Er ist verheiratet mit Cornelia Maria Eekhof.
Sie haben geheiratet am 11. Mai 1861 in Apeldoorn , er war 30 Jahre alt.
Kind(er):
De papiermolens in de provincie Geldeland, alsmede in Overijssel en Limburg, door H.Voorn
De Achterste Molen I, Loenen, no 120, blz 469
Hendrik Abram Schut overleed in februari 1864, zijn vrouw in december 1887.
Na de dood van H.A. Schut werd de zaak voortgezet door de zoons Paul Jan (geboren 1830, getrouwd met Cornelia Maria Eekhof) en Jan Willem Schut (geboren 1834, gehuwd met Johanna van Oorspronk). Een derde zoon, Johannes Schut, was geen papiermaker, maar ‘horologiemaker’; een dochter Anna is begin 1865 overleden. Jan Willem Schut had vanaf circa 1865 de Stroobroeksemolen (no 117) in pacht en vertrok in 1882 naar de grote Slatsmolen (no114). De Achterste Molens werden dus geheel beheerd door Paul Jan Schut, die volgens een stuk van 17 december 1872 toen vergunning kreeg voor de plaatsing van een 6-pk stoomketel in zijn fabriek. Door een hiaat in het archief van de Dienst Stoomwezen kan niet met zekerheid worden gezegd, dat de ketel er inderdaad is gekomen, maar volgens de familieherinneringen zou Paul Jan Schut op 8 mei 1873 het leven hebben verloren bij een ketelontploffing. Zijn weduwe Cornelia Eekhof(f) zette het bedrijf voort.
Op 17 december 1881 brandde de fabriek met drie schuren geheel af. Alleen een vierde schuur met een voorraad papier en het vee konden woren gered. De weduwe P.J. Schut kocht op 10 februari 1882 van Zeno Th. Joh. H. van Dorth van ’t Medler, echtgenoot van vrouwe El. Ma. Ca. Ma. Baronesse Hackfort tot ter Horst, het terrein van de afgebrande papierfabriek met het waterrecht. De fabriek werd op dezelfde plaats – tegenwoordig de Klabanusweg – als machinale bordpapierfabriek herbouwd en kreeg toen de naam ‘Machinale Papierfabriek de Leeuw’. Eind 1882 werd een met twee ‘stookplaatsen’ verwarmde droogschuur bij de fabriek gebouwd. Op 28 april 1888 gingen de weduwe en haar zoon Hendrik Abraham Schut P.J.zn een vennootschap van koophandel aan onder de naam Firma Wed. P.J.Schut. De weduwe bracht de in werking zijnde fabriek in, haar zoon een bedrag van f 3499,08 in contanten. Een stoomketel van 17½ pk werd in 1888 geplaatst. De fabriek is op 23 april 1889 opnieuw geheel afgebrand en opnieuw herbouwd. De weduwe trok zich bij akte van 29 november 1890 uit de firma terug, die daarna door haar twee zoons Hendrik Abraham P.J.zn en Johannes Schut P.J.zn onder de naam firma Gebrs. Schut werd voortgezet. Deze firma werd 30 augustus 1892 ontbonden. Johannes werd ‘koopman’ in Arnhem, Hendrik Abraham zette het bedrijf voort. De fabriek is in 1906 wederom afgebrand.
Paul Jan Schut | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1861 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Cornelia Maria Eekhof |
Die angezeigten Daten haben keine Quellen.