Notariele archieven
Recordnr: 13969 « vorige volgende »
Naam Versteech, Steven Alberts. (borger en inwoonder van Amersfoort)
Akten Testament: 06-08-1666 (ouden stijl) Notaris R. van Ingen AT008 a002 folio 70 V
Opmerkingen Hij herroept eerdere testamenten en disposities, uitgezonderd de reciproke lijftocht, die hij en zijn huysvrouw Jannitgen Jans d.d. 21-01-1658 gemaakt hebben voor Notaris Dirck Matheusz. van der Maeth zaliger, en die volledig van kracht blijft.
Hij disponeert nu als volgt:
Hij legateert aan:
- Gijsbertgen Baernts, huysvrouw van Aert Jacobs. Appel, 200 Carolus gulden;
- Emmetgen Aerts, huysvrouw van Albert Jans., 50 Carolus gulden;
- Geertruijt Aerts, dochter van voornoemde Aert Jacobs, 50 Carolus gulden. Tevens de helft van twee koperen potten die Geertruijt eerder van hem had ontvangen, waarvan de wederhelft aan haar was gelegateerd door zijn overleden huysvrouw Grietgen Hendricx. Daarmee zal het legaat van de halve kleerkasse, die zijn vrouw aan haar had gelegateerd, vervallen. Mocht zij hiertegen opposeren, dan zal het legaat van 50 gulden vervallen aan het Weeshuijs binnen Amersfoort;
- Steven Albertsz., zoon van Albert Jans. en Emmetgen Aerts, echteluyden, de wederhelft van zekere huysinge, staande in de Scharbijerstraet en bewoond door Emmitgen. De wederhelft was door Grietgen Henricx gelegateerd aan Steven Albertsz. Emmetgen zal haar leven lang de huur van de gehele huysinge genieten of die zelf mogen bewonen, mits dat huis behoorlijk wordt onderhouden;
- Mattheus Dircks. van der Maeth en Bartraet Dircx van der Maeth, zoon en dochter resp. van Notaris Dirck Matheusz. van der Maeth zaliger, samen (of de langstlevende van hen beiden) 100 Carolus gulden;
- de gezamenlijke kinderen van Gijsbert Jans. Methorst 250 gulden;
- Gijsbert Jans. Methorst de beste rouwmantel en het beste pak klederen van de testateur, waarover geen lijftocht zal plaatsvinden;
- de Diaconije van Amersfoort 100 Carolus gulden (zonder lijftocht daaraan);
- zijn nichte Helena Cornelisdr, wonende tot Amstelredam, zoals hem laatst is bericht is zij de nagelaten dochter van Cornelis Peters. (borduijrwercker) en diens vrouw Willemtjen Alberts, 50 Carolus gulden (zonder lijftocht daaraan);
- Anthonis en Sijtgen Stevens van Brinckesteijn, de twee voorkinderen van Steven Goorts. van Brinckesteijn (cramer) en diens overleden vrouw Huijbertgen Galtus samen (of de langstlevende van hen beiden) 100 Carolus gulden;
- de vier nakinderen van Steven Goortss. van Brinckesteijn en diens huidige huysvrouw Grietgen Reijers, samen 100 Carolus gulden. In geval van overlijden zullen de legaten van de voor- en nakinderen op elkaar erven;
- de verdere lijfsklederen legateert hij aan degenen die bij zijn overlijden zijn bloedvrunden zullen zijn, welke uitdeling der klederen door de Regenten van het Weeshuys zal worden gedaan aan diegenen die deze het meest van node zullen hebben.
Al zijn overige na te laten goederen, boven uitschulden, doodschulden en legaten, bemaakt hij aan het Weeshuijs te Amersfoort ten behoeve van de kinderen van dat Weeshuijs, waarmee hij deze kinderen tot zijn erfgenamen maakt.
De inboedel, huisraad en zilverwerk zullen erven volgens de huwelijkse voorwaarden tussen de testateur en zijn huidige huysvrouw Jannitgen Jans.
Verder is het zijn wens dat de Regenten van het Weeshuijs na zijn dood en die van zijn huysvrouw, levenslang jaarlijks 50 Carolus gulden uitkeren aan Helena Cornelis, nu ongeveer 54 jaren oud zijnde.
Het is de uiterste wille van de testateur dat de kinderen van dat Weeshuijs uit de jaarlijkse inkomsten en renten der goederen die het Weeshuijs van hem zal erven, jaarlijks op St. Johansdag Midsomer (wezende 24 juni naar de ouden stijl) een eerlijke recreatie zullen genieten.
Verder wil hij dat de kinderen die in het Weeshuijs zijn, ook op zijn begrafenis mogen gaan en dat zij de zondag erna een half vat dik bier met een eerlijke recreatie zullen krijgen.
De testateur en diens vrouw Jannitgen Jans (die mede voor notaris en getuigen compareert) willen dat hun grafstede in de Middenkerck in de St. Joriskerkce aan het Choor, na hun dood gedurende 25 jaren niet geopend zal worden, waarna de overleden ongetrouwde kinderen uit het Weeshuijs daarin begraven mogen worden, nadat hun beider gebeente gezonken zal zijn op kosten van het Weeshuijs. Deze grafstede legateert hij voor zijn helft en zijn vrouw Jannitgen Jans voor haar helft aan het Weeshuijs.
Hij secludeert de Weeskamer uit zijn boedel.
Akte gepasseerd ten comptoire mijns Notarij.
Getuigen: Johan van Ommeren (schepen van Amersfoort), Steven Goortssz. van Brinckesteijn (cremer; tekent: Steven Guerts.) en Lambert Segers. (bombasijdewercker; allen borgers en inwoonders van Amersfoort).
(vrunden = familie)
Notariele archieven
Recordnr: 13969 « vorige volgende »
Naam Versteech, Steven Alberts. (borger en inwoonder van Amersfoort)
Akten Testament: 06-08-1666 (ouden stijl) Notaris R. van Ingen AT008 a002 folio 70 V
Opmerkingen Hij herroept eerdere testamenten en disposities, uitgezonderd de reciproke lijftocht, die hij en zijn huysvrouw Jannitgen Jans d.d. 21-01-1658 gemaakt hebben voor Notaris Dirck Matheusz. van der Maeth zaliger, en die volledig van kracht blijft.
Hij disponeert nu als volgt:
Hij legateert aan:
- Gijsbertgen Baernts, huysvrouw van Aert Jacobs. Appel, 200 Carolus gulden;
- Emmetgen Aerts, huysvrouw van Albert Jans., 50 Carolus gulden;
- Geertruijt Aerts, dochter van voornoemde Aert Jacobs, 50 Carolus gulden. Tevens de helft van twee koperen potten die Geertruijt eerder van hem had ontvangen, waarvan de wederhelft aan haar was gelegateerd door zijn overleden huysvrouw Grietgen Hendricx. Daarmee zal het legaat van de halve kleerkasse, die zijn vrouw aan haar had gelegateerd, vervallen. Mocht zij hiertegen opposeren, dan zal het legaat van 50 gulden vervallen aan het Weeshuijs binnen Amersfoort;
- Steven Albertsz., zoon van Albert Jans. en Emmetgen Aerts, echteluyden, de wederhelft van zekere huysinge, staande in de Scharbijerstraet en bewoond door Emmitgen. De wederhelft was door Grietgen Henricx gelegateerd aan Steven Albertsz. Emmetgen zal haar leven lang de huur van de gehele huysinge genieten of die zelf mogen bewonen, mits dat huis behoorlijk wordt onderhouden;
- Mattheus Dircks. van der Maeth en Bartraet Dircx van der Maeth, zoon en dochter resp. van Notaris Dirck Matheusz. van der Maeth zaliger, samen (of de langstlevende van hen beiden) 100 Carolus gulden;
- de gezamenlijke kinderen van Gijsbert Jans. Methorst 250 gulden;
- Gijsbert Jans. Methorst de beste rouwmantel en het beste pak klederen van de testateur, waarover geen lijftocht zal plaatsvinden;
- de Diaconije van Amersfoort 100 Carolus gulden (zonder lijftocht daaraan);
- zijn nichte Helena Cornelisdr, wonende tot Amstelredam, zoals hem laatst is bericht is zij de nagelaten dochter van Cornelis Peters. (borduijrwercker) en diens vrouw Willemtjen Alberts, 50 Carolus gulden (zonder lijftocht daaraan);
- Anthonis en Sijtgen Stevens van Brinckesteijn, de twee voorkinderen van Steven Goorts. van Brinckesteijn (cramer) en diens overleden vrouw Huijbertgen Galtus samen (of de langstlevende van hen beiden) 100 Carolus gulden;
- de vier nakinderen van Steven Goortss. van Brinckesteijn en diens huidige huysvrouw Grietgen Reijers, samen 100 Carolus gulden. In geval van overlijden zullen de legaten van de voor- en nakinderen op elkaar erven;
- de verdere lijfsklederen legateert hij aan degenen die bij zijn overlijden zijn bloedvrunden zullen zijn, welke uitdeling der klederen door de Regenten van het Weeshuys zal worden gedaan aan diegenen die deze het meest van node zullen hebben.
Al zijn overige na te laten goederen, boven uitschulden, doodschulden en legaten, bemaakt hij aan het Weeshuijs te Amersfoort ten behoeve van de kinderen van dat Weeshuijs, waarmee hij deze kinderen tot zijn erfgenamen maakt.
De inboedel, huisraad en zilverwerk zullen erven volgens de huwelijkse voorwaarden tussen de testateur en zijn huidige huysvrouw Jannitgen Jans.
Verder is het zijn wens dat de Regenten van het Weeshuijs na zijn dood en die van zijn huysvrouw, levenslang jaarlijks 50 Carolus gulden uitkeren aan Helena Cornelis, nu ongeveer 54 jaren oud zijnde.
Het is de uiterste wille van de testateur dat de kinderen van dat Weeshuijs uit de jaarlijkse inkomsten en renten der goederen die het Weeshuijs van hem zal erven, jaarlijks op St. Johansdag Midsomer (wezende 24 juni naar de ouden stijl) een eerlijke recreatie zullen genieten.
Verder wil hij dat de kinderen die in het Weeshuijs zijn, ook op zijn begrafenis mogen gaan en dat zij de zondag erna een half vat dik bier met een eerlijke recreatie zullen krijgen.
De testateur en diens vrouw Jannitgen Jans (die mede voor notaris en getuigen compareert) willen dat hun grafstede in de Middenkerck in de St. Joriskerkce aan het Choor, na hun dood gedurende 25 jaren niet geopend zal worden, waarna de overleden ongetrouwde kinderen uit het Weeshuijs daarin begraven mogen worden, nadat hun beider gebeente gezonken zal zijn op kosten van het Weeshuijs. Deze grafstede legateert hij voor zijn helft en zijn vrouw Jannitgen Jans voor haar helft aan het Weeshuijs.
Hij secludeert de Weeskamer uit zijn boedel.
Akte gepasseerd ten comptoire mijns Notarij.
Getuigen: Johan van Ommeren (schepen van Amersfoort), Steven Goortssz. van Brinckesteijn (cremer; tekent: Steven Guerts.) en Lambert Segers. (bombasijdewercker; allen borgers en inwoonders van Amersfoort).
(vrunden = familie)
1667-02-14; zekere behuizing met een woninkje daarachteraan, staande op de hoek van de Kortegracht op de lasten van 300 gulden ten behoeve van schepen Henrick van Ommeren en 200 gulden ten behoeve van Gerrit Verhaar, daarin gevestigd
Aktedatum:
1667-02-14
Verkopende partij:
Matheus Dircksen van de Maath, geauthoriseerd tot het doen van transport van de behuizing nagelaten door Jan Jacobsen en zijn vrouw Geertje Jacobs
Kopende partij:
Arnoldus Crinius, V.D.M. , zijn vrouw en hun erfgenamen
Object:
zekere behuizing met een woninkje daarachteraan, staande op de hoek van de Kortegracht op de lasten van 300 gulden ten behoeve van schepen Henrick van Ommeren en 200 gulden ten behoeve van Gerrit Verhaar, daarin gevestigd
Belendingen 1:
aan de ene zijde de erfgenamen van Willem Augustijnen van Oudewater
Belendingen 2:
aan de andere zijde de Muurhuizen
Opmerkingen:
V.D.M.= verbi divini minister (dominee)
Bladzijdenummer:
06 verso
Toegangsnummer:
0012 Stadsgerecht Amersfoort, 1435-1811
Inventarisnummer 436-28
Bladzijde 126 recto
Datum 1677-09-07
Leningnemer Matheeus Dircksz van der Maeth, als gemachtigde van Matheeus Cornelisz van der Maeth en zijn vrouw Neeltgen van Ginckel; Huybert Theunisz en zijn vrouw Agatha
ornelis van der Maeth, mitsgaders Adriaentje Cornelisz van der Maeth, bejaarde dochter voor haerluyden selven en nog als gemachtigden van de voornoemde Matheeus Cornelisz
an der Maeth en Huybert Theunisz, als mombers van de naegelaten kinderen van Anthony Cornelisz van der Maeth en Grietje Peters derselven vader en moeder, grootvader en
rootmoeder respective
Leninggever Aert Matheeusz van der Maeth
Lening 900 gulden a 20 st. het stuck
Onderpand uyt saecke van seecker maechgescheyt, tevens obligatie
Belending 1 aan de ene zijde Marten van Nieuwenburch
Belending 2 aan de andere zijde de erfgenaemen van Gerrit Jansz van Lijn, timmerman
1669-12-08; zeker huis, hof en hofstede staande in de Mooierstraat
Aktedatum:
1669-12-08
Verkopende partij:
Jurriaen Rijcks, backer voor zichzelf en als man en voogd van Mechtelt Claasen en zich sterkmakend voor Merritje Claasen weduwe van Herman van Munster, alsmede voor Willem van Daal en zijn vrouw Geertje Claasen en Matheus van der Maath voor hemzelf en zich sterkmakend voor Bartera van der Maath, zijn zuster, idem voor Dirckje Bossen, weduwe van Geurts Cornelissen en Willemtje Bossen jongedochter, allen erfgenamen van Gerrit Buijsen zal.
Kopende partij:
Jacob Harmansen, backer en zijn vrouw
Object:
zeker huis, hof en hofstede staande in de Mooierstraat
Belendingen 1:
aan de ene zijde de Armen genaamd De Poth
Belendingen 2:
aan de andere zijde Henrick van Dolre
Bladzijdenummer:
196 verso
Toegangsnummer:
0012 Stadsgerecht Amersfoort, 1435-1811
1669-12-08; zeker huis, hof en hofstede staande in de Mooierstraat
Aktedatum:
1669-12-08
Verkopende partij:
Jurriaen Rijcks, backer voor zichzelf en als man en voogd van Mechtelt Claasen en zich sterkmakend voor Merritje Claasen weduwe van Herman van Munster, alsmede voor Willem van Daal en zijn vrouw Geertje Claasen en Matheus van der Maath voor hemzelf en zich sterkmakend voor Bartera van der Maath, zijn zuster, idem voor Dirckje Bossen, weduwe van Geurts Cornelissen en Willemtje Bossen jongedochter, allen erfgenamen van Gerrit Buijsen zal.
Kopende partij:
Jacob Harmansen, backer en zijn vrouw
Object:
zeker huis, hof en hofstede staande in de Mooierstraat
Belendingen 1:
aan de ene zijde de Armen genaamd De Poth
Belendingen 2:
aan de andere zijde Henrick van Dolre
Bladzijdenummer:
196 verso
Toegangsnummer:
0012 Stadsgerecht Amersfoort, 1435-1811
1687-07-15; huis staande op de Langstraat daar het schepel uithangt en door comparante bewoond
Aktedatum:
1687-07-15
Verkopende partij:
Aeghje Cornelis van der Maath voor zichzelf en als boedelhoudster van haar overleden man Huijbert Theunissen en als momberse van haar kinderen
Kopende partij:
Aart Mattheusen van der Maath en Mattheus Dirckssen van der Maath
Object:
huis staande op de Langstraat daar het schepel uithangt en door comparante bewoond
Belendingen 1:
aan de ene zijde de gemenestraat
Belendingen 2:
aan de andere zijde Maria de Monteseau
Bladzijdenummer:
126 recto
Toegangsnummer:
0012 Stadsgerecht Amersfoort, 1435-1811
1689-04-10; hof met het huisje daarin buiten de St. Andirespoort (het kleijne Treisjenspoort)
Aktedatum:
1689-04-10
Verkopende partij:
Johan Sprenger voor zichzelf en als weduwnaar van Meusje Bartholomeus
Kopende partij:
Anthonis van Brinckesteijn, schepen dezer stad en zijn vrouw Anthonija van Bemmel
Object:
hof met het huisje daarin buiten de St. Andirespoort (het kleijne Treisjenspoort)
Belendingen 1:
Mattheus van der Maath
Belendingen 2:
Jan Bosch
Toegangsnummer:
0012 Stadsgerecht Amersfoort, 1435-1811
Familiegeld Amersfoort 1675 {Muurhuizent}: 12 - 10 - 0 [Eemlandse Klappers 29, p. 125]
Inventarisnummer 436-31 Bladzijde 111 verso Datum 1708-02-24 Verkoper Francis van Dolre en zijn vrouw Elisa beth Sprenger, wonende te Hamersvelt als erfgenaam van Mattheus Dircksen van der Maeth, haar overleden oom zaliger Koper Frederick Barent van Benthon, gewezen ritmeester ten dienste dezer landen Omschrijving een huis en erf met zijn tuin of hof, staande op de Breestraat Belending 1 aan de ene zijde de heer comparant Belending 2 aan de andere zijde de gemeene staat na de Hellebrugge
Waarschijnlijk:
Omtrent den zelfden tijd wierd het tweede Pastoorschap bekleedt door Bernardus
van Vaneveld, een Amersfoorder van geboorte/ en Licenciaat in de Godgeleertheit.
Servasius van Aldenborgh, Heer Vluggens kapellan/ is aan't voet-euvel te
Amersfoort gestorben den 6. December 1643. De Heer Vlugghe heeft de Pastory
van Amersfoort 32. Jaren lang bedient; en is aldaar uyt het leven en uyt zijnen
arbeid gescheiden den 21. September 1669.
Mattheus van der Maat, een Amersfoorder/ na dat hy een wijle tijds de kapellan
van Heer Vlugge geweest was/ heeft met de toestemminge der Kerk-oversten de
zielbestierung overhet harderlooze volk aangenomen/ in't jaar 1670.
Matheus Dircksen van der Maath |