Oorzaak: onthoofd, terechtgesteld wegens doodslag
Er ist verheiratet mit Styntje Wopckes.
Sie haben geheiratet im Jahr 1623 in Trijnwouden, Tietjerksteradeel,, Friesland, Nederland, er war 33 Jahre alt.
Kind(er):
In zijn jonge jaren raakte hij betrokken bij een ruzie in een cafe in Roordahuizum.
In het heetst van de ruzie stak hij zijn tegenstander dood met een mes. Daarna vluchtte.
hij en verbleef een tijd in Nes-Ameland. Hij leidde daar een teruggetrokken en verborgen.
leven. Toen hij weer op het vaste land woonde (in Blija en later in Oostermeer) werd hij.
toch nog gearresteerd. In 1630 werd hij voor het hof van Friesland voorgeleid en later.
veroordeeld tot de doodstraf. In die tijd werden de ter dood veroordeelden meestal.
opgehangen.
Maar omdat Evert adelijke voorouders had en de laatste jaren een fatsoenlijk leven had.
geleid, werd toegestaan de doodstraf te voltrekken door onthoofding.
De familie mocht het lijk daarna ook meenemen en begraven.
Gebruikelijk was dat het lijk werd tentoongesteld ter afschrikking voor het publiek.
BRON: MICHEL DALSTRA-GENEALOGIE BOONSTRA-HAXTA 3-3-2000;.
GJB 1995-P.142 e.v. GJB-1996-P.128 e.v.
Vertaling in hedendaags Nederlands van de criminele rechtszaak ten hem, gevangene en beklaagde:
'Uit de bekentenis van Evert Sjoerds van Terzool en uit betreffende rechtszaak is genoegzaam gebleken dat Evert op 22 februari 1617 in de herberg van Birde Inthies te Roordahuizum met een Hoyte Melis en anderen aan het drinken was. Toen deze Hoyte niet op Everts praatjes wilde ingaan, trok deze zijn mes en stak Hoyte van achteren in zijn mouw. Om zijn lijf te redden moest Hoyte zich tussen het jongvolk verstoppen. Douwe Tyallings, van Friens, die dit zag, zei tegen Evert: 'Wat steek of snij jij de jongeman', waarbij hij Hoyte bedoelde, 'op een schelmachtige manier'. Waarop Evert terstond Douwe aanviel met zijn mes en hem in zijn linker borst stak zodat Douwe op de grond viel en zonder nog een woord te zeggen aan de verwondingen overleed. Voorts dat Evert direct daarop met het bebloede mes in zijn hand de herberg verliet, waarna hij in het dorp (van Roordahuizum) met genoemde Melis (lees: Hoyte) en anderen opnieuw in gevecht raakte. Meteen daarna is Evert op de vlucht geslagen. Hij vluchtte de provincie uit en toefde geruime tijd op Ameland (alleen bij laag water bereikbaar met zogenaamde sliksleeën). Tenslotte gaf hij gehoor aan de sommatie van de procureur om voor de rechtbank te verschijnen. Stuk voor stuk zeer kwalijke praktijken die daarom, tot voorbeeld aan anderen, niet ongestraft mogen blijven. Daarom veroordeelt het Hof van Friesland Evert, na rijp beraad uit naam van de provincie om door de scherprechter op het schavot geleid te worden en met het zwaard te worden gedood. Everts lichaam mag begraven worden. Uitspraak binnen de kanselarij te Leeuwarden de zestiende februari 1633'.
Evert Sjoerds Haxta | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
1623 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Styntje Wopckes |
Die angezeigten Daten haben keine Quellen.