Vertrokken met het schip Nassau naar Oost-Indië
Inschrijvingsregister Nationale Militie 1816, inventarisnummer 2254, aktenummer 14
Bijzonderheden:
Advies mc + vrijgesteld: Vrijstelling: enige zoon
Kantonnummer: 10
Bij gelegenheid van zijn overlijden is een bronzen penning geslagen (Voorzijde: gehelmd wapenschild. Keerzijde: opschrift). Deze is in het bezit van het Rijksmuseum.
Quelle 4
Er ist verheiratet mit Sabiba Voll.
Sie haben geheiratet
Kind(er):
bron: https://louverture.ch/cca/
Jean Frederic Theodore Mayor (1797–1848) was born in Geneva. His father came from a family from Echallens, his mother was a member of the Dutch branch of the Maritz family from Burgdorf. He came to Batavia on board the Nassau in 1816. In 1820 he had risen to become Secretary of the Residence Semarang, then he became Resident of Maros in Celebes. In 1828 he was installed as Governor of Makassar. 1834–1843 he was Resident of Soerakarta, then Resident of Besoeki. In 1846, he was given the function of Government Commissionary for Balinese matters, e.i. he experienced the beginning of the cruel war against the Balinese for inclusion in the Dutch Empire. Mayor was married to the Buginese woman Sabibia, born a slave. She was given the name Voll at birth. She was probably the daughter of the slave Miena and a member of the influential Voll family.
[Mayor, Jean Frederic Theodore]
MAYOR (Jean Frederic Theodore), geb. te Genève 1 Febr. 1797, overl. te Besoeki 4 Jan. 1848. Hij kwam in 1816, aan boord van het schip Nassau, te Batavia aan, werd benoemd tot commies bij de alg. secretarie en vervolgens tot hoofdcommies. In 1820 was hij secretaris der residentie Semarang en daarna resident te Maros op Celebes. Dit ambt werd in 1826 ingetrokken uit bezuiniging en M. kwam te Batavia terug om in 1827 benoemd te worden tot tweeden algemeenen secretaris. In 1828 ontving hij zijne aanstelling tot gouverneur van Makassar en stelde toen reeds vele pogingen in het werk om die plaats tot een vrijhaven te doen verheffen, hetgeen echter eerst plaats had in 1846. In 1834 werd M. benoemd tot resident van Soerakarta, welke betrekking hij vervulde tot 1843, toen zijne benoeming tot resident van Besoeki volgde. Eindelijk werd hij benoemd tot gouvernementscommissaris voor de balische zaken, welke functie hij tot zijn dood bekleedde. Op zijne begraafplaats is ‘als bewijs van algemeene hoogachting, door ambtenaren en fabrikanten in de residentie Besoeki’ een fraai gedenkteeken opgericht.
Zie: Handel. en Geschr. Ind. Genootschap I (1854) 148 vgg. en 395.
2.10.01 Inventaris van het archief van het Ministerie van Koloniën, 1814-1849
Inventarisnummer 3091 1814, deel A
Bestandsnaam NL-HaNA_2.10.01_3091_0078