermolens in de provincies Gelderland, alsmede in Overijssel en Limburg (H. Voorn)
Blz 281: Brummen, Het Oude Klooster
De kinderen van de inmiddels overleden Jan Pouwel Schut verkochten de onderste molen in oktober 1768 voor 3400 gld aan Cornelis Pannekoek, een zoon van Abraham Pannekoek en Maria Schut. Twee jaar later verkocht Cornelis het molentje weer voor 3500 gld aan zijn broer Geurt, die gelijktijdig de bovenste molen voor 3200 gld kocht van zijn vader. De beide molens onder één dak waren daarmede weer in één hand verenigd. De 32-jarige Geurt (Gerrit) Pannekoek was papiermaker geweest op de Keyersmolen in Wormingen, waar hij in 1760 zijn overleden broer Marten had opgevolgd. In 1764 had Geurt het stemgerechtigde erf de Boddertje in Eerbeek gekocht en na zijn vestiging in Eerbeek breidde hij zijn landbezit uit door aankoop in 1771 van de Dassenhegge, de Sluitersmathe, de Cruysakker en de Louberg. Uit zijn huwelijk met Luitje Andries zijn verscheidene kinderen geboren. Geurt Pannekoek stierf, nog geen veertig jaar oud, in oktober 1778. Zijn vader Abraham stierf begin december van hetzelfde jaar. Lutje (Luitje) Andries bleef als weduwe achter met zeven kinderen, waarvan de jongste nog geen vier maanden oud was en de oudste zoon Marten eerst tien jaar. Zij verpachtte de molen aan Jan Limphers Hillebrink, die in juni 1780 naar Eerbeek kwam. Hij heeft tot in december 1786 op het Oude Klooster gewerkt en vertrok toen met zijn vrouw naar Loenen. Financiële problemen had de weduwe Pannekoek niet: zij kon zelfs haar onroerend goed nog uitbreiden door aankoop in 1780 van de Paalcamp, later de Poelkampsakker genoemd. Toen zij in 1787 wilde hertrouwen, moest aan de kinderen het vaderlijk erfdeel worden bewezen. Vijf van de zeven kinderen waren nog onmondig; getrouwd was alleen de oudste dochter, Driesje Pannekoek. De molen en het overige onroerend goed bleven voorlopig onverdeeld; de overige boedel was bijna 6000 gld waard, waarvan de helft naar de kinderen ging. Lutje Andries haar testament, waarin zij haar kinderen tot erfgenamen in gelijke porties benoemde. Haar oudste zoon, Marten, zou de keus hebben de papiermolen aan te nemen, mits te verrekenen tegn 8000 gld. Op 19 augustus 1787 had het huwelijk plaats tussen Luitje Andries en Bernardus Jansen Nikkels, jongeman van Beekbergen. Eind 1787, begin 1788 vertrok Nikkels met zijn vrouw naar Deventer. Bijna tien jaar heeft het echtpaar in Deventer gewoond; het is mij niet bekend of zij zich daar met lompen- of papierhandel bezig hielden. In die jaren werd de molen beheerd oor Willem Willemsen, echtgenoot van Luitjes dochter Driesje Pannekoek, bijgestaan door zijn zwagers Willem en Cornelis Pannekoek. In 1797 vertrok Willem Willemsen naar Laag-Soeren, in 1799 gevolgd door zijn zwagers; daar werkten zij op de molens Goedgedacht en Nagedacht. Het Oude Klooster zal toen door een meesterknecht zijn beheerd. Nadat in 1800 Bernardus Nikkels was overleden, had in augustus 1805 weer een magescheid plaats tussen Lutje Andries en haar kinderen: vijf kinderen ditmaal, want de dochter Hester en de zoon Marten waren overleden. Het Oude Klooster. getaxeerd op 8498 gld, werd toebedeeld aan Driesje, Hendrik, Willem en Cornelis Pannekoek; Abraham kreeg een uitkeringin geld. De gebroeders Pannekoek en hun zwager Willem Willemsen exploiteerden de molen, nadat zij de Laag-Soerense molens hadden verlaten: Willem Willemsen in 1802, Hendrik in 1805 en Willem en Cornelis in 1808. hetzelfde jaar waarin hun moeder Luijtjen overleed.
De papiermolens in de provincies Gelderland, alsmede in Overijssel en Limburg (H. Voorn)
Blz 311: Laag-Soeren, Welbedacht
Carel Otto van Kesteren stichtte de eerste papiermolen in Laag-Soeren in 1791: de molen 'Welbedacht', in de bocht van de Bovenbeek, voordat deze de huidige Jut van Breukelerwaardweg passeert. De molen werd verpacht aan Marten Pannekoek, in april 1768 geboren op de Keyersmolen in Apeldoorn, Wormingen, waar zijn vader Geurt Pannekoek toen papiermaker was. Als kind is Marten met zijn ouders naar het Oude Klooster in Eerbeek getrokken, maar in 1787-1788 verbleef hij in Amsterdam -misschien om kennis van de papierhandel op te doen? Marten overleed, eerst 27 jaar oud, reeds op 17 oktober 1795. Hij overleed 'op de Veenmolen' te Laag-Soeren, een naam die ook in 1800 wordt gebruikt. De drie papiermolens schijnen hun optimistische namen eerst later, omstreeks 1808, te hebben gekregen. In de 'Memoires van een papiermaker' kan men lezen, dat Marten (de schrijver noemt hem abusievelijk Abraham) overleed ten gevolge van de vermoeienissen van een reis naar Kaldenkirchen, volgens een verklaring van 'dokter Berends', waarmee de schrijver de med. dr. J.H. Berns bedoelt. Op reis had Marten Pannekoek 50 balen lompen gekocht, die na zijn dood arriveerden. De archiefstukken zeggen weinig over de bezitsverhoudingen, maar waarschijnlijk werd in Laag-Soeren op de traditionele wijze gewerkt: water en grond moesten worden gepacht, opstal en gaandewerk waren eigendom van van de pachter. Martens moeder Lutje Andriessen, in 1787 hertrouwd met Bernardus Nikkels, kwam uit Deventer naar Laag-Soeren en uit Apeldoorn kwam Martens jongere broer Hendrik Pannekoek, die in september 1804 met Aleida Hendrika Lentink trouwde.
Geurt Pannekoek | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1762 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Luijtjen Andriessen |
The data shown has no sources.