West-Europese adel » Catharina van Drongelen (1355-1406)

Persönliche Daten Catharina van Drongelen 

  • Sie ist geboren im Jahr 1355.

    Waarschuwing Pass auf: War unter 16 Jahre alt (15), als Kind (Mechteld Tempel van Slingeland) geboren wurde (??-??-1370).

    Waarschuwing Pass auf: War unter 16 Jahre alt (10), als Kind (Otto Tempel van Slingeland) geboren wurde (??-??-1365).

    Waarschuwing Pass auf: Alter bei der Heirat (??-??-1365) war unter 16 Jahre (10).

  • Sie ist verstorben im Jahr 1406, sie war 51 Jahre alt.
  • Ein Kind von Johan van Heusden Heer van Drongelen und Hedwig Both van der Eem
  • Diese Information wurde zuletzt aktualisiert am 1. September 2007.

Familie von Catharina van Drongelen

Sie ist verheiratet mit Johan Tempel van Slingeland.

Sie haben geheiratet im Jahr 1365, sie war 10 Jahre alt.


Kind(er):



Notizen bei Catharina van Drongelen

DE ECHTGENOTES VAN JAN VAN SLINGELAND HEREN JANSZ. VANDER TIJMPEL.
Volgens de 'Opgaande linie van het seer oudt en adelijk geslacht van 'Slingelandt' door F.Caland (Handschr.Caland), was Jan van Slingeland van der Tijmpel Jansz. in eerste echt gehuwd met jonkvrouw Catharina van Drongelen, dochter van heer Jan van Heusden, ridder, heer van Drongelen, Eethen, Meeuwen, etc. baljuw van Zuid-Holland (1355). In het handschrift Caland is haar wapen afgebeeld: in blauw een rad van natuurlijke (hout)kleur. Als bewijs voert het handschrift een "oud boek"aan, geschreven door Ch.Butkens, dat destijds in het bezit van de familie Van Slingelandt was. In het geciteerde extract uit dit boek, "Maisons Illustres et Illustrees par Leurs alliances et Chargees en La Duche de Lothiere, requelie par F[rater] C. Butquens prelaet de St.Saveur, partie premiere du X Livres des trophees de Brabandt', is inderdaad sprake van "Catharina van Drongelen, esp[ouse] Jean van Slingelandt fils de Jean". De juistheid hiervan is echter twijfelachtig: Cathrinen van Drongelen, oudste dochter van Jan van Drongelen, heer van Eethen en Meeuwen, was gehuwd met heer Jan van Cronenburch.(Van Mieris, Groot Charter-boek,deel IV,p.40). De connectie met het geslacht Van Drongelen zou echter kunnen worden bevestigd door de al eerder aangehaalde uitspraak van hertog Aelbrecht op 29 augustus 1388, in de zaak wegens doodslag gedaan aan Lode Maessoen, zoon van Maes van Dubbelmonde (broer van Jan van Drimmelen), waarin werd bepaald, dat de erfgenamen van vaderswege van Lode Maesz. de helft van de kosten van zijn dood zouden ontvangen: Willem van Driemilen vijftig oude schilden (=266 pond 10 groot), Dirc van Slinghelant vijftig oude schilden (= 266 pond 10 groot), en Jan van Slinghelant 21 pond 5 groot.(Van Mieris, Groot charterboek, deel III,p.501; Van Rheineck Leyssius, "Striana VI", kol.232).
Indien de in dit vonnis genoemde Jan van Slingeland identiek is met Jan van Slingeland heren Jansz. van den Tijmpel, betekent dit dat hij genoemd wordt als gerechtigde in een nalatenschap waarin ook Dirck van Slingeland (gelacht A) en diens neef Willem van Drimmelen gerechtigd waren: een relatie tussen het 'oude' geslacht Van Slingeland en het geslacht Van Slingeland van der Tijmpel zou daarmee zijn gelegd.
De hierboven uitgesproken twijfel geldt eveneens voor de juistheid van de naam van de tweede echtgenote die door Caland aan Jan van Slingeland heren Jansz. van der Tijmpel wordt toegedacht: jonkvrouwe Catalijna Walich. Volgens Caland voerde deze als wapen: op een gouden veld een rode keper, vergezeld van 3 paalsgewijs groene blaadjes (2 en 1),"blijkens vertichtbrief gepasseerd voor schepenen van Dordrecht 1412". Inderdaad was in 1404 en 1425 spraken van Catalijna, weduwe van Jan van Slingeland, maar het patroniem Walich komt in geen van de bronnen voor.
Blijkens de akten was Kathelina een zuster van Pieter Hoddemont, elders aangeduid als Pieter Hoddemont Dircxsz.(C.Hoek, 'Wapens van schepenen van Dordrecht (1294-1622)', OV 22 (1967),p.69-78,105-115,ald.p.109). en was zij dus vermoedelijk een dochter van Dirc Hoddemont. Bij de opgevoerde naam Cathalina Walich kan gedacht worden aan een genealogische constructie, bedoeld om plaats te bieden aan het patroniem 'Walich' behorende bij Vroomke echtgenote van Jan van Slingeland Pietersz. (geslacht C.)! Overigens spreken zowel van Goudhoeven als Schaep zich niet uit over de echtgenoten van Jan van Slingeland Jansz. vander Tijmpel. Het genoemde wapen met de keper komt niet overeen met dat van Pieter Hoddemont Dircksz. en zijn zoons, die twee gekruiste latijnse kruisen voerden.(Hoek,'Wapens schepen Dordrecht', p.109,115,107.). Uit dit tweede huwelijk van Jan van Slingeland heeren Jansz. van der Tijmpel stamden geen kinderen. Dit blijkt uit een deling van 12 september 1425, na "joncfrou Kathelinen Jan van Slingelants wedue doot", tussen haar broeders kinderen, respectievelijk haar stief(kinds)kinderen: (1) Abel Pietersz. en Dirc Pietersz., broers, zoons van Kathelijn's broer Pieter Hoddemont Dircxz.; (2) Otte Baertoutsz. en Adryaen Ansenz.(gehuwd met Marie Bartoutsdr.) zoon, respectievelijk schoonzoon van Bartout Woutersz. (gehuwd met Geertruijd van Slingeland Jansdr.); (3) Coenraet Jansz., onbekend; (4) Goidschalc Tielman Oemsz. met broers en zusters, kinderen van Margaretha van Slingeland Jansdr. (gehuwd met Tielman Oem Godschalcksz.); (5) Dirc Ottenz.(van Slingeland), zoon van Otte van Slingeland Jansz.

HOEKSE EN KABELJOUWSE TWISTEN.
Jan van Slingeland was betrokken bij een moordzaak, die verband hield met de machtstrijd tussen de Hoekse en Kabeljauwse facties in de Dordtse regeringskringen. Op dinsdag 6 juli 1400 werden bij een schermutseling ter hoogte van de Tolbrug twee personen gedood, waarbij lieden betrokken waren "onder die bannier" van Tielman Haec en Jan van Slingeland. Als gevolg van deze doodslag werden Tielman Haec, Jan van Slingeland, (diens schoonzoon) Tielman Oem en twee anderen in het voorjaar van 1401 veroordeeld tot het betalen van een hoge boete. Blijkbaar was ook Jan's zoon Otto bij de zaak betrokken, want in een van de "zoenen", die door de magistratuur van Dordrecht in oktober 1400 werden opgelegd vanwege de bovengenoemde doodslag, moest de veroordeelde afstand nemen van "Otte van Slinghelant ende van alle den ghenen die vanden ongheval ende dootslaghe vorseit besaect sijn of besaect sullen worden.(Mandemakersgilde: GAD, Gilden inv.nr.753). Op 31 december 1402 werd bepaald dat lieden die zich onder de banier van Tielman Haec en Jan van Slingeland hadden geschaard of daaraan steun hadden verleend nooit meer in enige stedelijke functie zouden mogen optreden.(J.van Herwaarden(red), Geschiedenis van Dordrecht tot 1572 p.142,143).

Eind februari/begin maart 1405, vrijwel direct na de huldiging in Dordrecht van de nieuwe Hertog Willem IV, werd een serie vonnissen gewezen over zestien mannen en een vrouw, behorende tot "de Arkelse partij". (Geschiedenis van Dordrecht tot 1572, p.146). Deze ene vrouw was Kathelina, weduwe van Jan van Slingeland, zuster van mede-aangeklaagde Pieter Hoddemont. De groep werd gezien als medeplichtig aan Tielman Haec en Tielman Oem, die reeds in een eerder stadium uit de stad waren verbannen. Opmerkelijk is dat de weduwe van (Jan van) Slingeland in de vonnissen van diverse samenzweerders genoemd wordt: zij zouden haar hebben aangeraden bij hertog Albrecht te klagen over het stadsbestuur van Dordrecht, om zdoende de hertog over te halen met gewapend volk de stad binnen te komen, met het doel Tielman Haec en Tielman Oem weer in (het bestuur van) de stad te brengen! Katheline was blijkbaar in de gelegenheid invloed uit te oefenen op hertog Aelbrecht: mogelijk behoorde Katheline tot diens hofhouding in 's-Gravenhage.

1370: op 21 april 1485 werd door schepenen van Dordrecht bevolen twee brieven in te tekenen, in bewaring voor Jan van Slingelant heren Janssoen vander Tympel vanwege de koop van zijn "husinghe":
- eerste brief d.d. 11 april 1369 (voor pasen, dit is 1370): schepenen inDordrecht kennen dat voor hen kwamen: Wouter van der Tympel heren Jacobsz. en zijn kinderen, Alart Oem, en Vrederic [vander Tympel] en Jacob Janszoens kinderen die hij had bij Gheertruden heren Martinus Cranen [?]dochter namelijk Jacob en Sophie met hun gekoren voogd. Zij verklaarden dat zij gezamenlijk verkocht hebben aan Gheerit Godevaerdssoen van Nijmegen:"die hus(inge), erfachtichede en[de] timmer[inge)" waar Tyeman Hartmanssoon in woonde op het laatst van zijn leven en die Wouter van der Tympel heren Jacobsz. vorig jaar had, bestaande uit twee werven en "hout tunen" daar recht tegenover gelegen op de havenzijde.Strekkende van de haven achterwaarts aan beide zijden van de straat tot de Wierserstee toe, die achter deze huizinge ligt tussen de Kaesthege in heer Daniels ambacht en heren Heynman Suus strate. De huizinge staat op IIIJ lb.XIIJ st. en IIIJ d. Hollands per jaar landhuur, tussen de huizinge waar Jan Suus heren Heinric Suussone in placht te wonen en waar jonghe Jan Beyn nu woont,"welke hus[inge] men nu ter tiit heet 't Gulden Hoeft" aan de ene zijde, en het huis waar Jan heren Huge Beversoon in woonde op het laatste van zijn leven, aan de andere zijde.
- voorgaande brief is doorstoken met een tweede brief d.d. 25 april 1370: voor schepenen kwam Gheerart Godevaerts soon, die verklaarde dat Bariic die Lombart deze huizinge "ofwan" van Gheerarde met oudere brieven, die ze verkocht aan Jan van Slinglant, met bewaring van de oude brieven om hemzelf en Slinglant te vrijwaren als iemand nog andere brieven mocht hebben, waarmee overeengekomen was dat Slinglant vrij zou blijven in zijn bezit.(Klepboek; GAD, oud stadsarch. Dordrecht 4, fol.7vo.).

24 nov.1383 ("op sinte caterinen avont"): schepenen van Dordrecht oorkonden dat Arnt Donker Dirxzone "uten ambochte van Brantwijc in Ghibenlant"verkocht heeft aan Jan van Slinghelants Janszonen van der Tympel een weer van 6 morgen in het ambacht voornoemd, met "zulken husingheb, barghe en(de) tymmeringhen alsser op staen", gelegen tussen het land van Jan Dusaerts Kand aan de ene zijde en Cleijs Podelwijx hoeve aan de andere zijde; Arnt Doncker heeft deze 6 morgen in Brandwijk daarop in "eenre eeweliker huren" ontvangen van Jan van Slinghelant; bekrachtigd 12 jan.1383 (=1384) door Jan van Slinghelant Jansz. (GAD, Heilige Geest- en Pesthuis ter Nieuwerkerk, inv.nr.111 (envelop 6).

23 mei 1385: te Dordrecht in Reynouds huse" zworen "ten gherechte" voor hertog Aelbecht van Beyeren, onder de "rade": Jan van Slinghelant.(Klepboek; GAD, oud stadsarch.Dordrecht 4 fol.2).

17 juni 1386:"dese zworen ter gherechte voer onsen lieven hee[r] van Holla[n]t binne[n] Dordr[echt]" met onder de schepenen: Jan van Slingelant.(Klepboek, als voren).

23 april 1387 (Sinte Georgndach): als schepen genoemd: Jan van Slinghelant heren Janszoen vanden Tiimpel.(Klepboek.GAD 4,fol.23vo.,akte 97).

1388: kopie d.d. 30 maart 1440(=1441) van een brief uit het jaar 1388 verleden door Jan van Slinghelant heren Janszone vander Tympel, schepen in Dordrecht. (Aktenboek II,GAD 14,akte 2190).

29 aug.1388: Jan van Slinghelant vermeld onder de erfgenamen van vaderswege van Lode Maessoen (zie verder geslacht A.sub IIIa)(Van Mieris, Groot charterboek, deel III, p.501; Van Rheineck Leyssius, 'Striana VI',kol.232).

dec.1389/dec.1390: onder de uitgaven door de rentmeester van Zuid-Holland "van tymmeringhe ten huse ten Berghe"(Geertruidenberg): "Ith. gegh.Jan Sli[n)ghelant van XIII stellinc plancke[n]";"Eerst ghecoft bi he[re]n Danel vander Merwede ende bi den tymmerman jeghens Jan van Slinghelant bi bevelinghe van den proestIII taelge balken","Ith noch gecoft bi den selven C waghenscots vanden besten die veinsteren of te maken jeghens Jan van Slinghelant".(Domeinrekening Zuid-Holland; ARA,Rek 529,fol.21,24.)

dec.1390/dec.1391: onder de uitgaven door de rentmeester van Zuid-Holland "vander tymmeringh ten huse ten Berghe": Ith. ghegh Jan Slinghelant van IIII paeyment hout van XXX voeten [....] vanden wilden water", "Ith.ghegh.Jan van Slinghelant van II weselsse balke[e]n [...] en[de] van II zwaer corbeel", "Ith. ghegh. van den voirscr. hout over die spoij int scip te leveren en[de] uut den sliic te winnen"; Ith.ghegh. Jan van Slinghelant van V stuken boeken houts"; "Ith.ghegh. Jan Slinghelant van hondert parnanser sparren"; Ith.ghegh. vanden voirscr. hout uut den sliic te winnen en[de] over die spoij te leveren methen sparren"; Ith. ghegh.Jan Slinghelant van X eyken dicke plancke[n] ende XVI waghenscot [....] ende III vueren plancken [...] ende van draghen over die spoij

dec. 1394/ jan.1396: onder de uitgaven door de rentmeester van Zuid-Holland vanwege "cost van tymmeringen ant huus ten Berghe ghedaen": "Item die bruggen eerst vermaect die temael verrot laghen zodat si in die graft vielen, daer toe ghecoft jegens Ian van Slinglant onser burgemeester een kavel groefs (=grof) houts van XXII stuc, cost tstuc Ic schilt, daer men die stilen of maecte ende opsetelen ende lenen of sneet, maect XXII lb.; Item vandesen voers.balken leggen, noch XII stuc voer thuus ten Berghe". (Domeinrekening Zuid-Holland; ARA, Rek.530,fol.28vo., 29vo., 30.,.Rek. 534, fol.13vo.

6 okt 1395:"dese zwoeren ten gherechte", onder de schepen: Jan Slinghelant heren Jans filius.(Klepboek 4,fol.3vo.)

25 april 1396: ("inden Hage op sinte M[ar]cusdach evang[elist] Anoo XCVJ") voor Aelbrecht etc. kwamen Jan van Slingelant en Jan Allertsz., als erfgenamen van Jan Suijssen's kinderen "en[de] droegen ons op en scouden quijt voer die goede vander Vuilpoirte die Aernt van Schoenhoven n t[er} tijt van ons te leen hout ende wij Jan Suijssen voorn. verlof gaven te vercopen drie morgen lants gelegen inden ambocht van Alblasserdame inden Vinckenpolre", belend ten oosten: Hase Pouwelsdr., belend ten westen: Jonge Jan Voppens, "welcke drie morgen voirscr. wij weder verliet hebben en[de] verlien Pouwels Pietersz.van Alblasserdame".(ARA, Graven van Holland 228, fol.209vo.; J.C.Kort, 'Repertorium op de grafelijke lenen in de Alblasserwaard,1280-1650'.OV 52 (1997) p.18.).

12 okt.1397: "dese zwoeren ten gherechte inden Hagh[e]", onder de schepenen: Jan Slingheland.(Klepboek Dordt 4,fol. 3vo.)

1398: De Begynen wierden in't wereldsch geregeert door Begyne-meester; zijnde wereldlijke luiden; en van de aanzienlijkste der gansche stad. En zijn Begyne- meesters of Vaders geweest: In't jaar 1398: Jan Slingeland, Pieter Voorkoop". (Van Rijn, Oudheden en gestichten,p.92).

12 okt.1398: "dese zwoere[e] ten gherechte inden Hagh[e]", onder de schepenen: Jan Slinghelant.(Dordt, Klepboek 4,fol.3vo.)

1399: in de verloren gegane stadsrekening van 1399 komt voor: onder de "ontfang vanden geleende gelde ter laetster Vriescher reysen", in "dat derder quartier"; Jan van Slingelant: 15 "lb.gr"; "Vleys Moelnaer ende Jan van Slingelant, borghemeisters, gegeven 10 Vranckerixe oude schilden, elc stuc 50 gr., die se der stede in hoer reeckeninge bewisen zullen, coemt f. 2:1:8:", "Tot Jan van Slingelant gehaelt 11 masten totten tenten ende een hout van 30 voeten, coempt f 1:3:0".(Dozy, De oudste stadsrekeningen, p.105,109,110.)

22 april 1401: Tielman Haec moet 1.500 Hollandse guldens boete betalen, omdat hij heeft nagelaten de opbrengsten van een reis naar Zevenbergen en een reis naar Engeland op te geven, zoals hij had "verwilcoert" voor schepenen, vanwege de zaak tussen hem en Wiggher Baerntsz. en Ghiisbrecht van Kuunre. Omdat zij dezelfde opbrengsten "vervoert" hebben moeten Tielman Oem, Jan van Slingelant, Kerstiaen Woutersz. en Pieter Voircoep elk 600 Hollandse guldens aan de stad betalen.(Dordt, Klepboek 4,fol.76 akte 670,671.).

Gehuwd (1) [3019] voor 1365 met N.N. [6631] (zie 895057).
Relatie (2) [3020] met Kathelina (Dircksdr.) [6630], overleden voor 1425, vermoedelijk dochter van Dirc Hoddemont.

1 maart 1404(=1405): serie vonnissen over zestien mannen en een vrouw, medeplichtigen van de (Arkelse) partij van Tielman Haec en Tielman Oem, onder andere:
-Garbrant vanden Coulster wordt veroordeeld tot het doen maken van 200 roeden muur, omdat hij naar 's-Gravenhage en elders gegaan is om Dordrecht te helpen belasten voor hertog Aelbrecht, alsmede omdat hij dikwijls met "Slingel[a]nt's wiif" overlegd heft en haar geholpen en geraden heeft hoe zij het beste "over die stede claghe[n] soude", en tevens omdat hij bij nacht de sloten van de stad heeft afgeslagen en is "uutghetoge[n] om raets en[de] daet's te hebben met Tielman Haex en Tielman Oems vrienden om Tielman Haec en Tielman Oem in de stad te brengen; had hij zijn zin gekregen dan zou de stad in "groter vresen ende onrusten" zijn gekomen.
-Pieter Hoddemont wordt veroordeeld tot het doen maken van 200 roeden muur, omdat hij met Tielman Haec en Tielman Oem naar Gorinchem gevaren is tegen Dordrecht, en omdat hij met "siinre sust[er] Slingel[a]nt's wiif" overlegd heeft en haar heeft aangeraden dat zijn bij hertog Aelbrecht klagen en de stad belasten zou, ondanks het verbod "vander clocke", en omdat hij met de heer van Arkel heeft overlegd over het gerecht van Dordrecht, waardoor de stad en de "ghemeente" in haar rechte zouden zijn aangetast.
- Jan van Rosendael, ridder, wordt veroordeeld tot het doen maken van 100 roeden muur, omdat hij meegewerkt heeft aan de brief waarvoor Jan van Naersen gecorrigeerd is, waarin hij schreef dat hertog Aelbrecht hier "binne[n] wel come[n] mocht met sulc gewapent volc die hi bi hem ontbode[n] hadde", en dat hij meegewerkt had aan de pogingen om Tielman Haec ende Tielman Oem in de stad te brengen, en "Slingel[a]nt' wiif'aangeraden heeft bij de hertog te klagen en Dordrecht te belasteren.
- Cleis van Boechout en Huge Elantsz. worden elk veroordeeld tot het doen maken van 100 roeden muur, omdat zij dikwijls vergaderd hebben en overlegd hebben met "Slingel[a]nt's wiif"en haar hebben geinformeerd hoe zij bij de hertog over de stad zou moeten klagen, en omdat zij meegewerkt hebben met degenen die het gerecht van Dordrecht hebben belasterd.
- Katheliin Slingelant's wedue wordt veroordeeld tot het betalen (aan de kerk) van de waarde van 50 roeden muur, omdat zij voor schepen verklaard heeft dat zij tegen het gebod "vand[er] clocke[n]" in geklaagd heeft bij hertog Aelbrecht. "dese vorscr[even] p[er]sone[n] worde[n] geset te wese[n] twee milen vand[er] stede".(Klepboek Dordt 4, akte 200 t/m 205).

19 aug.1405:"Jan van Slingel[a]nt's joncwijf"(=dienster) ontving 4 Wilhelmus gulden van Jacop Bartoutsz., vanwege de "makelaerdie", verschenen Sinte Gheertrudendag lestleden (17 maart).(Aktenboek Dordt I,13,akte 324). N.B.: De makelaardij, die werd gehuurd van de stad, leverde inkomsten op uit de inning van de heffingen vanwege het stapelrecht.(L.M. VerLoren van Themaat, Oude Dordtse Lijfrenten, p.54). Op de makelaardij rustten vaak lijfrenten, die de makelaars bij wijze van huur uitkeerden.

1420: vermeld inde verloren gegane stadsrekening, onder "Der poorters leening in schilden": Catalijn van Slingelant: 16 [schilden]".(Dozy, De Oudste stadsrekening, p. 119).

12 sept.1425: in de zaak tussen Abel Pietersz. en Dirc Pietersz., gebroeders, op de ene zijde, en Otte Baertoutsz., Adryaen Ansenz., Coenraet Jansz., Goidscalc Tielman Oemsz. met zijn broeders en zusters en Dirc Ottez., tezamen op de andere zijde, roerende het geschil dat zij hadden van de "schiftinge en deelinge van joncfrou Kathelinen Jan van Slingelant's wedue doot", werd gevonnist, dat alle erfgenamen zouden delen in de goederen die Kathelinen toebehoorden in het laatst van haar leven, voor het deel dat hen naar recht der stad aanbestorven was, maar dat zij tevoren zouden inbrengen was zij reeds hadden ontvangen.(Aktenboek II; GAD, oud stadsarch.Dordrecht 14, akte 30).

Bron: http://gw1.geneanet.org/index.php3?b=uijtterlinde⟨=nl;p=jan;n=van+den+tempel

Haben Sie Ergänzungen, Korrekturen oder Fragen im Zusammenhang mit Catharina van Drongelen?
Der Autor dieser Publikation würde gerne von Ihnen hören!


Zeitbalken Catharina van Drongelen

  Diese Funktionalität ist Browsern mit aktivierten Javascript vorbehalten.
Klicken Sie auf den Namen für weitere Informationen. Verwendete Symbole: grootouders Großeltern   ouders Eltern   broers-zussen Geschwister   kinderen Kinder

Mit der Schnellsuche können Sie nach Name, Vorname gefolgt von Nachname suchen. Sie geben ein paar Buchstaben (mindestens 3) ein und schon erscheint eine Liste mit Personennamen in dieser Publikation. Je mehr Buchstaben Sie eingeben, desto genauer sind die Resultate. Klicken Sie auf den Namen einer Person, um zur Seite dieser Person zu gelangen.

  • Kleine oder grosse Zeichen sind egal.
  • Wenn Sie sich bezüglich des Vornamens oder der genauen Schreibweise nicht sicher sind, können Sie ein Sternchen (*) verwenden. Beispiel: „*ornelis de b*r“ findet sowohl „cornelis de boer“ als auch „kornelis de buur“.
  • Es ist nicht möglich, nichtalphabetische Zeichen einzugeben, also auch keine diakritischen Zeichen wie ö und é.

Die angezeigten Daten haben keine Quellen.

Anknüpfungspunkte in anderen Publikationen

Diese Person kommt auch in der Publikation vor:

Über den Familiennamen Van Drongelen


Die West-Europese adel-Veröffentlichung wurde von erstellt.nimm Kontakt auf
Geben Sie beim Kopieren von Daten aus diesem Stammbaum bitte die Herkunft an:
Pieter, "West-Europese adel", Datenbank, Genealogie Online (https://www.genealogieonline.nl/west-europese-adel/I80271.php : abgerufen 23. April 2024), "Catharina van Drongelen (1355-1406)".