Pass auf: Ehegatte (N. Gockinga Bunninga) ist 40 Jahre jünger.
(1) Er ist verheiratet mit Theda Tiddens Ewsma.
Sie haben geheiratet
Kind(er):
(2) Er ist verheiratet mit N. Gockinga Bunninga.
Sie haben geheiratet.
Kind(er):
Hoofdeling te Oostwold en Leermens, Kerkvoogd te Oostwold.
Bij deoverstroming van de Dollard in 1507 leed Aylcko grote verliezen,en de "Hueninga-Heerd waarvan Woldendorp tot Oostwolde meestverdronken" was.In 1534 brandde Graaf Enno van Ostfriesland de Hungaheerd tot de grond toe af ", dat Wilko zelfs ter nauwernood ontkwam." Het is niet helemaal duidelijk welke Borg het was,die in Oostwold of die in Woldendorp.
Geuko Hendrik Schuur zegd:
Aylcko Aylckens wordt steeds Aylcko Eppens Huninga genoemd. Hij is volgens van Rhemen postuum geboren in 1494. Hij noemt hem Hoofdeling te Oostwold en Leermens, hetgeen ten aanzien van Oostwold (zie zijn vader) niet juist zou zijn.
Wel kan hij heerlijke rechten in Leermens hebben uitgeoefend die dan moeten hebben toebehoord aan zijn eerste vrouw. De inhoudelijke vermelding ten aanzien van Leermens wordt -mogelijk- ondersteund door de vermelding van Johan Huninga (zijn kleinzoon) dat Aylcko gehuwd was met Theda, dochter van Tiddo Ewens de Lange, Hoofdeling te Siddeburen, wiens broer Focko Ewens in 1515 als Hoofdeling te Leermens vermeld wordt.
Aangezien Aylcko steeds als Aylcko Eppens vermeld wordt, dus met voornaam en patroniem van zijn vader na wiens dood hij werd geboren, heeft dit destijds aanleiding gegeven in de vader en de zoon dezelfde persoon te zien.
Hij woonde te Oostwold. Een landregister, opgesteld ca 1530? noemt Aylke Eppes Hermans (=Hemmens) in "Oestwolt" met 21grazen land te Baamsum onder Termunten.
In 1532? bezit hij 15 grazen land te Reide. Op 1 sept. 1548 worden vele eigenaren van land bij de dijken onder Fimel en Zwaag bij Termunten, waaronder Aeylko Eppens te Oostwold en Focke Mennens te Borgsweer, door Burgemeesters en Raad vanGroningen aangeschreven om over het dijkonderhoud te spreken; zo ook Walrick Nantkes te Borgsweer. Aeylko Eppens, "BaukeEppens van wegen sins susters", Focke Mennes voor zich en wegens de kinderen van Febo Aelts "verlaten" daarop het land(dwz. abandonneren het), blijkens een overzicht dd. 27 mei 1549 van Menno Houwerda die op 3 april 1549 verklaart hetoverzicht op 27 mei 1549 opgesteld te hebben.
De stad Groningen nam ten behoeve van het onderhoud der Eems- en Dollarddijken bezit van het land. Aylcko 's eigendommen lagen aan weerszijden van de westelijke Dollard-boezem. Van Rhemen weet te melden dat bij de inloop van de Dollard in1507 hij grote schade leed en "Hueninga-Heerd van Woldendorp tot Oostwolde toe meest verdronken" werd. Voorts vermeldthij dat graaf Enno van Oostfriesland in 1534 "Huninga-borch" verbrandde "soo dat Ailko sels ter nauwer noot daer otquam". Waar deze borg stond is niet aangegeven. De Huninga 's hadden een borg te Oostwold waarvan de plaats altijd bekend is geweest, doch ook één te Woldendorp, waarvan de borgstede eerst onlangs is vastgesteld.
Aylcko Eppens en Hero Eggens stellen 19 mei 1554 tegen de schatbeurders van Oostwold dat de meiers van Ekamp geen schatting behoeven te betalen. Burgemeesters en Raad van Groningen stellen hen in het ongelijk.
Op 21 jan.1557 en wederom 19 juni 1557 procedeert Aytzo Foppens in appel tegen Aylcko Eppens over land, zonder dat verdere bijzonderheden blijken.
Op 27 jan. 1560 wordt Aylcko Eppens op getuigenis van Wypko Johans en Tyako Aylckens begenadigd en uit de gevangenis ontslagen mits hij een borg stelt voor de aan Johan Wypkens vervallen breuk.
Op 14 juni 1564 wordt Aylcko in een zaak door Frans Ockens als appelant aangespannen, gelast de grootte van het (betwiste?) land te bewijzen.
Frans Ockens treedt 26 mei 1565 -dan mede namens Poppo Hummens, Tako Tonckens en BunnoHerens als eigenerfdente Oostwold- weer op tegen Aylcko Eppens die dan wordt opgedragen geen land te (ver)graven tot dat daarvan bezichtiging heeft plaatsgevonden. Als kerkvoogd te Oostwold komt hij in hetzelfde jaar voor.
Hij stierf volgens van Rhemen in januari 1567. Landte Oostwold, grenzende aan o.m. Ailko Eppens erfgenamen, wordt vermeld 11 mei 1583.Burgemeesters en Raad van Groningen spreken 16 maart 1585 uit dat "de kerckvoegeden to Oestwold sullen de landt huren /onder Foppo Galtkens / moegen arresteren bes se vanwegen het strafh(ue)s van Aylko Eppens gecontenteert".
Burgemeesters en Raad van Groningen aangeschreven om over het dijkonderhoud te spreken; zo ook Walrick
Nantkes te Borgsweer. Aeylko Eppens, "Bauke Eppens van wegen sins susters", Focke Mennes voor zich en
wegens de kinderen van Febo Aelts "verlaten" daarop het land (dwz. abandonneren het), blijkens een overzicht
dd. 27 mei 1549 van Menno Houwerda die op 3 april 1549 verklaart het overzicht op 27 mei 1549 opgesteld te hebben.
De Huninga 's hadden een borg te Oostwold waarvan de plaats altijd bekend is geweest, doch ook één te Woldendorp, waarvan de borgstede eerst onlangs is vastgesteld.
Aylcko Eppens en Hero Eggens stellen 19 mei 1554 tegen de schatbeurders van Oostwold dat de meiers van Ekamp geen schatting behoeven te betalen. Burgemeesters en Raad van Groningen stellen hen in het ongelijk.
Op 21 jan.1557 en wederom 19 juni 1557 procedeert Aytzo Foppens in appel tegen Aylcko Eppens over land, zonder dat verdere bijzonderheden blijken.
Op 27 jan. 1560 wordt Aylcko Eppens op getuigenis van Wypko Johans en Tyako Aylckens begenadigd en uit de gevangenis ontslagen mits hij een borg stelt voor de aan Johan Wypkens vervallen breuk.
Op 14 juni 1564 wordt Aylcko in een zaak door Frans Ockens als appelant aangespannen, gelast de grootte van het (betwiste?) land te bewijzen. Frans Ockens treedt 26 mei 1565 -dan mede namens Poppo Hummens, Tako Tonckens en Bunno Herens als eigenerfden te Oostwold- weer op tegen Aylcko Eppens die dan wordt opgedragen geen land te (ver)graven totdat daarvan bezichtiging heeft plaatsgevonden.
Als kerkvoogd te Oostwold komt hij in hetzelfde jaar voor. Hij stierf volgens van Rhemen in januari 1567. Land te Oostwold, grenzende aan o.m. Ailko Eppens erfgenamen, wordt vermeld 11 mei 1583. Burgemeesters en Raad van Groningen spreken 16 maart 1585 uit dat "de kerckvoegeden to Oestwold sullen de landthuren / onder Foppo Galtkens / moegen arresteren bes se van wegen het strafh(ue)s van Aylko Eppens gecontenteert".
'hoofdeling' te Oostwold (Gr.) en Leermens (Gr.), kerkvoogd te Oostwold (Gr.)
In 1532? bezit hij 15 grazen land te Reide. Op 1 sept. 1548 worden vele eigenaren van land bij de dijken onder Fimel en Zwaag bij Termunten, waaronder Aeylko Eppens te Oostwold en Focke Mennens te Borgsweer, door Burgemeesters en Raad van Groningen aangeschreven om ver het dijkonderhoud te spreken; zo ook Walrick Nantkes te Borgsweer. Aeylko Eppens, "Bauke Eppens van wegen sins susters", Focke Mennes voor zich en wegens de kinderen van Febo Aelts "verlaten" daarop het land (dwz. abandonneren het), blijkens een overzicht dd. 27 mei 1549 van Menno Houwerda die op 3 april 1549 verklaart het overzicht op 27 mei 1549 opgesteld te hebben.Aylcko Eppens en Hero Eggens stellen 19 mei 1554 tegen de schatbeurders van Oostwold dat de meiers van Ekamp geen schatting behoeven te betalen. Burgemeesters en Raad van Groningen stellen hen in het ongelijk.
Bij deoverstroming van de Dollard in 1507 leed Aylcko grote verliezen,en de "Hueninga-Heerd waarvan Woldendorp tot Oostwolde meestverdronken" was.
In 1534 brandde Graaf Enno van Ostfriesland de Hungaheerd tot de grond toe af ", dat Wilko zelfs ter nauwernood ontkwam." Het is niet helemaal duidelijk welke Borg het was,die in Oostwold of die in Woldendorp.
Geuko Hendrik Schuur zegd:
Aylcko Aylckens wordt steeds Aylcko Eppens Huninga genoemd. Hij is volgens van Rhemen postuum geboren in 1494. Hij noemt hem Hoofdeling te Oostwold en Leermens, hetgeen ten aanzien van Oostwold (zie zijn vader) niet juist zou zijn.
Wel kan hij heerlijke rechten in Leermens hebben uitgeoefend die dan moeten hebben toebehoord aan zijn eerste vrouw. De inhoudelijke vermelding ten aanzien van Leermens wordt -mogelijk- ondersteund door de vermelding van Johan Huninga (zijn kleinzoon) dat Aylcko gehuwd was met Theda, dochter van Tiddo Ewens de Lange, Hoofdeling te Siddeburen, wiens broer Focko Ewens in 1515 als Hoofdeling te Leermens vermeld wordt.
Aangezien Aylcko steeds als Aylcko Eppens vermeld wordt, dus met voornaam en patroniem van zijn vader na wiens dood hij werd geboren, heeft dit destijds aanleiding gegeven in de vader en de zoon dezelfde persoon te zien.
Hij woonde te Oostwold. Een landregister, opgesteld ca 1530? noemt Aylke Eppes Hermans (=Hemmens) in "Oestwolt" met 21grazen land te Baamsum onder Termunten.
In 1532? bezit hij 15 grazen land te Reide. Op 1 sept. 1548 worden vele eigenaren van land bij de dijken onder Fimel en Zwaag bij Termunten, waaronder Aeylko Eppens te Oostwold en Focke Mennens te Borgsweer, door Burgemeesters en Raad vanGroningen aangeschreven om over het dijkonderhoud te spreken; zo ook Walrick Nantkes te Borgsweer. Aeylko Eppens, "BaukeEppens van wegen sins susters", Focke Mennes voor zich en wegens de kinderen van Febo Aelts "verlaten" daarop het land(dwz. abandonneren het), blijkens een overzicht dd. 27 mei 1549 van Menno Houwerda die op 3 april 1549 verklaart hetoverzicht op 27 mei 1549 opgesteld te hebben.
De stad Groningen nam ten behoeve van het onderhoud der Eems- en Dollarddijken bezit van het land. Aylcko 's eigendommen lagen aan weerszijden van de westelijke Dollard-boezem. Van Rhemen weet te melden dat bij de inloop van de Dollard in1507 hij grote schade leed en "Hueninga-Heerd van Woldendorp tot Oostwolde toe meest verdronken" werd. Voorts vermeldthij dat graaf Enno van Oostfriesland in 1534 "Huninga-borch" verbrandde "soo dat Ailko sels ter nauwer noot daer otquam". Waar deze borg stond is niet aangegeven. De Huninga 's hadden een borg te Oostwold waarvan de plaats altijd bekend is geweest, doch ook één te Woldendorp, waarvan de borgstede eerst onlangs is vastgesteld.
Aylcko Eppens en Hero Eggens stellen 19 mei 1554 tegen de schatbeurders van Oostwold dat de meiers van Ekamp geen schatting behoeven te betalen. Burgemeesters en Raad van Groningen stellen hen in het ongelijk.
Op 21 jan.1557 en wederom 19 juni 1557 procedeert Aytzo Foppens in appel tegen Aylcko Eppens over land, zonder dat verdere bijzonderheden blijken.
Op 27 jan. 1560 wordt Aylcko Eppens op getuigenis van Wypko Johans en Tyako Aylckens begenadigd en uit de gevangenis ontslagen mits hij een borg stelt voor de aan Johan Wypkens vervallen breuk.
Op 14 juni 1564 wordt Aylcko in een zaak door Frans Ockens als appelant aangespannen, gelast de grootte van het (betwiste?) land te bewijzen.
Frans Ockens treedt 26 mei 1565 -dan mede namens Poppo Hummens, Tako Tonckens en BunnoHerens als eigenerfdente Oostwold- weer op tegen Aylcko Eppens die dan wordt opgedragen geen land te (ver)graven tot dat daarvan bezichtiging heeft plaatsgevonden. Als kerkvoogd te Oostwold komt hij in hetzelfde jaar voor.
Hij stierf volgens van Rhemen in januari 1567. Landte Oostwold, grenzende aan o.m. Ailko Eppens erfgenamen, wordt vermeld 11 mei 1583.Burgemeesters en Raad van Groningen spreken 16 maart 1585 uit dat "de kerckvoegeden to Oestwold sullen de landt huren /onder Foppo Galtkens / moegen arresteren bes se vanwegen het strafh(ue)s van Aylko Eppens gecontenteert".
Burgemeesters en Raad van Groningen aangeschreven om over het dijkonderhoud te spreken; zo ook Walrick
Nantkes te Borgsweer. Aeylko Eppens, "Bauke Eppens van wegen sins susters", Focke Mennes voor zich en
wegens de kinderen van Febo Aelts "verlaten" daarop het land (dwz. abandonneren het), blijkens een overzicht
dd. 27 mei 1549 van Menno Houwerda die op 3 april 1549 verklaart het overzicht op 27 mei 1549 opgesteld te hebben.
De Huninga 's hadden een borg te Oostwold waarvan de plaats altijd bekend is geweest, doch ook één te Woldendorp, waarvan de borgstede eerst onlangs is vastgesteld.
Aylcko Eppens en Hero Eggens stellen 19 mei 1554 tegen de schatbeurders van Oostwold dat de meiers van Ekamp geen schatting behoeven te betalen. Burgemeesters en Raad van Groningen stellen hen in het ongelijk.
Op 21 jan.1557 en wederom 19 juni 1557 procedeert Aytzo Foppens in appel tegen Aylcko Eppens over land, zonder dat verdere bijzonderheden blijken.
Op 27 jan. 1560 wordt Aylcko Eppens op getuigenis van Wypko Johans en Tyako Aylckens begenadigd en uit de gevangenis ontslagen mits hij een borg stelt voor de aan Johan Wypkens vervallen breuk.
Op 14 juni 1564 wordt Aylcko in een zaak door Frans Ockens als appelant aangespannen, gelast de grootte van het (betwiste?) land te bewijzen. Frans Ockens treedt 26 mei 1565 -dan mede namens Poppo Hummens, Tako Tonckens en Bunno Herens als eigenerfden te Oostwold- weer op tegen Aylcko Eppens die dan wordt opgedragen geen land te (ver)graven totdat daarvan bezichtiging heeft plaatsgevonden.
Als kerkvoogd te Oostwold komt hij in hetzelfde jaar voor. Hij stierf volgens van Rhemen in januari 1567. Land te Oostwold, grenzende aan o.m. Ailko Eppens erfgenamen, wordt vermeld 11 mei 1583. Burgemeesters en Raad van Groningen spreken 16 maart 1585 uit dat "de kerckvoegeden to Oestwold sullen de landthuren / onder Foppo Galtkens / moegen arresteren bes se van wegen het strafh(ue)s van Aylko Eppens gecontenteert".
'hoofdeling' te Oostwold (Gr.) en Leermens (Gr.), kerkvoogd te Oostwold (Gr.)
In 1532? bezit hij 15 grazen land te Reide. Op 1 sept. 1548 worden vele eigenaren van land bij de dijken onder Fimel en Zwaag bij Termunten, waaronder Aeylko Eppens te Oostwold en Focke Mennens te Borgsweer, door Burgemeesters en Raad van Groningen aangeschreven om ver het dijkonderhoud te spreken; zo ook Walrick Nantkes te Borgsweer. Aeylko Eppens, "Bauke Eppens van wegen sins susters", Focke Mennes voor zich en wegens de kinderen van Febo Aelts "verlaten" daarop het land (dwz. abandonneren het), blijkens een overzicht dd. 27 mei 1549 van Menno Houwerda die op 3 april 1549 verklaart het overzicht op 27 mei 1549 opgesteld te hebben.
Aylcko Eppens en Hero Eggens stellen 19 mei 1554 tegen de schatbeurders van Oostwold dat de meiers van Ekamp geen schatting behoeven te betalen. Burgemeesters en Raad van Groningen stellen hen in het ongelijk.
By the flooding by the Dollard in 1507 Aylcko sufferd heavy losses and"Hueninga-Heerd van Woldendorp tot Oostwolde meest verdronken" was.
In 1534 Count Enno of Ostfriesland burned the Hungaheerd to the ground "soo dat Wilko selfs ter nauwer noot daer wt quam." It is not clear which Borg this was, the one in Oostwold or the one in Woldendorp.
Geuko Hendrik Schuur gives:
Aylcko Aylckens wordt steeds Aylcko Eppens Huninga genoemd. Hij is volgens van Rhemen postuum geboren in 1494. Hij noemt hem hoofdeling te Oostwold en Leermens, hetgeen ten aanzien van Oostwold (zie zijn vader) niet juist zou zijn. Wel kan hij heerlijke rechten in Leermens hebben uitgeoefend die dan moeten hebben toebehoord aan zijn eerste vrouw. De inhoudelijke vermelding ten aanzien van Leermens wordt -mogelijk- ondersteund door de vermelding van Johan Huninga (zijn kleinzoon) dat Aylcko gehuwd was met Theda, dochter van Tiddo Ewens de Lange, hoofdeling te Siddeburen, wiens broer Focko Ewens in 1515 als hoofdeling te Leermens vermeld wordt.
Aangezien Aylcko steeds als Aylcko Eppens vermeld wordt, dus met voornaam en patroniem van zijn vader na wiens dood hij werd geboren, heeft dit destijds aanleiding gegeven in de vader en de zoon dezelfde persoon te zien.
Hij woonde te Oostwold. Een landregister, opgesteld ca 1530? noemt Aylke Eppes Hermans (=Hemmens) in "Oestwolt" met 21 grazen land te Baamsum onder Termunten.
In 1532? bezit hij 15 grazen land te Reide. Op 1 sept. 1548 worden vele eigenaren van land bij de dijken onder Fimel en Zwaag bij Termunten, waaronder Aeylko Eppens te Oostwold en Focke Mennens te Borgsweer, door Burgemeesters en Raad van Groningen aangeschreven om over het dijkonderhoud te spreken; zo ook Walrick Nantkes te Borgsweer. Aeylko Eppens, "Bauke Eppens van wegen sins susters", Focke Mennes voor zich en wegens de kinderen van Febo Aelts "verlaten" daarop het land (dwz. abandonneren het), blijkens een overzicht dd. 27 mei 1549 van Menno Houwerda die op 3 april 1549 verklaart het overzicht op 27 mei 1549 opgesteld te hebben.
De stad Groningen nam ten behoeve van het onderhoud der Eems- en Dollarddijken bezit van het land. Aylcko 's eigendommen lagen aan weerszijden van de westelijke Dollard-boezem. Van Rhemen weet te melden dat bij de inloop van de Dollard in 1507 hij grote schade leed en "Hueninga-Heerd van Woldendorp tot Oostwolde toe meest verdronken" werd. Voorts vermeldt hij dat graaf Enno van Oostfriesland in 1534 "Huninga-borch" verbrandde "soo dat Ailko sels ter nauwer noot daer wt quam". Waar deze borg stond is niet aangegeven. De Huninga 's hadden een borg te Oostwold waarvan de plaats altijd bekend is geweest, doch ook éééén te Woldendorp, waarvan de borgstede eerst onlangs is vastgesteld.
Aylcko Eppens en Hero Eggens stellen 19 mei 1554 tegen de schatbeurders van Oostwold dat de meiers van Ekamp geen schatting behoeven te betalen. Burgemeesters en Raad van Groningen stellen hen in het ongelijk.
Op 21 jan.1557 en wederom 19 juni 1557 procedeert Aytzo Foppens in appel tegen Aylcko Eppens over land, zonder dat verdere bijzonderheden blijken.
Op 27 jan. 1560 wordt Aylcko Eppens op getuigenis van Wypko Johans en Tyako Aylckens begenadigd en uit de gevangenis ontslagen mits hij een borg stelt voor de aan Johan Wypkens vervallen breuk.
Op 14 juni 1564 wordt Aylcko in een zaak door Frans Ockens als appelant aangespannen, gelast de grootte van het (betwiste?) land te bewijzen. Frans Ockens treedt 26 mei 1565 -dan mede namens Poppo Hummens, Tako Tonckens en Bunno Herens als eigenerfden te Oostwold- weer op tegen Aylcko Eppens die dan wordt opgedragen geen land te (ver)graven totdat daarvan bezichtiging heeft plaatsgevonden. Als kerkvoogd te Oostwold komt hij in hetzelfde jaar voor. Hij stierf volgens van Rhemen in januari 1567. Land te Oostwold, grenzende aan o.m. Ailko Eppens erfgenamen, wordt vermeld 11 mei 1583. Burgemeesters en Raad van Groningen spreken 16 maart 1585 uit dat "de kerckvoegeden to Oestwold sullen de landthuren / onder Foppo Galtkens / moegen arresteren bes se vanwegen het strafh(ue)s van Aylko Eppens gecontenteert".
Aylcko Ailckens Eppens Huninga, jonker Oostwold | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Theda Tiddens Ewsma | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(2) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
N. Gockinga Bunninga |
Toegevoegd door een Smart Match te bevestigen
Stamboom op MyHeritage.com
Familiesite: de Boer genealogie Web Site
Stamboom: Familie de Boer
Toegevoegd door een Smart Match te bevestigen
Stamboom op MyHeritage.com
Familiesite: Wolda Web Site
Stamboom: ANC_ANGELA GRANT_2011-07-02
Toegevoegd door een Smart Match te bevestigen
Stamboom op MyHeritage.com
Familiesite: Stamboom van de familie KOK
Stamboom: Kok Family Tree
Toegevoegd door een Smart Match te bevestigen
Stamboom op MyHeritage.com
Familiesite: Philips Web Site
Stamboom: Philips