Baucko Gockinga, student te Franeker 1592, wordt 1598 burger van Groningen, † tussen 4 december 1599 en 14 november 1601, tr. (procl. Groningen 14 mei) 1596 Elteke tho Wartum, † vóór 13 december 1608. Baucko Gockinga wordt als student te Franeker ingeschreven op 28 december 1592. Als „Bauke Gockinga, Eppo Baukens soon in Heerstraat" wordt hij in 1595 te Groningen als lidmaat ingeschreven. Hij komt vervolgens voor 14 februari 1596 en huurt met ingang van Ludgeri 1597 voor zes jaren het „Geestlijke Maegedehoff" buiten de Ebbingepoort te Groningen. In1598 wordt hij burger van Groningen. Op 12 juli 1599 wordt door Gedeputeerde Staten last gegeven aan Baucko Gockinga wegens bewezen diensten 20 gl. uit te betalen. Als zoon van Eppo Bauckens komt hij ook voor op 4 december 1609 (?). Op 14 november 1601 wordt door de kastelein van het Wijnhuis te Groningen geprocedeerd togen Dr. Scato Gockinga, voor wie zijn vader Eppo Bauckens present, over de betaling van wijn, destijds geschonkenop de bruiloft van Baucko Gockinga (die reeds in 1596 had plaatsgevonden!). Op 13 december 1608 daagt Hero in den Ham Vrouw Hille tho Wartum inzake de betaling van een obligatie d. d. 3 mei 1599 ten laste van wijlen Baucko Gockinga en nu wijlen Elteke tho Wartum. Waarschijnlijk was Elteke een dochter van Aylcko Phebes tho Wartum, broer van Ayolt/Aylt Phebekens, die hiervoor ter sprake kwam. Het huwelijk van Baucko Gockinga was kinderloos !
Er ist verheiratet mit Elteke tho Wartum.
Die Erlaubnis zur Eheschließung wurde am 14. Mai 1596 in Groningen erhalten.Quelle 2
Baucko Gockinga | ||||||||||
Elteke tho Wartum |