He is married to Gijsbertje Meijerink.
They were married in church on June 23, 1765 at Beekbergen, he was 27 years old.
Child(ren):
Hendrikus Koldeweij is vermoedelijk rond 1760 van Velp naar Apeldoorn gekomen, waar dan de achternaam Koldewijn wordt gebruikt. Waarschijnlijk is hij in Apeldoorn direct als papiermaker(sknecht) aan het werk gegaan en heeft hij zo zijn toekomstige vrouw leren kennen. Door zijn huwelijk met Gijsbertje Meijerink werd hij later in ieder geval papiermaker op en eigenaar van de papiermolen de "Winkewijert", welke weer later eigendom is geworden van dochter Marijtje Koldewijn (1766-1832) en haar man Reijer de Goeijen (1765-1839). Rond het overlijden van Hendrikus (1811) en Gijsbertje (1822), heeft zoon Derk ook nog korte tijd zijn moeder en broer Jacob ondersteund op de molen Winkewijert. Na het overlijden van vader en moeder heeft zoon Jacob (1768-1836) het werk op de molen voortgezet. Kleinkind Jochem Koldewijn (1809-1871), zoon van Derk, heeft vanaf circa 1836 ook nog een aantal jaren op de molen gewerkt en ook zoon Derk heeft toen weer bijgesprongen, zo blijkt uit de documenten. De molen is door de twee dochters van Reijer de Goeijen in 1851 verkocht aan kleinkind Hendrikus Koldewijn (1811-1870), ook een zoon van Derk.
Een verkoop uit 1790 bewijst (extra) dat deze Hendrikus Koldeweij, later Koldewijn, en Roeloff Koldeweij broers van elkaar waren.
De papiermolens in de provincies Gelderland, alsmede in Overijssel en Limburg (H. Voorn)
Blz 410: Apeldoorn-Engelandermark, De Winkewijert
Gijsbertje, de in november1740 uit Jacob Meijerink's eerste huwelijk geboren dochter, trouwde in juni 1765 met Hendrikus Koldewijn, in 1738 in Velp geboren als zoon van Derk Koldewijn en Maria Aards. Koldewijn en zijn vrouw erfden slechts 1/6 part in de vijfsbaksmolen, waarop zij in 1771 1000 gld leenden van Nicolaas Lamberts. Bij het definitieve magescheid van april 1785 verwierven zij van de overige erfgenamen de resterende 5/6 parten, waarvoor zij 1050 gld moesten uitkeren en de schulden, waaronder 2000 gld aan Hendrik Lamberts en 1000 gld aan de weduwe H. van Hamel, moesten overnemen. Deze schulden zullen op den duur wel zijn afgelost, maar in 1800 nam Koldewijn weer een hypotheek van 1000 gld, in 1807 gevolgd door een tweede hypothecaire lening van 1000 gld. Hendrik Koldewijn werkte met Albert Luttikhuysen als knecht en met zijn zoon Jacob, die ongehuwd bleef en volgens het militair register met een lichaamsgebrek behept was. Op 20 mei 1811 is Hendrik Koldewijn, 70 jaar oud, op zijn molen overleden. De weduwe en kinderen hebben het bedrijf voortgezet met enkele knechts. In 1827 werkte op de molen zoon Jacob Koldewijn, die met vijf werklieden in het patentregister wordt genoemd.
Hendrikus Koldewijn | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1765 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Gijsbertje Meijerink |
The data shown has no sources.