Na een periode van 160 jaar boerenambacht is Jan de eerste smit in de familie. Alhoewel Willem blijft "doorboeren" gaan ook de andere broers ook de smederij in.
Jan Reesink, geboren op zondag 11 januari 1733 is het derde kind en de tweede zoon van Teunis Gerritsen Rees- sink en Derksken Willemsen. Hij doet op 24 oktober 1759 belijdenis van zijn geloof in de gereformeerde kerk van Amsterdam. Hij woonde toen op het Joode Plijntjen, het voormalige Markenplein waar destijds veel hoefsmederijen gevestigd waren.
Hier leerde hij al drie jaar eerder, rond 1755 het vak van aankomend smid, volgens overlevering in een smederij aan de Jonge Roelensteeg, een zijstraat van de Kalverstraat. Hij vertrekt op 24 juli 1760 uit Amsterdam en is op 27-jarige leeftijd in 1760 getrouwd met Gerdina Nijland, dochter van Hendrik Nijland en Janna Woestenenk. Daarvoor had hij zich op 1 augustus dat jaar gemeld bij de predikant. Jan gaat in Warnsveld wonen waar zijn schoonvader de dorpssmid is in een bedrijf dat al dateerde uit 1634. Hendrik Nijland had zelf geen opvolgers dus hier lag een buitenkans voor Jan. Hij kon de zaak overnemen en in 1763 liet hij het huis en de zaak verbouwen. Tijdens deze verbouwing brak er brand uit waarbij verschillende documenten verloren zijn gegaan evenals de familiebijbel waarin namen en familiegebeurtenissen waren bijgeschreven. In 1768 komt zijn broer Harmen als collega smid in Warnsveld wonen.
Overlijden en begraven te Warnsveld:
1.15.03.1788 den 15 dito Janna Reesink overl. - begr. den 18 dito f 0- 6- .
2.26.12.1791 26 dito Harmen Reesink overl. - begr. den 30 dito 0-18- . 1792 den 8 januarij de lijste van de dooden overgegeven aan den heer gericht schrijver P. Snetlage volgens 's placaat van den jaare 1791
3.16.10.1793 den 16 dito Jan Reesink overl. - begr. den 22 dito 1-
4.06.08.1804 6 augustus Everdina Reesink overl. - begr. 10 dito laat niet na - ongetrouwt
5.31.08.1809 - 2 van herfstmaand - Margarita Reesink, overleden den 31 van oogstmaand, gewoond hebbende onder Warnsveld, gehuwd geweest, 3 kinder nalatende.
Er ist verheiratet mit Gerdina Nijlants.
Sie haben geheiratet rund 1761 in Warnsveld.
Kind(er):
(Research):Doop Jan Tonnissen Reessink, 11-01-1733 - Doopplaats: Hengelo - Volgnummer op pagina: 1 - Doopdatum: 11-01-1733
Dopeling: Jan Tonnissen Reessink / Jan Reessink, Tonnissen
Getuigen e.a.: Walborg op het Goij / Goij, Walborg op het
Vader: Tonnis Gerritzen Reessink / Tonnis Reessink, Gerritzen
Kerkelijke gemeente: Hengelo - Toegangsnummer: 0176 - Inventarisnummer: 910 - Pagina: 123
16.10.1793 den 16 dito Jan Reesink overl. - begr. den 22 dito 1-
Nederduits Gereformeerde Gemeente WARNSVELD - Overlijden 1742-1809 (R.B.S. 1696) - Tijdvak 1788-1809
Jan Reesink en Gerdina Nijland: De Dorschkamp
In november 1777 koopt Jan Reesink een stuk grond behorende bij de Dorthskamp. De wederpartij (vorige eigenaren) waren Klaas Graffelman en zijn vrouw Trijntjen Holten. Omdat in de koopakte is genoemd dat Jan Reesink en zijn schoonvader het perceel tot weide wilden maken kunnen we aannemen dat het om een "woest stuk grond" ging, waarschijnlijk bebost. De link van het verleden naar het heden is dat de naam "De Dorschkamp" nu verbonden is aan het instituut voor Bosbouw en Groenbeheer en natuurlijk ook aan het bekende Bosbouwproefstation. Het houdt een tegenstelling in wat Jan Reesink en zijn schoonvader destijds voor ogen stond: bos cultiveren naar weidegrond.
In de koopakte is de bepaling opgenomen dat op erfafscheidingen een haag met doornen geplant onderhouden moest worden op voorwaarde dat in de hagen geen opgaande bomen zoals populieren geplant mocht worden. Ook hier weer een opmerkelijke tegenstelling: juist een populier is vernoemd naar de Dorschkamp namelijk de Populus x euramericana 'Dorschkamp'.
Het totale perceel was verdeeld in vier stukken: 1100 roeden voor Garrit Wuesteneng, 828 roeden voor Garrit Wuesteneng, 964 roeden voor Jan Resink en 964 roeden voor Claas ("bouman op Klein Graffel").
In het jaar van het overlijden van Jan Reesink gaan Jan en Gerdina Nijland nog een lening aan van 500 caroli gulden. Een Caroli gulden is een munt die onder Karel V vanaf 1521 werd geslagen, en kan zowel een gouden als zilveren munt zijn met een waarde van 20 en later 28 stuivers, omgerekend ca. 7 keer de waarde van onze vooroorlogse gulden. Het loon was in de 16e eeuw ca. 4-16 stuivers en in de 17-18e eeuw ca. 20 stuivers per dag. De lening werd op 17 augustus 1793 om 12.07 uur officieel bekrachtigd door stadhouder en richter mr. P. J. Snethlage. Het geld werd geleend van de diaconie van Warnsveld tegen een rente van 3 guldens en 10 stuijvers over elke 100 gulden. De gereserveerde aflossing moest zes maanden voor de "verschijnsdag" worden voldaan. Als onderpand diende één van boven genoemde percelen, immers Jan had de percelen van zijn schoonvader in erfenis ontvangen. Het bouwland dat als onderpand beschreven stond lag aan de IJzeren- of Leijendekkersmaate, doorgaans de Darts- of Grote Hendrik Lulofskamp genoemd. (Oostelijk van de Biesthorsterstraat en noordelijk van het kerkpad.) Na het overlijden van Jan Reesink en Gerdina Nijland bracht het stuk grond van de Dorthskamp 1100 gulden op, bijna net zoveel als het woonhuis met de smidse in Warnsveld!
Boedelscheiding van Jan Reesink en Gerdina Nijland
De boedelscheiding laat de waarde zien van de woning, schuur, land, inboedel, huisraad, etc. Deze staat van bezittingen en schulden is opgemaakt door Hendrik Reesink na het overlijden van Gerdina Nijland. Als meestersmid- eigenaar van de onderneming Reesink Hendriks in Zutphen was Hendrik de juiste persoon om de waarde van de onderneming van zijn overleden vader goed te kunnen schatten. De toevoeging "Hendriks" was ter onderscheiding van de onderneming Reesink in Warnsveld. De openstaande post van ongeveer 70 debiteuren laat zien dat de betalings- termijn behoorlijk ruimer was ingesteld dan tegenwoordig. Het geeft wel weer dat de smidse goed draaide, ondanks zoals de historische context ons laat zien, dat de handel in 1776 volkomen platlag en dat mede hierdoor vele armenhuizen opgericht werden. Na de boedelscheiding bleef er 4179, = over. (6359,15 minus 2180,12) De nagelaten kinderen, negen in getal, ontvingen dus elk 464 gulden. In het boek "Bouw- en cultuurhistorische waarde van boerderij het Gruwel in Vorden" is een specificatie te zien van deze boedelscheiding. Op 21 april 1800 is overeengekomen dat Anthony Reesink en zijn vrouw Rosijna Slangs de smederij en woonhuis met inventaris overgenomen hebben. Daarbij krijgt elke broer en zus het bovengenoemde kindsdeel.Quelle 3
Der Zugriff auf die Bilder der Publikation ist vom Autor eingeschränkt.
Wenn Sie von dem Autor/der Autorin eingeladen sind, können Sie sich anmelden und den privaten Bereich anschauen.
Jan (Tonnissen) Reesink | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
± 1761 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Gerdina Nijlants |