He is married to Marij Beerendr.
They got married about 1583.
Child(ren):
[dank aan T. van der Vorm] ona Leiden inv. 5 (not. Salomon Lenaertsz. van der Wuert; 1576)
p. 330 d.d. 25-7-1576: De eerzame Jan Dircxsz. van Alphen wezende kloek en gezond van lichaam gaande en staande en maakt zijn testament. Legaat aan Mathijs Pietersz. als man en voogd van Marie Beerendr. en Geertgen Beerendr. Tot erfgenaam Jacop Lourisz. van Alphen zijn oom.
ELO ONA Leiden, not. Wuert, inv.nr. 11, 1583, akte 124, blz. 173
21-5-1583: Compareert Jan Dircxsz van Alphen wonende nu tot Rouwel?[Bommel] als erfgenaam van Dirck Lourisz zijn vader, verklaart dat hij aan Mathijs Pietersz als getrouwd hebbende Marie Beeren weduwe wijlen Dirck Lourisz voorsz zijn comparants stiefmoeder verkocht heeft de helft van een woning met achtendertig morgen land zowel eigen als bruikwaar gelegen in het ambacht van Alphen; nog de helft van twee morgen land gelegen in het ambacht van Alphen in het Rietveldse polder; nog een huisken en erf gelegen tot Koudekerk bij de steenplaatse gekomen van Pieter van Ruijten; en nog de helft van een rente van 20 st jaars sprekende op Sijmon Jansz tot Alphen. Bij deze approbeert hij deze koop en verklaart door Mathijs Pietersz betaald te zijn, en dat hij alles uit het sterfhuis van zijn vader ontvangen heeft. Getekend Jan Dircksz, notaris, getuigen.
ELO ONA Leiden, not. Wuert, inv.nr. 11, akte 83, blz. 396
26-10-1583: Compareert Mathijs Pietersz wonende in t Lageland in het ambacht van Alkemade en machtigt Jacob de Bont, Willem Gerijtsz van Heningen tot Woubrugge, Nijclaes Adriaensz, Cornelis Adriaensz beide tot Hazerswoude, en Jan Jansz van Heijningen bode tot Alphen, om uit zijn naam recht te doen plegen (geen verdere info).
ELO ONA Leiden, not. Wuert, inv.nr. 12, 1584, akte 36, blz. 72
11-2-1584: Compareerde Willem Cornelisz wonende in t Lageland in het ambacht van Alkemade oud omtrent 30 jaar, en verklaart tvv Mathijs Pietersz mede wonende in t Lageland dat hij met requirant op maendage na kerstmis voorleden geweest is tot Zoeterwoude in de woning waar in ene Aucke Pietersz uit Friesland woonachtig is, waar hem door de requirant gewezen is een zekere rode vaars beest, hebbende een weinig wit omtrent de spenen die daar op stal stond, en dat hij bij die vaars niet heeft kunnen zien of bemerken de gesteldheid van deze vaars. En dat dit de vaars is die requirant omtrent mei voorleden uit zijn weide kwijt geworden is.
ELO ONA Leiden, not. Wuert, inv.nr. 16, 1587, akte 70, blz. 129
3-3-1587: Compareerde Mathijs Pietersz wonende in t Lageland in het ambacht van Alkemade, en verklaart dat hij ten andere tijde gekocht heeft van Jacob Jansz glaesverkoper poorter van Leiden omtrent twee morgen land, gelegen in het ambacht van Jacobswoude, waar Jacob Jansz een lijfrente van 12 g s jaars had staan ten lijve van Ermtgen Jansdr zijn huisvrouws zuster. Dit was in de oorspronkelijke brief niet gemeld. Hiermee verklaart Mathijs Pietersz dat hij de lijfrente tot zijn last zal nemen en Jacob Jansz daarvan zal vrijwaren. Getekend Mathijs Pietersz, notaris, getuigen.
ELO ONA Leiden, not. Wuert, inv.nr. 16, 1587, akte 71, blz. 130
71: 3-3-1587: Compareerde Mathijs Pietersz wonende althans in t Lageland in den ambachte van Alkemade en verklaarde tbv Sijmon Gerijtsz woende op t huijs te Zuijck zijn zwager in den ambachte van Wassenaar getransporteert te hebben een losrentebrief sprekende op Willem Ghijsbertsz wonende in Alpherhoorn, waaraan resteert 18 g 15 st s jaars verschijnende jaarlijks Petrij ad cathedram losbaar den penning zestien, van datum 2-2-1579. De betaling is al voldaan. Getekend Mathis Pietersz, notaris, getuigen.
ELO ONA Leiden, not. Wuert, inv.nr. 17, 1588, akte 41, blz. 87
21-2-1588: Compareerden Frans Pietersz oud omtrent 35 jaar en Pieter Andriesz oud omtrent 33 jaar wonende in t Lageland, en verklaren tvv Mathijs Pietersz mede wonende in t Lageland dat zij kennen omtrent 11 morgen en twee hond land gelegen aan twee weren in de Monickenpolder in het ambacht van Leiderdorp genaamd de Houven die req. van Mr. Sijmon van Merwen retmeester van de verpande gulden behoort hebbende aan het convent van de Regulieren tot Leiderdorp althnas in huur gebruikende is, en dat dit land voor de tegenwoordige troubel gemaaid, geploegd en geweid is, dat zij het land zelfs hebben helpen maaien en hooien, te weten Frans Pietersz met Jan Conincxz wonende tot Leiderdorp die het land toen in huur had, en Pieter Arijsz met Jan Ewoutsz woenede in Achthoven die dit land ook in huur had. Getekend notaris, getuigen.
ELO ONA Leiden, not. Wuert, inv.nr. 20, 1591, jan-aug, akte 167, blz. 243
10-8-1591: Compareerde Marijtgen Beerendr weduwe wijlen Mathijs Pietersz haar laatste man wonende in t Lageland met mij notaris als voogd, die machtigt Gerijt van der Burch, Joost van Rijn procureurs voor het Hof van Holland, Roelof Adriaensz secretaris tot Hazerswoude, Nijcales Adrianesz aldaar Harman de Vries tot Lisse, Jacob de Bont, Pieter van der Mersch en Joris van der Burch procureurs binnen Leiden, om recht te plegen voor dit hof en andere gerechten.
ELO ONA Leiden not. Wuert, inv.nr. 21 , 1593, akte 231, blz. 336
Testament van Jacob Willemsz van der Burch en Marie Adriaensdr w binnen Leiden man en wijf ... (scan 338 rechts): Item de huiszitten binnen der voorsz stede zullen na t overlijden als boven krijgen ten behoeve van de huisarmen aldaar eerst vijf morgen land leggende achter sijl in het ambacht van Esselickerwoude bij de woninge van Pieter Jan Fijtgens.
ONA Leiden not. Wuert, 1605, inv.nr. 33, akte 15, blz. 46
5-2-1605 Compareerde Marije Beerendr weduwe wijlen Mathijs Pieters wonende in t Lageland in het ambacht van Alckemade geasst door mij notaris als voogd, verklarende van haar landen afstand te doen, en bij haar leven onder haar twee kinderen Beer Mathijsz en Neeltgen Mathijsdr te delen. Beer Mathijs krijgt een camp land genaamd de Crommecamp groot drie morgen en twee hond leggende in het ambacht van Leijderdorp belend ZO komende van Abcoude binnen Leiden, NW Jan Jacobsz wonende op de Vrouwevenne, NO Jan Claesz Knotter en de abdij van Leuwenhorst, ZW de Juffrouwe van Drogendijck. Jan Jacobsz als man en voogd van Neeltgen Mathijsdr krijgt een kamp land groot drie morgen en een half hont leggende in het ambacht van Leiderdorp belend Z Staelpert van der Wiele, N Jan? Claesz Knotter en de abdij van Leuwenhorst, O de Hofdijcksloot, W Willem Cornelisz. Haar zoon en zwager (=schoonzoon) zijn gehouden haar jaarlijks uit te keren een lijfpensioen elk 45 g. Na haar overlijden moet Beer Mathijs aan zijn zwager nog 30 g geven. De zoon en schoonzoon hebben haar "grootelicx bedanct" en belooft het lijfpensie gedurende haar leven jaarlijks te betalen. Als een van haar twee kinderen zonder nakomelingen overlijdt voor Marije Beeren, of anderszins in vreemde handen komt, dat dan Marije Beeren of haar naaste bloedverwanten 600 g voor elk perceel krijgt. Getekend Marije Beerendr merck, Beer Mathijsz, Jan Jacobsz v. C., notaris, getuigen.
[dank aan T.van der Vorm] ona Leiden inv. 75 (not. Jacob van Tethrode; 1608)
no. 4 d.d. 19-1-1608: Maria Berendr. weduwe Mathijs Pietersz. wonende in het Lageland in Leiderdorp cst. Beer Mathijsz. haar zoon om land in Jacobswoude te transporteren. (9)
ona Leiden inv. 77 (not. Jacob van Tethrode; 1610)
no. 105 d.d. 1610: Maritgen Berendr. weduwe Mathijs Pietersz. int Lageland maakt testament. Jan Jacobsz. is haar zwager. Getuige: Mr. Davit Coornwinder secretaris van Benthuizen. (136)
RIJNLANDSE PACHTERS VAN DE ABDIJ LEEUWENHORST GEDURENDE DE PERIODE 1410 1660 - LEIDERDORP - door J. van Egmond1 CONT
Pieter Jan Fietjesz. in het Lageland (zie ook Alkemade)
1564 1593 landhuur: ¼ deel van 24 morgen land w.v. 1/3 deel ligt in Leiderdorp (en 2/3 deel in Alkemade)
vorige pachter: Mourijn Bouwensz.
volgende pachter: Matthijs Pieter Jan Fietjesz. wed. Marie Berendsdr.
Matthijs Pieter Jan Fietjeszsz. weduwe Marietje Berendsdr. in het Lageland (zie ook Alkemade)
1593 1612 landhuur: ¼ deel van 24 morgen land gemeen met de erfgenamen van Jan Brouwer te Leiden, w.v.
8 morgen in Leiderdorp (en 16 morgen in Alkemade)
N.B. in 1610 zijn de gronden verkaveld en gaat het om 1 morgen 424 roeden in Leiderdorp, buiten de polder,
liggend aan de Stroomsloot en 4 morgen 156 roeden in Alkemade ook liggend aan de Stroomsloot
vorige pachter: Pieter Jan Fietjszsz.
volgende pachters: Jan Jacobsz. van der Kodde en Daniel Jacobsz. diens broeder.
Gerecht: Alkemade
Toegang: 170.1.04 Invnr.: 65
Protocollen van opdrachten, hypothecatiën enz., 1590-1809
Regesten, Auteur: B. Prins, 2013
Datum: 16-12-1590 Pagina: 28v
Inhoud:
Frans Pietersz Goot, getrouwd met Barbara Hogendr, verklaart, met toestemming van de schout
c.s. van Zoeterwoude verkocht te hebben aan Pieter Arijsz, wonende in het lage land van
Alkemade en aan Anthonis Cornelisz te Leiden 6 morgen land te Alkemade, belend ten noorden
Frans Pietersz, ten oosten Maerten Thijsz en Mathijs Pietersz, ten zuiden Adrijaen Jansz Kootter,
ten westen de stroomloot. Koopsom 1.000 gulden.
Gerecht: Alkemade
Toegang: 170.1.04 Invnr.: 65
Protocollen van opdrachten, hypothecatiën enz., 1590-1809
Regesten, Auteur: B. Prins, 2013
Datum: 11-02-1591 Pagina: 38v
Inhoud:
Pieter Andriesz en Antonis Cornelisz kochten eertijds van Frans Pietersz Gael 6 morgen land,
belend ten noorden Frans Pietersz, ten oosten Maerten Matthijsz en Matthijs Pietersz, ten zuiden
Adriaen Jansz Knotter, ten westen de Stroomsloot. De kopers delen deze 6 morgen, Pieter
Andriesz behoudt 4 morgen in het oostelijk gedeelte, Antonis Cornelisz 2 morgen bewesten
daarvan.
ELO, ONA Leiden, notaris Tethrode, inv.nr. 75, akte 4, scan 9:
19-01-1608: Compareert Maria Berendr weduwe van Mathijs Pietersz wonende in t Lagelandt in den ambachte van Leijderdorp geholpen hierinne met mij notaris als haar gerechte voocht, machtigt Beer Mathijsz haren soon, specialijk omme in haren name te compareren voor schout, schepenen off gebuijren van Jacobswoude, ende aldaer ten behouve van p..ijte van Pieter Jacobsz Oulandt op te dragen ende over te geven de eijgendomme van omtrent vierdalff honden veenlandts, bij den hoop zonder maet, gelegen in Jacobswoude verss, bij haer comparante aende selven vercoft, ... mit een somme van 200 g te betalen in vier termijnen telcken een vierde paert ... Getekend: Maria Berendr s merck, getuigen Joost Arien van Wassenaar (burgerman tot Reijnsburg), Cornelius van Tetrode (student in der godtheijt)
Mathijs Pieter Jan Fietjesz | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
± 1583 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Marij Beerendr |
The data shown has no sources.