Toen zijn vader Arnulf in 993 sneuvelde, was Dirk III nog te jong om het bestuur op zich te nemen, waarop zijn moeder Lutgardis van Luxemburg deze taken waarnam.
Tijdens zijn graafschap wist Dirk zijn gebied uit te breiden richting het oosten. Deze uitbreiding ging ten koste van het bisdom Utrecht. De uitbreiding bestond onder meer uit het gebied ten zuidoosten van Alphen, tussen Zwammerdam en Bodegraven. In 1017/1018 zou Dirk ook nog een oorlog tegen de Friezen hebben gevoerd.
Dirk was actief in de ontginning van moerassen door gronden te verpachten aan Friezen die ze in cultuur brachten, maar die wilde gronden werden door de bisschoppen van Utrecht als hun gebied beschouwd. Rond 1015 koloniseerde Dirk zo de Riederwaard. Bovendien bouwde hij een burcht in Vlaardingen, waarschijnlijk op de plek waar zich nu de Grote Kerk bevindt, waar het riviertje de Flarding (tegenwoordig de Vlaardingse haven) uitmondde in de Merwede (tegenwoordig de Nieuwe Maas). Vanuit die burcht dwong hij de kooplieden die langs kwamen varen, onderweg van Tiel naar Engeland en vice versa, om tol te betalen. Deze kooplieden én ook bisschop Adelbold van Utrecht riepen daarom de hulp in van de Duitse keizer Hendrik II. Deze gaf in 1018 zijn neef Dirk de opdracht zijn vesting te ontruimen. In plaats van zijn leenheer te gehoorzamen, verschanste Dirk zich op zijn burcht en de keizer kon nu niet anders dan een leger op hem af sturen.
Op 29 juli 1018 kwam het tot de Slag bij Vlaardingen. Het laatste stuk naar de burcht moest via land worden afgelegd, wat lastig ging omdat het gebied vol met sloten en dijken lag. Het duurde niet lang voor het keizerlijke leger vastliep en noodgedwongen moest terugkeren naar hun schepen om een andere route te zoeken. Op de terugweg liep het leger echter in hinderlaag van de troepen van Dirk. Dirk maakte direct gebruik van de paniek en het machtige vijandige leger werd volledig in de pan gehakt.
In de 12e-eeuwse Annalen van Egmond staat Dirk III vermeld met de bijnaam Hierosolymita, de Jeruzalemganger. Dat duidt erop dat hij een pelgrimstocht naar het Heilige Land heeft gemaakt. Volgens de 14e-eeuwse geschiedschrijver Johannes de Beke heeft Dirk zijn tocht rond het jaar 1030 ondernomen.
Na het overlijden van Dirk III op 27 mei 1039, ging zijn vrouw terug naar Saksen, waar zij op 31 maart 1044 overleed. Dirk III is begraven in de Abdij van Egmond. Othilde werd begraven in Quedlinburg.
Er ist verheiratet mit Othehilde.
Sie haben geheiratet vor 1025.
Kind(er):
Dirk III (hierosolomyta) van West-Frisia | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
< 1025 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Othehilde |