zerk xxx/Grafenthal, cisterzienzerinnenklooster Grafenthal, Goch, Nordrhein-Westfalen, Duitsland
Sie ist verheiratet mit Reinoud II 'de Rode','de Zwarte' van GELRE.
Sie haben geheiratet am 13. Januar 1311 in Roermond, Limburg, Nederland.Quelle 2
wikipedia_Reinoud II van Gelre
Eerste huwelijk met Sophia Berthout[bewerken]
Op 11 januari 1311 werden te Roermond huwelijksvoorwaarden opgesteld van het huwelijk van Reinout met Sophia Berthout ( 6 mei 1329) uit het geslacht Berthout, erfgename van de heerlijkheid Mechelen, dochter van Floris Berthout ( 1332), heer van Mechelen, en Mathilde (van der Mark) van Mechelen, kleindochter van Engelbert I van der Mark.[5][noot 1] Het huwelijk werd in 1318 voltrokken. Sophia was een nicht van de Utrechtse bisschop Willem II (1296-1301). Het huwelijk kwam vermoedelijk tot stand door bemiddeling van Gwijde van Avesnes bisschop van Utrecht (1301-1317) en graaf Willem III van Holland (1304-1337). Sophia en Reinald waren in de vierde graad verwant waardoor voor hun huwelijk pauselijke dispensatie nodig was, wat op 13 mei 1311 te Avignon verleend werd door Paus Clemens V.[6] Zij werd begraven in het Klooster Gravendaal.
Sophia schonk hem de volgende kinderen:
Margaretha (ca. 1320 - 4 oktober 1344), 4 juli 1342 gehuwd met Gerard, zoon van graaf Willem VI van Gulik. Zij was reeds op 1 maart 1333 verloofd met Gerard, naar aanleiding waarvan zij op 1 december 1333 de heerlijkheid en voogdij Mechelen voor 60.000 gulden verkocht aan graaf Lodewijck van Vlaanderen.[7][6]
Mechteld (ca. 1325-1384) in 1336 gehuwd met graaf Godfried van Loon en Chiny (?-1342), in 1348 met graaf Jan I van Kleef (1292/93-1368) en in 1372 met Jan van Chatillon graaf van Blois (1381)
Elisabeth (-1376), abdis van het klooster Gravendal tussen Kessel en Asperden in Duitsland
Maria (-1405), gehuwd met hertog Willem II/VII van Gulik, ouders van de uiteindelijke opvolgingslinie.
Kind(er):
Sophia BERTHOUT | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1311 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Reinoud II 'de Rode','de Zwarte' van GELRE |