Aelbert Besselinck (*1516 +1600) werd in de Tachtigjarige Oorlog tijdens krijgshandelingen doodgeschoten. Hij kwam tijdens het binnenhalen van de rogge op het "Goed Ikink", dat zijn vrouw Mechteld Bettink in het huwelijk meebracht, terecht tussen Prinsgezinde soldaten en het Spaanse leger. In 1601 (bevestigd 1630) vond toen een erf deling plaats van het Goed Besselinck. Elisabeth Jansen Besselinck (ca. *1570 +1658) kreeg 1/3 part toegewezen, bestaande uit heide, bouwland en bos. Zij liet op haar heideland een nieuwe boerderij bouwen (= Klein Besselinck). Het 1/3 erfdeel van haar blinde broer Johannes Besselinck (*1555 +1632) kocht zij er in 1625 bij. De erven van Albert Besselinck (*1516 +1600) behielden 1/3 part met het oude huis en hof (= Groot Besselinck
Echtgenote: Mechteld Besselinck (geboren Bettink)
Aelbert Besselinck |
Die angezeigten Daten haben keine Quellen.