Er ist verheiratet mit Maritien / Marijken / Maria Schut.
Sie haben in der Kirche geheiratet am 5. Mai 1726 in Oosterbeek.
Kind(er):
De papiermolens in de provincie Gelderland, alsmede ……… (H. Voorn)
Het Oude Klooster te Eerbeek, no 49, blz 279
Omstreeks 1724 kwamen vier kinderen van een achterkleinzoon van Marten orges, Marten Jansz Schut gehuwd met Beeltien Gerrits Hulshoff, naar Eerbeek, waaronder Maria, in januari 1697 geboren op haar vaders papiermolen, de Huygensmolen in Wiessel (no 64) en in mei 1726 in Oosterbeek getrouwd met Abraham Pannekoek.
Jan Pouwel Schut, getrouwd met Hendrickje Gerrits, die in 1724 de molen aan de overkant van beek, Het Klooster, had gepacht en aan zijn broer Pouwel Marten in gebruik had gegeven, keerde in 1729 terug naar zijn Oosterbeekse molen en liet de papiermakerij op de bovenste van de dubbele molen het Oude Klooster over aan zijn zwager Abraham Pannekoek en op de onderste molen werd het werk verricht door zijn broer Aart Schut. Aart is in 1743 of kort daarna weduwnaar geworden en woonde toen op een kamer bij zijn zwager Abraham Pannekoek, dei met zijn vrouw en vijf kinderen het werk op de kleine molen zonder knechts en meiden afkon.
Gerrit en Hester Schut verkochten hun helft van de molen, dan nader aangeduid als de bovenste molen van drie bakken met zestien hamers, in mei 1754 voor 3100 gld aan Abraham Pannekoek. Pannekoek werd dus eigenaar van de bovenste molen en de onderste molen hield hij van zijn schoonvader in pacht, sinds zijn zwager Aart Schut was overleden. Hoewel Abraham Pannekoek in november 1755 de benedenste molen onder Coldenhove (no 55) had gekocht, bleef hij als pachter op het Oude Klooster wonen; de molen bij Coldenhove werd verhuurd. De kinderen van de inmiddel overleden Jan Pouwel Schut verkochten de onderste molen in oktober 1768 voor 3420 gld aan Cornelis Pannekoek, een zoon van Abraham Pannekoek en Maria Schut. Twee jaar later verkocht Cornelis het molentje weer voor 3500 gld aan zijn broer Geurt, die gelijktijdig de bovenste molen voor 3200 gld kocht van zijn vader.
De papiermolens in de provincie Gelderland, alsmede ……… (H. Voorn)
De Benedenste Molen onder Coldenhove te Eerbeek, no 55, blz 298
De molen is enkele jaren lang door de verwinhebbers verpacht aan Jacob te Hove, maar in 1755, op 7 november, werd de molen gekocht door Abraham Pannekoek en Maria Schut voor 3603 gld. In het transport wordt de molen ‘de Agterste Molen’ genoemd, belast met een jaarlijkse water- en grondpacht van 50 gld aan S.D.H. de Prince van Orange en Nassau (eigenaar van het goed Coldenhove), te betalen aan zijn rentmeester te Dieren. Het Arnhemse weeshuis vergemakkelijkte Pannekoek deze aankoop, door hem 2000 gld op onderpand van de molen te lenen. Abraham Pannekoek was papiermaker op het Oude Klooster (no 49), waar hij bleef wonen en werken. De Coldenhovense molen werd door Abraham verhuurd, waarschijnlijk aan zijn zoon Johannes (Jannes), die op 15 oktober 1770 van zijn vader de molen kocht voor 2800 gld, verminderd met de hypotheekschuld van 2000 gld die nu op naam van Johannes werd overgeschreven.
Abraham Pannekoek | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1726 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Maritien / Marijken / Maria Schut |
Die angezeigten Daten haben keine Quellen.