Familienstammbaum Voorhaar » Gwijde van Avesnes (± 1253-1317)

Persönliche Daten Gwijde van Avesnes 


Familie von Gwijde van Avesnes

Er hat eine Beziehung mit N N.

Die Beziehung begannQuelle 3


Kind(er):



Notizen bei Gwijde van Avesnes

Gwijde of Guy van Avesnes (ook wel van Henegouwen) (ca. 1253 - Utrecht, 28 mei 1317) was bisschop van Utrecht van 1301 tot 1317.
Gwijde van Avesnes stamde uit een belangrijk geslacht in Henegouwen. Hij was de broer van graaf Jan I van Henegouwen, die tevens (als Jan II) graaf van Holland was. Deze wist Gwijde in 1301 tot bisschop van Utrecht benoemd te krijgen ten koste van Adolf II van Waldeck. Gwijde werd door de aartsbisschop van Keulen in 1302 gewijd. Hij bracht een verzoening tot stand tussen de Lichtenbergers en de Fresingen. In 1304 verzwakte de positie van zijn broer Jan door een offensief van Vlaamse troepen die Holland en het Sticht bezetten; Gwijde werd hierbij gevangengenomen (Slag op Duiveland, 20 maart 1304).
In zijn afwezigheid grepen de Fresingen de macht in Utrecht met de steun van de gilden, die hun voorrechten lieten vastleggen in de Gildenbrief van 9 mei 1304. Op 14 september 1305 moest het gilderegime capituleren voor de vrijgelaten bisschop Gwijde, maar de stad behield een hoge mate van autonomie. Het duurde echter nog tot 1309 voordat de bisschop volledig als wereldlijk vorst door de koning werd erkend. In 1311 nam hij deel aan het eerste Concilie van Vienne, en ook daarna was hij veelvuldig buitenlands te vinden.
Gwijde van Avesnes wist goed te schipperen tussen de verschillende partijen in het Sticht en in de stad en bracht zo een evenwicht tot stand. Hij beheerde persoonlijk de bezittingen van de heren van Amstel (Amstelland) en Van Woerden (de stad Woerden), en verleende als zodanig in 1306 stadsrechten aan Amsterdam. Na zijn dood vervielen deze lenen definitief aan de graaf van Holland.
In de Domkerk in Utrecht is zijn graftombe in geschonden toestand bewaard gebleven.
De zijkanten van de tombe zijn versierd met nisjes met pleuranten, waarvan de hoofden zijn vernield.
Gwijde van Avesnes had twee dochters:
- Maria van Avesnes, gehuwd met Arnoud van Amstel van IJsselstein
- Aleid van Avesnes, gehuwd met Otto van Asperen van Heuckelom
(bron: nl.wikipedia.org)

DOCTORAALSCRIPTIE 'GWIJDE VAN AVESNES - BISSCHOP VAN UTRECHT - 1301-1317'
In 1976 wijdde de heer G.C. van Nieuwenhuizen, historicus, een doctoraalscriptie aan Gwij-de. De titel is: Gwijde van Avesnes – bisschop van Utrecht 1301-1317.
Onderstaand een overzicht van hoofdlijnen uit deze scriptie.

In de jaren voordat Gwijde bisschop werd, was hij getrouwd: de naam van zijn vrouw is on-bekend. Uit dit huwelijk kwam een drietal kinderen voort, t.w.: Maria, Aleid en Geertruid. Gwijde stamde van vaders zijde af van de graven van Henegouwen en Vlaanderen en van moeders zijde van het Hollandse gravenhuis.
In Luik vervulde hij vanaf circa 1280 een aantal kerkelijke functies: hij was aartsdiaken van Henegouwen en koster van het kapittel van de Sint Lambert in Luik. Vanaf eind 1291 was hij elect. M.a.w. hij was verkozen tot bisschop, echter deze benoeming behoefde de goedkeu-ring van de paus aangezien de benoeming niet unaniem was. Uiteindelijk bleef de goedkeu-ring van de paus uit. In 1301 werd hij alsnog tot bisschop van Utrecht benoemd. De wijding had plaats in 1303 en eerst in 1309 ontving hij de bijbehorende regalia.
Een bisschop in die tijd vervulde naast kerkelijke ook wereldlijke functies.
Gwijde kwam bij aanvaarding van zijn benoeming voor tal van problemen te staan:
- hoe de rust en de vrede in de stad Utrecht in het Sticht en het Oversticht te herstellen?
- hoe de eenheid in het Utrechtse college van geestelijken weer te bereiken?
- hoe in samenhang met de twee vorige vraagstukken zo neutraal mogelijk te blijven?
- hoe de financiële situatie van zijn eigen kas en die van het Sticht te restaureren en daar-mee samenhangend hoe de economie te bevorderen?
- hoe uit de knellende omarming van het graafschap Holland te raken, welke omarming me-de werd veroorzaakt door bestaande schulden?
- hoe de gegroeide macht van de aarstdiakenen in te perken, opdat zijn eigen positie ver-sterkt werd?
Al deze problemen moesten worden aangepakt. Complicerende factor was daarbij de insta-biele politieke situatie. Inclusief de machtsstrijd tussen zijn familie (Avesnes) en een verwan-te tak (Dampierre).
In de eerste jaren van zijn ambtsuitoefening leken problemen geleidelijk aan te worden opge-lost. Echter, door telkens wijzigende politieke omstandigheden keerden zij ook weer terug. In de jaren daarna, tot en met 1312, ontstond heel geleidelijk een wat stabielere situatie. De enige uitzondering daarop was zijn financiële positie. Deze bleef onverminderd zorgelijk. Op andere terreinen boekte hij echter belangrijke vooruitgang, dit mede doordat hij gericht was op verzoening en tolerantie en er telkens in slaagde boven partijen te staan. Geregeld waren zijn oplossingen onorthodox. Zo creëerde hij in de stad een situatie waarin de schepenen, de raad en de gilden in een bepaalde balans van verantwoordelijkheden met elkaar het bestuur vorm gaven. Dat de gilden zo nadrukkelijk bij het bestuur werden betrokken kwam in andere steden in die tijd niet voor. Gwijde was daarbij ook slim. Hij bedacht een constructie waar-door de hem goedgezinde patriciërs tot de gilden konden toetreden en daarmee een rol spe-len in het stadsbestuur.
De door Gwijde behaalde resultaten zijn eens te meer bewonderenswaardig als naar de om-standigheden in die tijd wordt gekeken. Geregeld was er sprake van opstand, bijvoorbeeld van de Friezen en de Groningers. Ook lieten de steden in het Oversticht (Kampen, Zwolle, Deventer) niet na om een zo groot mogelijke zelfstandigheid na te streven.
Daarnaast vroeg het graafschap Holland voortdurend om aandacht. Net als een eeuw daar-voor (de tijd van Wouter van Egmond, Willem I van Holland, Dirk VII van Holland, e.a.) werd er voortdurend strijd om geleverd. De bisschop van Utrecht speelde daarin, ook met eigen legers, een belangrijke rol. In een strijd tegen de Vlamingen in 1304 werd Gwijde zelfs ge-vangen genomen en eerst ruim één jaar later bij een wapenstilstand,vrij gelaten. Dat zijn gevangenschap, maar ook geregeld verblijf buiten het bisdom om andere redenen, effect had op de handhaving van de orde leidt geen twijfel.
In 1312 bezocht Gwijde het door de paus uitgeschreven Concilie van Vienne. Niet alle bron-nen zijn op dit punt eenduidig, maar er wordt geschreven dat Gwijde bij die gelegenheid een kardinaalsbenoeming heeft gekregen. Dit betekent dat de toenmalige paus (Clemens V) Gwijde hoog schatte. Echter, Gwijde weigerde de benoeming om dat hij liever tot aan het eind van zijn dagen bisschop van Utrecht wilde blijven.
In de jaren vanaf 1312 verkeert het bisdom in rustiger vaarwater. Het enige probleem dat telkens de kop opsteekt zijn de financiën. Gwijde is in deze jaren veelvuldig afwezig, lang niet altijd is bekend waar hij verblijft. Op 29 mei 1317 overlijdt Gwijde op de avond van de inname van kasteel ‘t Goyen. Hij wordt begraven in een kapel van de in aanbouw zijnde Dom te Utrecht.

Bezittingen
Zoals alle bisschoppen in die tijd had Gwijde de nodige bezittingen. Hetzij in eigendom, hetzij beleend, soms zelfs door hem veroverd. Deze bezittingen gaven hem een zekere machtspo-sitie (soms zelfs in letterlijke zin in de vorm van kastelen), maar waren zeker ook belangrijk als inkomstenbron.
Hieronder volgt een aantal voorbeelden van bezittingen die worden vermeld in de scriptie:
- beleend met de Stichtse lenen Amstel, Woerden, IJsselstein en Benschop.
- beheerder van huis Ter Horst. Dit huis was zodanig gelegen dat hij van daaruit het gehele Gooi kon beheersen.
- beleend met het versterkte huis Beverweerd.
- kasteel Vredelant aan de vecht werd door Gwijde veroverd.
- Gwijde bezat het burggraafschap van Utrecht. Dit werd door hem beleend aan Gijsbrecht uten Goye. Deze Gijsbrecht was voor Gwijde een heel belangrijke samenwerkingspartner, ook in de bestrijding van de opstand van de Friezen.
- hij bezat en herbouwde kasteel Vollenhoven.
- hij verwierf huis Stoutenburg in de omgeving van Amersfoort, alsmede kasteel Herlaer bij Ameide.
- van strategisch belang was ook het in bezit krijgen van slot Dollenburg aan de andere kant van de Rijn bij Rhenen. Deze locatie gaf hem de gelegenheid om de grenzen van zijn territo-rium te bewaken ten opzicht van het graafschap Gelre.
- Gwijde stelde het Waterschap Salland in. Dit leverde hem gedurende meerdere jaren een belangrijke bron van inkomsten op, de zogenaamde ‘voorslag’. Mensen die door het water-schap ontgonnen land wilden cultiveren dienden daarvoor te betalen. De inkomsten gingen naar Gwijde.
- hij belegerde en nam kasteel ’t Goyen in. Dit nadat zijn vriend Gijsbrecht uten Goye was overleden en diens opvolgers hem minder goed gezind waren. Aan het einde van de dag van de inname van het kasteel (29 mei 1317) overlijdt Gwijde plotseling.

Registrum Guidonis
Onder deze naam is een naar Gwijde genoemde verzameling van bisschoppelijke jurispru-dentie uitgegeven. Qua omvang gaat het om een zeldzame verzameling, te meer daar het uitsluitend uitspraken van Gwijde betreft als wereldlijk heer. Als landsheer treedt hij op als arbiter door middel van zogenaamde ‘zoenprocedures’. Een dergelijke procedure werd toe-gepast bij eenvoudige doodslag, geweld leidend tot ernstige verwondingen of verminkingen, etc. Een dergelijk delict moest dan gepleegd zijn door een welgeborene. Gwijde streefde in zijn uitspraken naar het handhaven of herstellen van rust in het gebied. Deze procedures waren ook goed voor zijn schatkist. Een deel van de zoengelden, de zogenaamde ‘betering’ kwam toe aan de bisschop. Dit varieerde van een derde tot de helft van het zoengeld. In de periode 1307-1317 leverde het zijn schatkist zo’n 13.000 pond op. Gwijde deed in dergelijke procedures circa 100 uitspraken, ongeveer 70 hadden betrekking op doodslag en de rest op geweld met verwonding/verminking.
Niet in dit register opgenomen zijn de uitspraken die de bisschop deed in niet zoenbare strafzaken.

Geestelijk bestuur
Hetgeen bekend is geworden over het geestelijk bestuur is weinig aansprekend. Er blijkt geen duidelijk inhoudelijke koers of beleid uit. Kennelijk had Gwijde te weinig tijd vanwege de beslommeringen op wereldlijk gebied. Voor hetgeen hij op wereldlijk terrein heeft bereikt wordt hij geprezen.
Vermeldenswaard als voorbeelden van geestelijk bestuur zijn:
- een diocesane synode in Utrecht in 1310. Daar vaardigde hij de statuten van het bisdom uit, met regels ten aanzien van geestelijke en organisatorische zaken.
- het afbouwen van de gotische Dom. De Dom was in 1253 door brand verwoest. In 1301, bij de aanvang van zijn ambt, waren de kooromgang en de kranskapellen gereed. Aan het eind van zijn functioneren als bisschop in 1317 waren ook de zuidelijke zijbeuken af, alsmede een groot deel van de noordelijke zijbeuken. Bekend is dat Gwijde zich inspande voor geldwer-ving, onder andere onder de parochianen. De bouw van de toren is van een later tijdstip.
- Gwijde stichtte meerdere parochies, kapittels, kapellen, kerken en een vicaris, een gasthuis en een klooster. Vaak waren deze stichtingen een initiatief van particulieren, die door Gwijde als bisschop werden bevestigd. Er zijn voorbeelden van deze stichtingen bekend verspreid over het bisdom (o.a. Zwolle, Haarlem, Leiderdorp, Tricht, Naaldwijk, Uffelte, Keppel, Hulst, Geervliet).

Bisschopswapen
Gwijde koos als bisschopswapen het Utrechtse wapen (een wit kruis, welke het rode veld in vier kwartieren verdeelde) met daarover heen midden op het kruis het wapen der Avesnes. Dit wapen bestaat uit drie gouden en vier rode banden of balken in diagonaal met daarover een zogenaamde barensteel. Het geheel werd gekroond met een mijter en omgeven door de kromstaf en het zwaard, de tekenen van kerkelijke en wereldlijke macht.

Zegel
Het zegel van Gwijde als bisschop toont de kerkvorst zittende tussen twee klimmende leeu-wen, die aan het Henegouwse wapen zijn ontleend. Rondom het zegel staat: SIGILLUM GUIDONIS DEI GRACIA EPISCOPI TRAIECTENSIS. Op het contra-zegel staan weer twee dergelijke leeuwen met in het midden een wapenschild met daarin het wapen van het sticht. Hier luidt het randschrift SECRETUM GUIDONIS EPI. TRATEN.

De historicus G.C. van Nieuwenhuizen eindigt de scriptie met de conclusie dat Gwijde van Avesnes een vooraanstaande plaats in de rij van Utrechtse bisschoppen heeft ingenomen. Dit met name door zijn succesvolle streven naar rust en vrede.
(bron: Gwijde van Avesnes – bisschop van Utrecht 1301-1317 – doctoraalscriptie van histori-cus G.C. van Nieuwenhuizen)

GRAF IN DOM TE UTRECHT
Het graf van Gwijde van Avesnes is het oudste grafmonument dat nog in de Dom is te zien. Het is een van de zeer weinige bisschoppelijke grafbeelden in Nederland. De tombe staat in de, later, naar hem vernoemde kapel in de zuidelijke koorzijbeuk. De Doornikse steen (zwart kalksteen) van de graftombe komt uit Henegouwen en heeft grote stilististische overeenkomsten met andere Doornikse grafbeelden. Op de dekplaat ligt de bisschop in vol ornaat, onder een baldakijn in biddende houding en met de voeten op een leeuw. Goedbeschouwd is de bisschop staand afgebeeld en als het ware neergelegd. Door beschadigingen kunnen we niet meer zien of de ogen geopend waren of gesloten. Het beeld is gericht naar het oosten, waarbij geopende ogen de blik gericht op het Laatste Oordeel zou versterken. De uithollingen in de mijter, de handschoenen en de randen rond het beeld waren vroeger gevuld met gekleurde stenen. De bisschopsstaf is ook verdwenen, maar twee holten wijzen nog de plaats aan waar deze zich bevond. De eerste vernielingen zullen plaats hebben gevonden in 1580, mogelijk zullen in latere jaren ook anderen bijgedragen hebben aan de vernielingen.
Tijdens de restauratie van de grafkelder in 1921 werden verschillende voorwerpen in de grafkelder gevonden. De gevonden grafgiften bevinden zich nu in het Centraal Museum in Utrecht.
In 1960 is de tombe geconserveerd, waarbij de missende delen niet werden aangevuld.
(bron: www.dodenakkers.nl)

STADSZEGEL en STADSRECHTEN AMSTERDAM
Gwijde staat afgebeeld op het stadszegel van Amsterdam:
Links op het schip staat Guy van Avesnes (Gwijde van Henegouwen) de opvolger van Gijsbrecht van Amstel, broer van Jan van Avesnes
(spreek uit als Aven), door vererving opvolger van Floris V. Het zegel staat op het Accijnshuis, thans café Heffer.
De figuren staan aan stuurboord (rechterzijde) daar waar voorheen het roer, een lange roerspaan, zich langszij bevond. Met, zoals vroeger de stuurman, de rug (back) naar bakboord.
Gwijde houdt een schild dat ingekleurd is (vandaar het werkwoord schilderen) met in het eerste kwartier de zwarte leeuw van het heersende leen Henegouwen (de Belgische leeuw is nu nog zwart). In het tweede kwartier de rode leeuw van het (na de vererving) onderhorige leen Holland. Rechts staat zijn landsknecht, met zijn gebruikelijke wapen de piek
en daaraan de standaard van Amsterdam met drie zilveren merktekens (?) de kruisjes. Ouderkerk had 5 kruisjes, Amstelveen 4 kruisjes. Beide nederzettingen zijn ouder dan Amsterdam.
Een aannemelijke theorie is dat men vroeger onder een officieel stuk zijn naam zette met, zoals heden nog gebruikelijk, de plaats van herkomst en de datum. Om aan te geven dat men uit Amsterdam kwam gebruikte men drie kruisjes.
Geen Andrieskruizen, die komen pas zo’n twee eeuwen later in zwang. Ze worden doorgaans wit geschilderd omdat bladzilver aan de buitenlucht zwart wordt.
De kruisjes staan op een zwarte verticale baan. Zo’n baan wil zeggen dat er een rivier door de stad loopt (zie de wapens van Rotterdam, Delft, Weesp, etc.).
Alles op een keel (= vermiljoenrood) veld. Been- of lampenzwart en vermiljoen (van cochenille) en loodwit waren de meest voorkomende middeleeuwse kleuren in de Lage Landen.
Het rood in de veel latere Hollandse driekeur is van meekrap. Op de achtersteven van de hulk staat eveneens de Amsterdamse standaard.
Het hondje in de hulk, dat over de rand kijkt is (volgens Schama) het symbool van de trouw van de heer, in dit geval dus Gwijde, aan zijn volk, niet andersom.
Gwijde werd ook bisschop van Utrecht en gaf omstreeks 1300 opdracht tot de bouw van de Sint Nicolaaskerk (de Oude Kerk).
Hij verleende terzelfder tijd stadsrechten aan Amsterdam. Daar zal wel flink voor betaald zijn aan de bisschop. Voor de kersverse, zich zelf respecterende stad werd meteen een zegel ontworpen als waarmerk voor stedelijke oorkondes, noodzakelijk voor o.m. de diplomaten (diploma- of oorkondekundigen).
(bron: www.amsterdamsegevelstenen.nl)

In de doctoraalscriptie van Van Nieuwenhuizen wordt geen aandacht besteed aan het door Gwijde van Avesnes verlenen van stadsrechten aan Amsterdam. Dat doet Geert Mak wel in zijn boek 'Een kleine geschiedenis van Amsterdam'. Citaat:
- Rond 1300 spreekt de nieuwe bisschop Gwijde van Avesnes in een handvest voor het eerst over 'onsen poiteren van Aemstelredamme', ofwel 'onze poorters van Amsterdam'. Dankzij deze stadsrechten werd de stad onttrokken aan de macht van de biscchop, de graaf en de heren van Aemstel en mocht ze in principe zichzelf besturen, via eigen schepenen en raden en via een eigen schout. Schout en schepenen mochten nieuwe poorters aannemen, eigen recht handhaven en als een poorter buiten de stad gevangen raakte mocht de hele burgerij erop uittrekken om hem te bevrijden. Verder bevatte de stadsbrief allerlei bepalingen over de behandeling van zware strafzaken als moord, mishandelingen en vredebreuk.'
Inhoudelijk bevat deze handeling van Gwijde overeenkomsten met de wijze waarop hij het stadsbestuur in Utrecht inrichtte en regelingen trof voor de rechtspraak.
(bron: Een kleine geschiedenis van Amsterdam - Geert Mak)

CONTACTEN MET ANDERE PERSONEN UIT DEZE KWARTIERSTAAT
Uit de doctoraalscriptie van Van Nieuwenhuizen en uit andere bronnen blijkt dat Gwijde van Avesnes te maken heeft gehad met andere personen uit deze kwartierstaat. Het gaat o.a. om:
- Johan I van Bosinchem, heer van Culemborg. Deze belemmerde de vlucht van de Vlaams gezinde Jan van Renesse uit Utrecht in 1304.
- Gijsbrecht van IJsselstein (ook van Amstel). Gijsbrecht van IJsselstein kwam in problemen toen hij werd verdacht van medeplichtigheid aan de ontvoering van Floris V van Holland. Uiteindelijk raakte Gijsbrecht daardoor al zijn goederen kwijt. Uiteindelijk zouden ze toevallen aan de bisschop van het Sticht, Gwijde van Avesnes, de broer van de nieuwe graaf van Holland, Jan I van Henegouwen. Toen in 1308 Gijsbrechts oudste zoon Arnold trouwde met Guys dochter Maria van Henegouwen, kreeg Gijsbrecht zijn leengoederen terug. Gijsbrecht kreeg toestemming van de bisschop om in IJsselstein een parochiekerk te bouwen. Deze St. Nicolaaskerk werd in 1310 ingewijd. Gijsbrecht fungeerde ook als rechter namens Gwijde in een aantal van de in het Registrum Guidonis opgenomen uitspraken.
- Arnoud van Amstel van IJsselstein. De echtgenoot van Gwijde's dochter Maria.
- Nicolaes Persijn van Velsen. Hij streed aan de zijde van Gwijde in het beleg van Zierikzee dat door de Vlamingen in 1304 in hun voordeel werd beslecht. Nicolaes sneuvelde, Gwijde werd gevangen genomen.
- Dirck van Zuylen. Hij onderging hetzelfde lot als Nicolaes Persijn van Velsen.

Haben Sie Ergänzungen, Korrekturen oder Fragen im Zusammenhang mit Gwijde van Avesnes?
Der Autor dieser Publikation würde gerne von Ihnen hören!


Zeitbalken Gwijde van Avesnes

  Diese Funktionalität ist Browsern mit aktivierten Javascript vorbehalten.
Klicken Sie auf den Namen für weitere Informationen. Verwendete Symbole: grootouders Großeltern   ouders Eltern   broers-zussen Geschwister   kinderen Kinder

Abbildung(en) Gwijde van Avesnes


Mit der Schnellsuche können Sie nach Name, Vorname gefolgt von Nachname suchen. Sie geben ein paar Buchstaben (mindestens 3) ein und schon erscheint eine Liste mit Personennamen in dieser Publikation. Je mehr Buchstaben Sie eingeben, desto genauer sind die Resultate. Klicken Sie auf den Namen einer Person, um zur Seite dieser Person zu gelangen.

  • Kleine oder grosse Zeichen sind egal.
  • Wenn Sie sich bezüglich des Vornamens oder der genauen Schreibweise nicht sicher sind, können Sie ein Sternchen (*) verwenden. Beispiel: „*ornelis de b*r“ findet sowohl „cornelis de boer“ als auch „kornelis de buur“.
  • Es ist nicht möglich, nichtalphabetische Zeichen einzugeben, also auch keine diakritischen Zeichen wie ö und é.

Verwandschaft Gwijde van Avesnes



Visualisieren Sie eine andere Beziehung

Quellen

  1. nl.wikipedia.org - Gwijde van Avesnes,bisschop van Utrecht 1301-1317, doctoraalscriptie van historicus G.C. van Nieuwenhuizen
  2. nl.wikipedia.org - www.dodenakkers.nl - Gwijde van Avesnes,bisschop van Utrecht 1301-1317, doctoraalscriptie van historicus G.C. van Nieuwenhuizen
  3. Gwijde van Avesnes,bisschop van Utrecht 1301-1317, doctoraalscriptie van historicus G.C. van Nieuwenhuizen

Anknüpfungspunkte in anderen Publikationen

Diese Person kommt auch in der Publikation vor:

Historische Ereignisse



Gleicher Geburts-/Todestag

Quelle: Wikipedia


Über den Familiennamen Van Avesnes

  • Zeigen Sie die Informationen an, über die Genealogie Online verfügt über den Nachnamen Van Avesnes.
  • Überprüfen Sie die Informationen, die Open Archives hat über Van Avesnes.
  • Überprüfen Sie im Register Wie (onder)zoekt wie?, wer den Familiennamen Van Avesnes (unter)sucht.

Die Familienstammbaum Voorhaar-Veröffentlichung wurde von erstellt.nimm Kontakt auf
Geben Sie beim Kopieren von Daten aus diesem Stammbaum bitte die Herkunft an:
Jan Voorhaar, "Familienstammbaum Voorhaar", Datenbank, Genealogie Online (https://www.genealogieonline.nl/stamboom-voorhaar/I4614.php : abgerufen 23. April 2024), "Gwijde van Avesnes (± 1253-1317)".