Er ist verheiratet mit Maria Anna Nivar.
Sie haben geheiratet
Datum: [bron Mia Nijsten-Reumers]
Kind(er):
Informatie uit een lezing gehouden omstreeks 1995 te Maastricht door een zekere heer Jacobs uit Berg en Terblijt, waarvan een kopie afkomstig is van Mia Nijsten-Reumers. Deze lezing heeft als titel: "Charles Clément Roemers, een vergeten bekende Maastrichtenaar."
Roemers was een omstreden persoon; reeds door tijdgenoten werd hij bewonderd, belasterd, verheerlijkt en benijd. Hij is in zijn leven advocaat, bestuurder, politicus, zakenman, grootgrondbezitter, homme de lettres, dichter, amateur archeoloog en amateur historicus geweest.
Hij is leerling van het Jezuitencollege in de Bredestraat te Maastricht geweest, waar Minckelers zijn klasgenoot was. In Leuven verwerft hij het licentiaat in de beide rechten en in Brussel leert hij gedurende twee jaar de praktijk van de advocatuur. In 1771 vestigt hij zich als advocaat weer in Maastricht. In 1776 wordt hij benoemd tot schepen van Maastricht namens de prinsbisschop van Luik. In 1784 en 1786 werd hij opnieuw, telkens voor twee jaar benoemd in deze functie. Prinsbisschop Francois-Charles de Velbrück verzocht hem verscheidene keren om als zijn vertegenwoordiger de Luikse belangen te dienen in geschillen tussen het Prinsbisdom en de Republiek over hun gezag in Maastricht . Hij is in het begin van de Franse tijd gedurende een jaar (30-11-1794 - 26-9-1795) "agent national" van het arrondissement Maastricht, de hoogste burgerlijke bestuurder.
In 1797 wordt Roemers door de kiesgerechtigde burgers van het departement Nedermaas gekozen tot lid van de volksvertegenwoordiging in Parijs, de Raad van 500. Hij was 15 jaar lid van deze raad en van haar opvolger, het Corps Legislatif, ten tijde van het keizerrijk van Napoleon. Roemers bewonderde Napoleon. In 1804 mocht Roemers tijdens het bezoek van de Paus aan Parijs een toespraak in het Latijn houden. Na Napoleons overwinning bij Austerlitz schreef Roemers in 1806 een lofdicht voor Napoleon. Al in 1809 kreeg hij de titel van baron van het keizerrijk en werd hij Commandeur van het Legioen van Eer. In 1812 werd hij nog verkozen tot lid van de Franse Senaat, maar hij heeft die functie niet meer kunnen uitoefenen omdat Napoleons macht ten einde liep.
Na de Franse tijd moest Roemers zich tegenover koning Willem I verdedigen tegen insinuaties dat hij teveel sympathie met de Fransen gehad zou hebben. Hij deed dat in zijn aan de koning gericht geschrift "Tableau de ma vie privée et publique". De koning echter heeft Roemers geen plaats gegeven in zijn bestuursorganisatie.
Bij zijn dood in 1838 liet Roemers aan zijn drie erfgenamen, zijn zoon en twee kleindochters, een omvangrijk bezit aan onroerend goed na: huizen, drie grote boerderijen (in Meerssen, Hoogcruts en Groot Spauwen), twee molens (in Meerssen en de Kruismolen in Rothem, later Kruisdonk genoemd) en bouwland ter waarde van f. 600.000.
De bruidschat die hij ontving bij zijn huwelijk met Anna Nivar, een dochter van een rijke koopman en grond- en huizenbezitter en de erfenis die hij in 1808 van zijn schoonouders ontving zijn zeer belangrijke bronnen van zijn bezit geweest. Voorts heeft hij veel bezittingen verworven in de Franse tijd.
Zijn Maastrichtse huis was Brusselsestraat 80. Vanaf 1808 was de voormalige proosdij van Meerssen zijn buitenverblijf.
Roemers bezat een uitgebreide bibliotheek van ca 1500 boeken. Hij schreef ook zelf, o.a. Latijnse dichtwerken. Hij bezat ook een aantal schilderijen, hoofdzakelijk van Vlaamse en Hollandse meester uit de 16e en 17e eeuw, echter geen eersterangs werken.
Carolus Clemens Roemers | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Maria Anna Nivar |
Die angezeigten Daten haben keine Quellen.